Your search within this document for 'mal' OR 'bat' resulted in 18 matching pages.

You can restrict your results by searching for mal AND bat.
1

“...bevolking op Java en Madoera 221 X Krakatau....................................233 XI Het vulkanisme van Sumatra . . . . . 246 XTT Schetstaalkaart van Sumatra . . . . . 314 XTTT Onze tegenwoordige stelling in Groot-Atjeh 328 XIY Geologisch schetskaartje van Bangka . . 341 XY Geologisch schetskaartje van Blitong. . . 348 XYI De eilanden om de Banda zee.................. 488 XVJL1 De Sint-Anna baai op Curasao.................613 XV111 Geologisch schetskaartje van Sint-.Martin . 622 Platen: A De buffel (Mal. karbau)...................... 178 B De drie merkwaardigste zoogdieren van Celebes 429 Tusschen den tekst: Gang der temperatuur te Utrecht en te Batavia . 23 Ideaal profiel van Sumatra.........................244...”
2

“...vertoont in Insulinde niet veel verschil. Daar de magnetische elementen aan wijzigingen onder- hevig zijn, moeten ze nu en dan op nieuw worden bepaald. In het vochtig-heete klimaat van Insulinde is, bij den weelderigen overvloed van plantaardige en dierlijke orga- nismen, de rotting zeer aanzienlijk; uit allerlei poelen en plassen stijgen daardoor vele schadelijke miasm en op en allerlei bacteriën vermenigvuldigen er zich zeer snel. Yandaar dat het leven van den mensch, zoowel dat van den „baar” (Mal. baroe = nieuw) als dat van den inboorling er gedurig door hevige ziekten, b. v. ty- phus en cholera, wordt bedreigd. Vooral in moerassige streken, waar veel windstilten heerschen, zoodat de mi- asmen niet spoedig worden verdreven, heeft het leven vele gevaren te doorstaan. Bovendien kan in die wind-...”
3

“...44 I 8. Tropische wouden. stiUe vlakten de hitte zoo groot zijn, dat ze ijlhoofdigheid (Mal. mataglap) en zelfs krankzinnigheid en zelfmoord ten gevolge heeft. De vreemdeling heeft in den aanvang veel last van hitte in de handpalmen en van overdadig zweeten, later volgt licht bloedarmoede; de werking der ingewanden vermindert en de bemoeilijkte afvoer van bloed uit den buik doet leverziekten en gebreken in de spijsverte- ring ontstaan. Ook volgt er meestal eene algemeene ver- zwakking en ontstemming, door de Engelschen „tropical debility” genoemd; de huid wordt bleek; handen en voeten zwellen licht op en velen krijgen last van aambeien. Yooral voor kinderen, waterzuchtigen en in het algemeen voor vrouwen is het klimaat van Insulinde niet aan te bevelen. Longziekten genezen er wel eens; huidziek- ten zijn er echter zeer algemeen en lastig, en bovendien lijdt men er, door het felle zonnelicht, veel aan oog- ziekten. Matig leven is hier, veel meer dan bij ons, eene allereerste voorwaarde voor...”
4

“...is waarschijnlijk Zuid-Amerika en van daar heeft hij zich over bijna de ge- heele tropische luchtstreek verspreid. Hij groeit gaarne in de nabijheid der zee en vormt daar soms heele wouden. Op vele kleinere koraaleilanden heerscht hij bijna alleen. Minstens na het zesde levensjaar draagt hij het geheele jaar door bloemen en vruchten. De bladeren zijn 4 a 5 M. lang. De bloemkolf levert toe wak (palmwijn); de jonge en afgevallen vruchten worden als medicijn ge- bruikt; de bast der rijpe vruchten, Mal. kajer, elders SOU Uil. ING, TBOFÉN. 4...”
5

