Your search within this document for 'dia' OR 'di' OR 'Rincon' resulted in ten matching pages.

You can restrict your results by searching for dia AND di AND Rincon.
1

“...Capucijn pater Gregorius. Pater Gregorius was de eerste pater Capucijn die zich voor de missie van Curaao had aangeboden. Hij zal later pastoor zijn in de nieuwe parochie op Westpunt en zijn laatste levensjaren slijten bij de melaatsen op het Rif. Hij zag de paters Dominicanen nog komen en stierf in 1875. Op Bonaire was er veel werk, zodat de bisschop besloot, om pater Gregorius daar maar te laten, de pastorie moest nu vergroot worden, want de beide geestelijken zouden op de Playa blijven wonen. Rincon werd pas in 1858 een zelfstandige parochie met een eigen daar wonende pastoor. In ,,een der voorsteden op Curaao was door de bisschop een huis gehuurd om katechismusles te geven. Die voorstad moet zeker Pietermaai heten. Ledel ging naar Barber en secretaris Schermer zou dan door gaan met katechismusles daar op Santa Maria. De kerk staat nu op het stuk grond Rotunda, doch eerst was er een maishut op Juan Nota. Als het regende dan staken we ons hoofd onder het dak, om niet ziek te worden vertelde...”
2

“...In het memoriale van de parochie wordt ook zijn goede zorgen voor de parochie verhaald, hij verfraaide en vergrootte het kerkhof van zijn parochie. Hij bleef de liefdadige pastoor, toen hij op 4 april 1885 stierf, kon hij niets het zijne noemen, zelfs het bed waarop hij stierf, was zijn eigendom niet. De Amigoe di Curaao herdacht hem in een artikel van dat jaar op 9 mei en ook in de gedenkboeken van het hospitaal van de paters van Baars en Eeuwens wordt zijn naam met ere genoemd, als de voorloper van t hospitaal Sint-Elisabeth. Naast het vele verdriet dat 1844 bracht waren er ook mooie dagen. De dag b.v. van de eerste priesterwijding op Curaao, de priester-wijding van diaken Schermer, een man die hl zijn leven Curaao trouw zou zijn. Hij was de peter van een ander missionaris de bekende Felix Westerwoud van Borneo, later ziek en zwak geworden, verslapten zijn krachten; hij die op het seminarie de knapste en de meest belovende diaken was genoemd, was door de tropen een hulpbehoevende geworden...”
3

“...Op 19-jarige leeftijd kwam hij op 18 april 1846 naar Curaao, waar hij, die zwak van gezondheid was, zou werken tot ver in de missie der paters Dominicanen tot 1889. Eerst theoloog, daarna jong priester gewijd in 1851 door Mgr. Niewindt, is hij eerste kapelaan op Barber om te helpen en te leren. Als echter in de latere jaren de goede gouverneur Van Lansberge aan de bisschop vraagt, om toch een vaste pastoor voor Rincon op Bonaire te benoemen, dan is Te Welscher de uitverkorene, om daar in verschrikkelijke eenzaamheid te leven en te werken. De paters Franciscanen hadden op Rincon al een hutje, dat voor kerk diende, pater Stoppel spreekt er over in een van zijn brieven, maar als Mgr. Niewindt komt in 1824, vindt hij het maar een armoedige hut en het altaar is volgens hem: ellendig. Pater Smit bouwde een nieuw gevalletje in 1837, dat was niet meer op de Para Mira-berg, maar beneden, daar waar 53...”
4

“...Pastoor op Rincon was hij tot 1 september 1873, daarna kwam hij naar de Playa. Naar Holland vertrokken in 1889, bleef men hem gedenken, want als hij in Zevenaar verblijvend zijn gouden priesterfeest viert in het jaar 1901, is ook de kerk op Bonaire stampvol, om het feest mee te vieren. Pastoor Te Welscher had zijn zus meegenomen naar de missie om huishoudster te zijn, zij was een middelpunt van belangstelling voor de schoolkinderen van de Playa, die haar veel plaagden. Het is alles maar heel simpel en eenvoudig, maar deze dertig jaar op Bonaire hadden grote betekenis voor de geestelijke vorming van Bonaire, dat goed katholiek werd, ook al bleven de Bonairianen niet altijd trouw, toen zij in de moderne tijd emigreerden naar Curaao en Aruba. Toen in 1904 pastoor Te Welscher stierf, luidden de klokken ook op Bonaire en de kranten schreven een paar regels over dit wel bestede leven. Nu, vijftig jaar later, was het moeilijk zijn leven te beschrijven. Hoe armoedig de toestand op Rincon ook voor...”
5

“...leesboek uit op Curaao, in 1851 een Hollandse spraakkunst; verder devotionalia, zoals een gedenkschriftje bij de dood van zijn zus, gestorven aan de gele koorts en ,,Boeki di Orasjon, dat de heren A.L.S. Muller en J. F. Neuman tot uitgevers had (1849). Zelf schreef hij verder nog een leven van een vriend de Bruyn, zijn Calderon-studie, een repliek op beweringen van Prof. Pierson, een verdediging van de bedevaartplaats Ke-velaar, terwijl zijn kinderkerkboek dat de school, op Santa Rosa moest bekostigen, nog in de zestiger jaren een vierde druk kreeg. Over hem werd betrekkelijk veel geschreven. De heer Hofman gaf zijn levensbeschrijving uit in het tijdschrift Archief voor het aartsbisdom Utrecht dl. 32. De heer van Zanten beschreef zijn ruzie met Prof. Pierson in de Katholiek, deel 81. In de Katholiek deel 15 verscheen een uitbundige recensie op zijn kinderkerkboek, gelijk trouwens in verschillende andere katholieke bladen van die tijd. Prof. Brom vestigde de aandacht op hem in zijn boek...”
6

