Your search within this document for 'di' OR 'mas' OR 'patras' resulted in five matching pages.

You can restrict your results by searching for di AND mas AND patras.
1

“...oneindige vergroten. 1) Men behoeft zich hierbij niet te verlaten op geschreven dokumenten waarin *t niet voorkomen van vreemde woorden geen afdoend bewijs is voor *t ongebruikelik zijn in de gesproken taal. Op de Griekse dialekten van Zuid-ltalië kan men zich beroepen, die in de 9** en 10de eeuw ontstonden; we weten dat onder Leo VI 3000 kolonisten uit de omstreken van Patras naar Zuid-Italië togen, en toch komt in die dialekten geen enkel Slavies woord voor. De invallen der Slaven in de Peloponnesus begonnen reeds in de zesde eeuw; al bleven de steden steeds Grieks, op ’t platteland vestigden zich overal Slaven. In 807 werd Patras met moeite tegen hen verdedigd. 2) For a long time the two languages, French and English, kept almost entirely apart. The English of 1200 is almost as free from French words as the English of 1050; and it was not till after 1300 that French words began to be adopted wholesale into English (Sweet, A Primer of Historical English Grammar, 1902, § 21). 8) Oldendorp (biz...”
2

“...73 daegten, haeden, maes *) enz. voor dat, gedachten, hadden, en mas; ik onderstel dus dat vormen als bestraev (bestraffen), jamer (jammer) en smaken (zwakken), die bij Denen en Duit- sers voorkomen, beantwoorden aan de werkelike uitspraak 2). De Duitsers schrijven u in gesloten lettergrepen bijna steeds met één letter: sékur (sekuur), versup (verzuipen), ut (uit, vgl. § 16); een enkele maal vindt men uu, b. v. skuum (schuim) of ue, b v. huer (huren). Rekking wordt door de Duitsers niet weergegeven door het toevoegen van een e, gelijk de Denen dat doen; alleen in een woord als huer schijnt dat het geval te zijn, gewoonlik is verdubbeling van de klinker het middel; ae geeft in Duitse teksten dus niet aa weer, maar een open e (vgl. § 5). De verdubbeling van de t in mett (wit) schrijf ik toe aan de bedoeling om te voorkomen dat een Duitse lezer de klinker gerekt zou uitspreken, gelijk de dubbele t in hutten en utterste (buiten en uiterste) wel dienst zal moeten doen om een doffe u (niet ü)...”
3

“...de Denen echter dit woord, b.v. N. T. Mth. 10. 8. a) Torrend, blz. 14—51; Henrici, blz. 18. Ook in de Mande-talen eindigen de woorden op een klinker (Steinthal, die Mande Neger Sprachen, Berlin, 1867, blz. 18), en bijna altijd is dit het geval in het Foula (de Guiraudon, Manuel de la langue foule, Parijs — Leipzig, 1894, blz. 3). — Bij Hoogenhout, blz. 111, zijn een paar zinnen van een Afrikaans sprekende kaffer te vinden, waarin bijna alle woorden op een klinker uitgaan (omme sy nekke,.., danne di klyn-basi salie sine enz. enz.)....”
4

“...133 bergi; mi ka stier die jung fo lo fang die. Die farki bin na cot, mi lolo suk bateta- tow fo jeet fo die. Een cuj ka kom over die barcad en ka destroi alga die jung plantsoon; wen mi fang die mi sal drag die na fort, mak die eigenaer betal. Mi lolo na taphus, mi lolo suk stekki sowed gut fo mi goj na pot. Wat ju sal ha fo dinner? Mi no weet, mi wel bak fes mit bak banana; wen mi no ka ha ander, mi jeet sowed gut mit funchi. Mi wonder, as di ha eniste nyw na taphus; mi mankee loop fo weet die nyw, as mi kom na plantaj; fordimak we ha werk fo du na plantaj. Wi ha fo loop na camina fo lo plant dié sukustok. Ma biren, die pot lo brau. Du die na grun te mi hoppo. Mi lo prat mit die mester, ma mi sal kom kik na die miselluf. de berg(en); ik heb de jongen gestuurd om haar te vangen. De varkens zijn in ’t hok, ik ga batatewortels zoeken tot voedsel voor ze. Een koe is over de afscheiding gekomen en heeft ’t hele jonge plant- soen vernield; als ik haar pak zal ik haar naar het fort meenemen...”
5

“...weet, dat jellie suek Jesus, die ka krusig. 6. Hem no bin hiesoo; hem ka staen op weeran, soo als hem ka seg: kom hiesoo, en kik die Plaes, daer die Heer ka leg. 7. En loop gaw heen, en seg na sie Disciplen, dat hem ka staen op van die Dood; en kik, hem sal loop voor jender na Galilea, daer jellie sal kik hem. Kik mie ka seg die na jender. 8. En sellie loop gaw yt van die Graf mit Vrees, en mit groot Blieskap, for verkondig die na die Disciplen. 9. En dietit sellie ha loop heen, for seg die na sie Di- sciplen, kik, Jesus ha ontmuet sender, en ha seg: mie gruet jender! en sellie ha kom na hem, en ha vas sie Vutten, en ha val na grond voor hem. 10. Soo Jesus ha seg na sender: no bang! loop heen, en seg die na mie Bruders, dat sellie loop na Galilea, daer sellie sal kik mie. 11. II.) Maer dietit sellie ha loop heen, kik, Partie van die Wagters ha kom na binne die Stad, en ha seg na die Hoog- priesters, al wat ka gebeer. 12. En sellie ha kom mal- kander mit die Oudste, en ha how Raed, en ha giev...”