1 |
|
“...reorganisatie (?) stellen zij voor dat een afgetreden lid niet her
kiesbaar of benoembaar zal worden gesteld, om zoodoende nieuwe
ideen en nieuwe krachten in den Raad te krijgen; immers, Door het
lang lid blijven en zijne plannen steeds te zien dwarsboomen, gaat de
ambitie er uit.
Wij zullen dit stelsel, dat geen kiesstelsel is, niet aan een nadere
bespreking onderwerpen.
Op deze wijze heeft de Raad zich dus van zijn taak gekweten, de
regeering voor de onoplosbare moeilijkheid stellende, uit deze prim
cipieel verschillende stelsels een keuze te doen; deze toch moet over#
wegen, dat bij iedere keuze de meerderheid van de leden van den
Raad wordt gepasseerd!
Uit het rapport van den Raad echter zijn de volgende feiten komen
vast te staan.
Ten eerste: de bevolking verlangt kiesrecht en wel algemeen kies#
recht.
Ten tweede: de Raad wenscht eenerzijds geen algemeen kiesrecht,
anderzijds is hij echter niet in staat een vast omlijnd
voorstel te doen.
Ten derde: van de zienswijze van den Raad is niets...”
|
|