| 1 |
 |
“...haven af tot aan het einde toe, daar,
waar dezelve zich vereenigt met eene groote ruime baai,
het Schottengat genaamd, heeft men midden svaarwaters
eene geregelde diepte van 10, 12 en 13 vademen (170,
204 en 221 palmen). Op den top van den berg, die den
hoek uitmaakt van het Schottengat en den oostwal der ha-
ven, ligt het iovi Nassau, hetwelk de haven bestrijkt.
De stad ligt aan beide oevers. Het gedeelte op den
ooster oever heet de Willemstad, dat op den westwal de
Autra handa, (dat is, andere zijde). Op een derde der
lengte van de haven stuit de Willemstad tegen een ondiep
meer, van drie kwart mijl lengte, het Waaigat genaamd,
hetwelk door eenen mond van 2 vademen (34 palmen)
diepte gemeenschap met de haven heeft....”
|
|
