1 |
|
“...is om aan te looden. Men treft die rol-
lers somtijds tot op 3 en vadem diepte aan. Zij doen
kleine vaartuigen zwaar slingeren, waarom deze dan- ge-
noodzaakt zijn, met kracht van zeil, bij den wind op,
uit den wal te loopen.
Aan het meerder effen water zal men wel kunnen ont-
waren wanneer men die bank voorbij is j ook zal men
dan in het land eene merkbare opening zien, even als de
monding eener kleine rivier en westelijker op nog eene
dergelijke, doch wijdere, opening. Deze laatste zuid heb-
bende is men de Coro/ir-bank stellig voorbij en men
kan den wal weder meer naderen.
Meer westwaarts op heeft men wel eenige merkbare boo-
men in het zigt, doch aan deze heeft men gcene goede
herkenning en men bekomt die eerst weder, wanneer men
langs het strand nogmaals een verbrand bosch bemerkt,
hetwelk echter niet altijd duidelijk te onderscheiden zal
Wezen. Dit voorbij zijnde, zal men weldra de plantage
Gordon te zien krygen, gelegen op eenen uithoek en...”
|
|
2 |
|
“...het wordt zelfs aangeprezen om er f digi onder
te loopen, ten einde des nachts met de landwinden en des
daags met de, dikwerf plaats hebbende, westelijke koeltjes
zijn voordeel te doen, f wel er ver van af te blijven op
dat men niet vervalle in de veranderlijke valwinden en
zware buijen, afgewisseld door stilten, die het natuurlijk
gevolg zijn van onder de lij van hoog bergachtig land te
wezen. Doch men moet zich daarom niet voorstellen dat
men, digt onder den wal zeilende en den landwind heb-
bende, altijd vrij zal blijven van de stilten. Ook daar zijn
zij menigwerf ondervonden. De noordknst is, even als die
van Grande terre schoon. De klippen en kleine eilan-
den, welke er buiten gelegen zijn, zijn allen boven water
en duidelijk zigtbaar.
Gewoonlijk trekt de stroom hier nog al sterk om de N.W.
ANTIGUA.
Dit eiland is slechts middelmatig hoog en kan dan ook
op niet meer dan 6 of 7 mijlen afstauds gezien worden.
Hel is zeer rolsachtig, vooral aan de kusten, doch heeft
gcene uitstekende hoogten...”
|
|