Your search within this document for 'bin' resulted in two matching pages.
1

“...voortzetting van de Corantijn de Nieuwe rivier is, heeft de Nederlandsche regeering deze aangelegenheid nog steeds niet tot een bevredigende oplossing gebracht. Kon men in de Indische Mercuur van 18 Januari 1896 nog lezen van: „Een verwaarloosd erfdeel” * 1), waarbij de onvermoeide strijder voor Suriname, Frederik van Eeden een kaart had geteekend, aanduidende als een groote donkere vlek het nog onbekende land in het gebied van Suriname, sedert de laatste dertig jaren is men stelselmatig in het bin- nenland doorgedrongen met het doel dit te onderzoeken en in kaart te brengen en het „Darkest Surinam” is van de kaart verdwenen. Na een voorloopig onderzoek van den districts-commissaris van Nickerie C. van Drimmelen en Johnston Kirke in 1896/97 tot de door Van Drimmelen genoemde Blanche Marie-val, hadden 9 wetenschappe- lijke onderzoekingstochten a) in de binnenlanden plaats en zijn de voor- *) Zie ook Bulletin van het Koloniaal Museum te Haarlem, no. 12, Maart 1896. Ver- meerderde herdruk 1908...”
2

“...Cura9ao binnengeloopen Fransche oorlogsschip „La Vengeance” order om zijn bodem naar het Waaigat te verhalen. In 1861 werd het Waaigat gedeeltelijk gedempt, met puin afkomstig van de in dat jaar afgebroken stadsmuren. De brug naar Scharloo (Van den Brandhofbrug, gebouwd onder het bestuur van den Gouverneur van dien naam, 1882—1890) werd in 1928 buiten gebruik gesteld en een andere brugverbinding kwam tot stand, meer oostwaarts. Het Schottegat. Dit inderdaad zeer beschutte en bovendien ruime en diepe bin- nenwater werd in de XVIIe eeuw aanvankelijk nog 't Lack van St. Anna genoemd. Van Walbeeck zeilde bij zijn komst in 1634 direct op naar het Lack of meer en kreeg daar contact met de Spanjaarden, wier hoofd, Alonso Lopez de Morla, destijds onder den gouverneur van Sto. Domingo stond. Het dorp Sta Anna werd door de Morla, toen hij bemerkte dat de Hol- landers met vijandige bedoelingen kwamen, ontruimd. Een ander dorp, Ascensión, strekte tot woonplaats aan een aantal Indianen. Een derde nederzetting...”