1 |
![](https://dcdp.uoc.cw/content/AA/00/00/00/16/00001/AA00000016_00001_00032thm.jpg) |
“...Capucijn pater Gregorius.
Pater Gregorius was de eerste pater Capucijn die zich voor de missie van Curaao had aangeboden. Hij zal later pastoor zijn in de nieuwe parochie op Westpunt en zijn laatste levensjaren slijten bij de melaatsen op het Rif. Hij zag de paters Dominicanen nog komen en stierf in 1875.
Op Bonaire was er veel werk, zodat de bisschop besloot, om pater Gregorius daar maar te laten, de pastorie moest nu vergroot worden, want de beide geestelijken zouden op de Playa blijven wonen. Rincon werd pas in 1858 een zelfstandige parochie met een eigen daar wonende pastoor.
In ,,een der voorsteden op Curaao was door de bisschop een huis gehuurd om katechismusles te geven. Die voorstad moet zeker Pietermaai heten.
Ledel ging naar Barber en secretaris Schermer zou dan door gaan met katechismusles daar op Santa Maria. De kerk staat nu op het stuk grond Rotunda, doch eerst was er een maishut op Juan Nota. Als het regende dan staken we ons hoofd onder het dak, om niet ziek te worden vertelde...”
|
|
2 |
![](https://dcdp.uoc.cw/content/AA/00/00/00/16/00001/AA00000016_00001_00053thm.jpg) |
“...Op 19-jarige leeftijd kwam hij op 18 april 1846 naar Curaao, waar hij, die zwak van gezondheid was, zou werken tot ver in de missie der paters Dominicanen tot 1889.
Eerst theoloog, daarna jong priester gewijd in 1851 door Mgr. Niewindt, is hij eerste kapelaan op Barber om te helpen en te leren.
Als echter in de latere jaren de goede gouverneur Van Lansberge aan de bisschop vraagt, om toch een vaste pastoor voor Rincon op Bonaire te benoemen, dan is Te Welscher de uitverkorene, om daar in verschrikkelijke eenzaamheid te leven en te werken.
De paters Franciscanen hadden op Rincon al een hutje, dat voor kerk diende, pater Stoppel spreekt er over in een van zijn brieven, maar als Mgr. Niewindt komt in 1824, vindt hij het maar een armoedige hut en het altaar is volgens hem: ellendig.
Pater Smit bouwde een nieuw gevalletje in 1837, dat was niet meer op de Para Mira-berg, maar beneden, daar waar
53...”
|
|
3 |
![](https://dcdp.uoc.cw/content/AA/00/00/00/16/00001/AA00000016_00001_00054thm.jpg) |
“...Pastoor op Rincon was hij tot 1 september 1873, daarna kwam hij naar de Playa. Naar Holland vertrokken in 1889, bleef men hem gedenken, want als hij in Zevenaar verblijvend zijn gouden priesterfeest viert in het jaar 1901, is ook de kerk op Bonaire stampvol, om het feest mee te vieren.
Pastoor Te Welscher had zijn zus meegenomen naar de missie om huishoudster te zijn, zij was een middelpunt van belangstelling voor de schoolkinderen van de Playa, die haar veel plaagden.
Het is alles maar heel simpel en eenvoudig, maar deze dertig jaar op Bonaire hadden grote betekenis voor de geestelijke vorming van Bonaire, dat goed katholiek werd, ook al bleven de Bonairianen niet altijd trouw, toen zij in de moderne tijd emigreerden naar Curaao en Aruba.
Toen in 1904 pastoor Te Welscher stierf, luidden de klokken ook op Bonaire en de kranten schreven een paar regels over dit wel bestede leven.
Nu, vijftig jaar later, was het moeilijk zijn leven te beschrijven. Hoe armoedig de toestand op Rincon ook voor...”
|
|
4 |
![](https://dcdp.uoc.cw/content/AA/00/00/00/16/00001/AA00000016_00001_00070thm.jpg) |
“...deeld: er was k Rincon, als de prefect komt vormen in 1831, gaat hij ook apart vormen in Rincon, dat eigenlijk pas een aparte parochie werd in 1858, doch altijd reeds apart bestond met een hut en later een stenen kerkje. De priesters woonden nog altijd op Antriol ook al was de kerk sinds Eisenbeil verderop en moesten zij er zelf een weg naar toe aanleggen door de salinja, werk van pastoor Smit in de veertiger jaren. Antriol was de hoofdplaats tot de boten niet meer konden binnenvaren daar die Kralendijk alles afsloot. Later kwam dan ook de pastorie bij de kerk, wat goed was om ook hen die naar Tera Cora waren gevlucht in de cholerajaren, te blijven bereiken. In de stukken van het jaar 1847 wordt er gesproken over een viering van een jubeljaar, een jubilee, zowel op Curaao als op Bonaire, het is niet bekend welke jubilee bedoeld is.
Als men zo het leven van bisschop Niewindt leest, dan denkt men misschien dat het hele leven een succes-story zal worden, eerst zijn werk als prefect van 1824-1842...”
|
|