“...die van Nieuw-Guinea en de Papoesche eilanden zuiver Papoesch, en verder westwaarts vindt men Papoesche elementen op de Zuidooster- en Zuid- wester eilanden, Timor, Flores en Soemba. Oostwaarts wonen ze op de eilandengroepen, welke in het verlengde van Nieuw-Guinea Australië als in eenen boog omgeven, be- nevens op de Fidzji eilanden, waar ze echter reeds sterk met Polynesiërs zijn vermengd. Hun geheele gebied heet naar hunne donkerbruine huidkleur Melanesië (melan — zwart). Of de Aëtas of Itas (Mal. = zwarten), ook wel, met het verkleinwoord van neger, Negrito’s...”
6

“...drinkwater van Soetji, ten westen er van, gehaald worden. In 1865 heeft men beproefd, eenen artesischen put te boren; tot 747 M. drong men, zonder goeden uit- slag, in den bodem door. Bij kaap Pangkah (hoek vanSidajoe) vindt men het sein- en loodswezen en een lichtschip voor de vaart naar Soerabaja. Aan de zuidzijde dervlakteis Passoeroean (40) het middelpunt. Naar het riviertje, waaraan het ligt, draagt het bij de Inlanders ook den naam Gembong; Passoe- roean beteekent bet el tuin (Jav. soeroeh = Mal. sirih). Het riviertje der stad Stroomt tusschen gemetselde kaden door in zee; het tolkantoor heet ook hier „de Boom.” De woningen der breede en ruime straten getuigen van welvaart, vooral die in de wijk der ± 2500 Chineezen. De spoorweg gaat langs de groote kofflepakhuizen. Langs het strand vindt men veel tambaks en in de vlakte ruim 20 suikerfabrieken; suiker is ook het hoofdproduct op het particuliere land Kedawoeng, het oostelijkste van Java (§ 23). In het vulkanische meer van Grati, ten zuid-...”
7

“...ÏJ5 fej^j-==^SL^r=f: ■''•XïWt S3m ESSS. lp*|||i|pf HHk^s MtllliyHfSF; ItllII «SSi WÊÊSÊmÈ tëSÊÊÊÊÊMtè'MMmM WÈÊÊmËËÈÊBmmMÊmsË. 10 WÉM! ^K|a tssaB «H gcg^w |^%ww De Buffel (Mal. karbauj ËiSil& 1mmm milas* Mmm Ki SSai PI mmm Wtöi ËËSa^Êë&4 mmmm mm...”
8

“...beneden 500 M. Kleine alluviale vlakten vindt men vooral aan de zuidkust, b. v. ten westen van Sampang. Een aanzienlijk deel der bevolking woont, om de visch- vangst, aan de kust; daar liggen ook de grootere plaatsen. Het hoofdcentrum van het westen is Bangkalan, waar de regent, evenals die van Pamekasan en Soemenap, in eenen kraton woont; het heeft eene haven en drijft veel handel met Java. De postweg langs de zuidkust begint er, terwijl er tevens een postweg zuidwaarts naar de veerplaats Ka mal gaat; dit plaatsje ligt bijna een uur roeiens van Soerabaja. De resident van het geheele eiland woont te Pamekasan, iets naar binnen gelegen en zeer zindelijk en welvarend. De belangrijkste plaats van het oosten is Soemenap, in 1785 aan de zee ge- sticht, maar nu eenen paal (zie p. 219) van het strand verwijderd; de Europeesche wijk heet Maringan. Langs het strand vindt men tambaks en zoutpannen. In de laatste, welke ook gevonden worden te Boender, ten zuidoosten van de hoofdplaats, wordt door...”
9

“...versteeningen zijn ze, vol- gens Verbeek, jong-mioceen; er komen ook kolen voor, evenals op Poeloe Babi. Uit de orbitoïdenkalk van een der Batoe eilanden besluit Martin tot de aanwezigheid' van oud-miocene lagen; misschien zijn er ook plio- cene. Ongetwijfeld bestaat de geheele rij in hoofdzaak uit tertiaire vormingen, welke bij die van Sumatra aan- sluiten. Naar het hoofdgesteente spreekt Verbeek steeds van „de miocene eilandenrij". Poeloe Babi (= varkens eiland) heet bij de inboor- lingen Si mal o er. Het is tot ruim 300 M. hoog, zwaar begroeid en zeer vruchtbaar. Van de wilde dieren kennen we een varken, waarnaar het eiland benoemd is, en eene groote vledermuis. Men houdt er veel buffels. De hoofd- bevolking vormen de Maleiers, afkomstig uit Menang Kabau; ook zijn er Atjehers, ± een tiende deel der 12000 bewoners. Deze hebben in de havenplaatsen eene gemengde handelstaal doen ontstaan. Vroeger stond het onder Atjeh, thans onder ons; sedert 1880 is het bij het SCHUILING, TBOPEN, 20...”
10

