1 |
 |
“...rechtmatige aanspraken van Nederland op dit betwiste ge-
bied hebben gewezen en de laatste onderzoekingstocht naar het binnen-
land, in 1925, duidelijk heeft aangetoond dat de voortzetting van de
Corantijn de Nieuwe rivier is, heeft de Nederlandsche regeering deze
aangelegenheid nog steeds niet tot een bevredigende oplossing gebracht.
Kon men in de Indische Mercuur van 18 Januari 1896 nog lezen van:
„Een verwaarloosd erfdeel” * 1), waarbij de onvermoeide strijder voor
Suriname, Frederik van Eeden een kaart had geteekend, aanduidende
als een groote donkere vlek het nog onbekende land in het gebied van
Suriname, sedert de laatste dertig jaren is men stelselmatig in het bin-
nenland doorgedrongen met het doel dit te onderzoeken en in kaart te
brengen en het „Darkest Surinam” is van de kaart verdwenen.
Na een voorloopig onderzoek van den districts-commissaris van
Nickerie C. van Drimmelen en Johnston Kirke in 1896/97 tot de door
Van Drimmelen genoemde Blanche Marie-val, hadden 9 wetenschappe-
lijke...”
|
|