“...Winklaar enz. enz. Toen de nieuwe prefect op Bonaire kwam in 1827 was een Lodewijk Wilhelmus Piar er peter, of hij werkelijk zulke mooie Hollandse voornamen had, weten we niet, ze staan zo opgegeven, doch ook weten we niet hoe hij familie was van de vrijheidsheld Manuel Piar. Later in 1838 is een Lourens Piar peter bij een huwelijk en op 30 oktober werd geboren Doloria Piar, die bijna honderd jaar zou worden, ze trouwde met Mar-tinus Booi in 1857, zij die de naam kreeg van ,,Gran werd een ..pilar di misa, ze was een der leden van de latere congregatie, erelid na haar trouwen. Rond dergelijke figuren kon een traditie bloeien. Bonaire was reeds in de oude tijd in tween ge- 69...”
7

“...deeld: er was k Rincon, als de prefect komt vormen in 1831, gaat hij ook apart vormen in Rincon, dat eigenlijk pas een aparte parochie werd in 1858, doch altijd reeds apart bestond met een hut en later een stenen kerkje. De priesters woonden nog altijd op Antriol ook al was de kerk sinds Eisenbeil verderop en moesten zij er zelf een weg naar toe aanleggen door de salinja, werk van pastoor Smit in de veertiger jaren. Antriol was de hoofdplaats tot de boten niet meer konden binnenvaren daar die Kralendijk alles afsloot. Later kwam dan ook de pastorie bij de kerk, wat goed was om ook hen die naar Tera Cora waren gevlucht in de cholerajaren, te blijven bereiken. In de stukken van het jaar 1847 wordt er gesproken over een viering van een jubeljaar, een jubilee, zowel op Curaao als op Bonaire, het is niet bekend welke jubilee bedoeld is. Als men zo het leven van bisschop Niewindt leest, dan denkt men misschien dat het hele leven een succes-story zal worden, eerst zijn werk als prefect van 1824-1842...”
8

“...Nederlandse liefdadigheid. St.-Rosa werd een centrum, er was een kerk, er was een school, twee putten met goed water en ... een drukkerij. Als men nu van dit alles maar geen t grote voorstelling maakt. De drukkerij van pastoor Putman deed goed werk. In dit jaar 1851 gaf pastoor Putman Proeve eener hollandsche spraakkunst ten gebruike des algemeene armenscholen in de op Curaao uit en ook was er een cadeauboekje voor de kinderen van de eerste communie, getiteld: Oen present pa moetsja-nan arieba dia di nan Promeer Santa Komoenion Keda La-mantar i reza. De titel alleen reeds geeft aan wat voor primitieve bijna fonetische spelling de pastoor moest gebruiken, om het er in te krijgen. De pastoor van St.-Rosa schreef dit jaar ook een artikel in het tijdschrift de Godsdienstvriend van de Le Sage ten Broek, want de weldadigheid van Holland had hij nodig om zijn werk op St.-Rosa in stand te kunnen houden. In dec. 1850 had pastoor Putman zijn Eerste honderdtal leerzame verhalen voor kinderen gepubliceerd...”
9

“...moeten wachten. Zijn naam werd op Curaao op de volgende wijze in ere gehouden: Een borstbeeld van hem prijkt in het bisschopshuis. Zijn familiewapen werd in glas en lood daar aangebracht bij de jongste verbouwing in 1939. Zijn leven werd beschreven door Pater Dalhaus in zijn boek over Mgr. Niewindt (1924). Het leven van hem werd nog uitvoeriger beschreven door pater Latour in het tijdschrift ,,Lux zie de jaargang van het jaar 1945. Ook verscheen er een artikel over Bewoners van Duinzigt in de Amigoe di Curaao van 26 sept. 1947, waarin zijn vor-stelijk liefdadigheid naar voren komt. De man heeft in Nederland nog geen biograaf gevonden ofschoon zijn activiteit voor de seminaries goed beschreven staat in de Geschiedenis van het seminarie Warmond door v. d. Loos, terwijl zijn missieactiviteit in grote trekken beschreven staat in het boek van Dr. van den Eerenbeemt: De Missieactie in Nederland, Nijmegen 1945. Als we berichten horen over de resultaten van het onderwijs, zien we daaruit duidelijk, dat...”
10

“...op Bonaire, doch de mijnheer voor die school kwam niet en de zusters moesten het overnemen, wat geschiedde, maar dan pas in 1856. Van de 1232 kinderen op de scholen kregen er 1078 gratis onderwijs. Op Bonaire zal de oude pastorie school worden en de onderwijzer zou bij de pastoor in de kost komen, hij zal ook in de pastorie wonen en hij krijgt een salaris van 150 gulden per jaar. Er komen steeds nieuwe edities van de pers; zo verschenen er Historia kortikoenan foor die Bijbel en ..Evangelionan di toer diadomingo. De bijbel werd dus bekend gemaakt. De bisschop maakte ook zijn aanmerkingen bekend op de voorgestelde nieuwe staatsregeling. Er moet meer vrijheid gegeven worden ,om zich in de kolonie te vestigen. Er moet meer vrijheid van godsdienst zijn, hij wijst op de voorvallen van 1824 bij de bekering van een Israliet en 1842 de bekering van Doortje Gorsira. Er moet betere voogdij komen voor de slavenkinderen. De gelijk-berechtigdheid van alle inwoners moet beter omschreven worden, opdat...”