“...litteratuur dan het eerste. Door de Hindoes werd het Maleisch, zoowel wat zijnen woordenschat als zijne taalvormen aangaat, in hooge mate verrijkt en ont- wikkeld. Later bracht de islam verschillende Arabische woorden en uitdrukkingen. De Menangkabansche Ma- lei ers bewonen het geheele gouvernement van Sumatra’s Westkust, behalve de binnenlanden van Tapanoeli — zuid- waarts ongeveer tot den Ophir — en het uiterste noorden, n.1. Singkel en Troemon; daar wonen overal de reeds meermalen genoemde Bat aks. Als kolonisten hebben de genoemde Maieiers zich echter ook over een groot deel van het overige Sumatra verspreid; althans vindt men in verschillende streken onderscheidene instellingen, welke dit vermoeden wekken, vooral de eigenaardige s o e k o e- verdeeling, welke we straks nader zullen bespreken. Zulke streken zijn: het noorden van Benkoelen, n.1. een deel van Moko-Moko, een deel van de resi- .dentie Sumatra’s Oostkust en een deel van het gebied der Redjangs. De laatsten hebben echter...”
11

“...314 bloed zooveel vreemde bestanddeelen opgenomen, dat men de juiste afkomst hoogst moeilijk kan bepalen. De trap van ontwikkeling is onder al deze Maleiers zeer verschil- lend; als de minst ontwikkelde stammen gelden de O rang Oeloe en de Orang Loeboe, aan weerszijden der bo- ven-Gadies, en de Orang Koeboe in’t noordoosten van Palembang. Het tweede hoofdcentrum der bevolking is de noorde- lijke hoogvlakte, n.1. het plateau van Toba en om- liggend gebied. Daar wonen de heidensche Bat aks, wier land en levenswijze eerst in onzen tijd nader bekend zijn geworden; langzamerhand worden ze onze onderdanen (zie p. 280). Met hen verwant schijnen de eveneens hei- densche Pasoemahs, in het bergland van Zuid-Sumatra; ze hebben echter, nog meer dan de Redjangs, veel Ja- vaansch bloed opgenomen; hunne tegenwoordige taal is een Maleisch dialect. Ook de bewoners der Lampongsche districten waren oorspronkelijk Pasoemahs, maar hier heeft de vroegere heerschappij van Bantam veel vreemd bloed gebracht, vooral...”
12

“...behoort ze, met het omliggend gebied, voor goed aan Engeland; ze telt 20000 inwoners. De Portugeezen zochten er te vergeefs goud, blijkens den naam van den hoogen berg Ophir in den achtergrond der stad. Thans voert ze tin uit; de reede is echter zoodanig verzand, dat groote zeeschepen drie uren gaans van de kust moe- ten ankeren. Yerder noordwaarts hebben de Engelschen op het vastland nog het gebied van "Wellesley, met eenige suikercultuur; vóór de kust aldaar ligt het reeds vroeger genoemde Poeloe (Mal. = ’ eiland)-Pinang (naar de pinang- of betelnoten) of Prince of Wales eiland, met eene zeer goede en drukke haven, n.1. Georgetown (10); met de residentie Sumatra’s Oost- kust en met Atjeh heeft deze stad een druk verkeer. Uit Deli gaat de tabak voor een deel daarheen. Het belangrijkste punt vóór de kust van Malakka is Singapore, op de zuidkust van het gelijknamige, 5 □ m. groote eiland vóór de zuidpunt. Dit kocht de Engel- sche O.-I. Compagnie in 1819 van den sultan van Dzjo- hor, op de kust...”
13

“...hoofdstad der residentie Riouw en vormt met het genoemde eilandje en Ba jam, ten noordoosten er van, ons eenig rechtstreeksch gebied alhier. Al het overige der residentie wordt bestuurd door den rijksbestuurder van den sultan, den reeds ge- noemden onderkoning van Riouw, die ten westen van de stad op het kleine eilandje Penjingat of Mars woont; alleen de Chineezen staan direct onder het Gouvernement. Het tweede groote eiland dezer groep is Battam, ten westen van Bintang, het grootste eiland van den Bat- tam archipel, welke eilanden samen ± 25 Om.groot zijn. Slechts' een drietal punten verheffen zich tot ruim 300 M.; in den regel gaan de heuvelruggen, welke alle noordwest-zuidoost gericht zijn, niet boven 100 M.; de kleine alluviale vlakten worden bij hooge vloeden groo- tendeels overstroomd. Wel drie vierden van de bevolking leeft van de zee; de troeboekvisseherij (zie p. 298) en het inzamelen van agar-agar zijn hier hoofdmiddelen van bestaan; ook de houtkap is niet onbelangrijk en naar Singapore...”
14

“...kennen geene kleederen buiten de tjawat van boomschors; vergiftigde pijlen zijn hunne wapenen; de dooden worden in staande houding in holle stammen van ijzerhoutboomen begraven; ook bij hen is „stomme handel" de eenige en bestaat in het verruilen van was, touwwerk, blaaspijpen, kadjangmatten en pijlvergift tegen keukengereedschappen, lansspitsen, enz.; ze eten vooral vruchten, apen en wilde zwijnen. § 77. De De eersten zijn uit bijna geheel Insulinde afkomstig; immigranten naast den eigenlijken Mal ei er van Sumatra en Malakka omti ende en den visschenden en roovenden Badjoe dierzelfde eilanden eilanden noemen we den Hindoe-Javaan van Java, m <*• den Boeginees van Celebes, den Soeloenees van de . . Soeloe eilanden en den zeeroovenden II an on van Min- Oosterlingen. danao. Echter vormen de Maleiers zoodanig het hoofd- bestanddeel, dat de taal der kuststreken voor verreweg het grootste deel Maleisch is, evenals de geheele inrichting der kuststaten, welker regeerende familiën, zelfs al werden...”
15

“...langs de zuidkust. Kajoa, een vulkaan met eenige Mohamedaansche be- woners; ten westen er van liggen de onbewoonde Groe- aritji eilanden. Bat jan en omliggende eilanden, welke door straat Patiëntie van het zuidelijke schiereiland van Halmaheira gescheiden zijn; in deze straat loopt eene, voor kleine schepen zeer gevaarlijke strooming. Het hoofdeiland is 50 □ mijlen groot en bestaat uit twee bergachtige schiereilanden, welke tusschen de baaien Laboeha (aan de westzijde) en Lap an (aan de oostzijde) door eene landengte verbonden zijn. Het zuidelijk schiereiland schijnt gedeeltelijk vulkanisch te zijn; in de noordelijke helft vindt men o.a. zandsteen en dioriet, en als nuttige mineralen goud, steenkolen en koper. De noordwestmoeson is. de regenwind; vooral in December valt er, bij noordenwind, veel water. Laboeha of Bat jan, de zetel van den sultan van Bat jan, bevat eenen Christenkampong en eenen Mohamedaanschen kampong; in de eerste wonen meest O rang Serani (Arab. Nats-...”
16

“...IBaritoe 356, 375 IBarmen 560 (Barneveld (fort) 520, 52i, f 522 . fBaroe 442 IBaroemon 277 IBaroeng 138 I Baros 288 (Barren eil. 423 [Barroe 436, 457 IBarthelemy (St.) 622 (Basilan 414 fbasirs 404 iBasji eil. 6, 414 fBassaps 392 IBatahan 275 Batak-landen 18 Bataks 67,313,314,31» Bataksch 314 Batang Arau 260 Batang Asei 257 Batang Gadies 241, 249, 273 Batang Hari 249,257,258, 294 Batang Loepar 394 Batang Taro 249,274,275 Batanta 536 bataten 193, 579, 619 Batavia 117,118, 204, 559 Batavia (Sur.) 598 Bat. Gen. v. K. 'en W. 64 Bataviasch-Maleisch 184 batig saldo 550 batik 193 Batipoe en de X Kota’s 329 Batjan 39,485, 519, 520, 522 Batjan maatschappij 520 batoe 475 Batoe 101 Batoe Bara 299, 330 Batoe Bedil 352 Batoe Bisoa 516 Batoe Blad (kaap) 372 Batoe eil. 244, 305, 306 Batoe Gadjah 506, 511 Bgtoe Gantong 506 Baloe Gapit 282 Batoe Kaoe 228 Batoe Lanteh 466 Batoe Litjin 390 Batoe Lobang 506 Batoe Merah 490, 524 Batoe Panggal 387 Batoe Radja 292 Batoe roessa 342 Battam archipel 337 Bay (Lago de)...”
17

“... 625 I Carolinen eilanden 4 • Carpentier 521 I casha 620 I casiripo 578 I Cassard (J.) 592 I cassave 193, 578 I cassiri 591 I casuarinen 39, 54, 153, 476 I casuari8 54, 487 I Ceboe 415 I céder (Zuidamer.) 577 I Celebes 16, 34, 39, 77, 425, 456 Celebes zee 7, 12 Centeno 417 Centry Hill 623 Ceram 8, 39, 50, 499, 502 Ceram Laoet eil. 513 Ceramsche zee 8, 485 Ceylonsch Gebied 62 Challenger (de) 7 Charles Louis geb. 528 Chatham eil. 5, 47 Chevrise 623 China str. 527 china-gras 311 Chineesche kamp (Bat.) 119 Chineesche kamp (Ben- koelen) 284 Chineesche zee 6, 12 Chineezen 65, 66, 71, 205, 315, 407, 420, 589. Christendom 68, 202, 218, 322, 561 Christoffel (de St.) 607, 610 Christoffel (St.) eil. 616 chromogeen 166 cinnaber 366 citrus nobilis 477 civetkat 430. 459, 486, 508, 531 cochenille 180 Coco groep 423 Cocoanutpoint 517 Coesewijne 587 collas 34, 415 Commewijne 585, 586 Comp. Gén. Transatlan- tique 601 contracten 413, 523 Concordia (berg) 625 Concordia (fort) 479 coniferen 54 conini 582 c...”
18

“...647 ■Oost Chineesche zee 11 [Oost-Indische Compagnie 204 JOost-Java 88, 104 lOost-Java (centrale vl. van) | 132 loostmoeson 33 I Oost-Seinpost 611 JÖostenberg 623 ■Ooster districten (Cel.) 438, I 457 JOostergat 491 •Opak 104, 131 fOphir (Mal.) 334 tOphir (Sum.) 268 [opium 188, 216 [opiumkitten 188, 189 [opossum 486 I oppervlaktestroomingen 12 | Orang Alas 282 [Orang Dagang 353 [Orang Darat 353 [Orang Dongo 468 [Orang Gajoe 282 [Orang Koeboe 314, 319 [Orang Laoet 346, 452 [Orang Loeboe 314, 318 [Orang Oeloe 314, 318 | orang oetan 339, 361 [Orang Sekah 353 | Orang Serani 519, 522 [Oranje (fort) 518, 521,, . 522 | Oranje-Nassau 381 | Oranjestad 610, 621 | orbitoïdenkalk 242, 427 [orchideeën 47, 360 | Oriëntale Rijk (het) 62, 581 [Oro-Oro 109 | oryza sativa, enz. 55 | Ot Danoms 384, 406 [ Otrabanda 613 | oud-continentale eil. 432 [ Oude Wereld 3 [ Overbeck (Yon) 400 Owen Stanley 529 I» paarden 179, 458 Paardenbaai 610 Paasch eiland 66 Pabijansch 314 paca 582 padanda 231 Padang (de) 292 Padang...”