1 |
|
“...Graaff, wendde
met de volgende bezwaren:
1. dat niet alleen voorraad van alle soorten van provisin en
oorlogsammunitie bijna dagelijks en openlijk door de in-
woners van St. Eustatius aan zijner Majesteits gerebelleerde
onderdanen geleverd wordt, maar dat zelfs schepen op het
eiland bemand en uitgerust worden, met het expres en
kennelijk voornemen om op de schepen van Zijne vreedzame
en getrouwe onderdanen te kruisen en die prijs te maken;
a. dat in het bijzonder n schip, genaamd The Baltimore
Hero, dusdanig bemand en uitgerust, op of omstreeks...”
|
|
2 |
|
“...116
den 21*'' November 1.1. onder zekere vlag, bekend als die
van het Vasteland Congres, actueel en op een rooversche
wijze, bijna onder het bereik der batterijen van St. Eustatius,
aangetast en genomen heeft een brigantijn en lading, van
het eiland St. Eustatius vertrokken als het eigendom van
een Engelsch onderdaan, terwijl genoemde Baltimore Hero,
na deze zeerooverij openljjk te hebben begaan in het gezicht
der Hollandsche foi'ten, met de vlag in top ter reede van
St. Eustatius is teruggekeerd en aldaar met alle teekenen
van hulde en bescherming is ontvangen;
30. dat een gewapend vaartuig, genaamd Andrew Doria,
gecommandeerd door kapitein Eobertson, in dienst zijnde
van en beboerende aan de Amerikaansche rebellen, omtrent
medio November 11. openlijk ten anker is gekomen ter reede
van St. Eustatius, met een vlag in top bekend als die der
rebellen, en aldaar het fort Oranje met 13 schoten gesa-
lueerd heeft, welk saluut, met de plechtigheid, verschuldigd
aan de vlag van een onafhankelijken...”
|
|
3 |
|
“...en naar het hoofd slingerde, insolentin, die
zijne Meesters zouden weten te beteugelen.
Verdere correspondentie tusschen de Graaff en Greathead
leidde tot niets dan tot een wisseling van hatelijkheden. Greathead
wendde zich daarom tot den gouverneur-generaal der Engelsche
West-Indische eilanden. Lord Germain^ en deed hem verslag van
al het voorgevallene, daarbij als zijn gevoelen te kennen gevende
dat ofschoon hij wel niet het wettig en overtuigend bewijs
had verkregen, dat de kaper Baltimore Hero het eigendom van
een Hollandsch onderdaan was dit toch, (zoowel als de andere
punten van beschuldiging), tot zijne satisfactie was bewezen.
Lord Germain stelde alle stukken in handen zijner Regeering,
die door haar gezant in den Haag, Ridder Yorke, op hoogen
toon van de Staten deed eischen de terugroeping en afzetting
van de Graaff als gouverneur. De Staten gaven hierop den
gezant te kennen, dat het niet hunne gewoonte was, hunne
dienaren onverhoord uit hun dienst te ontslaan, en dat zij daarom...”
|
|
4 |
|
“...bewijs van zoodanige conni-
ventie, als men mij ten laste legt ? Waar is de probatie? het
op den voorgrond stellende dat iemand, die klachten inbrengt,
die ook dient te staven en dat de aangeklaagde niet gehouden
is hare onwaarheid of ongegrondheid te bewijzen.
Het tweede punt van klachte behandelde de Graaff op spot-
tenden toon, nadruk leggende op het woordje bijna. Hij
merkte aan: in deze zijne handeling niets ongepermitteerds,
niets nadeeligs ten regarde van hem zelven te zien. Was de
Baltimore Hero Ujna onder het bereik van het geschut der
batterijen van St. Eustatius en dus niet binnen het bereik...”
|
|
5 |
|
“...122
De spotachtige toon, die de G-faaff op het tweede punt van
aanklacht aanslaat, ontzenuwde die in geenen deele. Het was
immers niet de quaestie of hij de handelingen der Baltimore
Hero had kunnen voorkomen; de vraag was of het met de
bestaande vriendschappelijke betrekkingen tusschen Holland en
Engeland overeen was te brengen, om dat schip, nadat het een
Engelsch vaartuig had veroverd, op de reede van St. Eustatius
toe te laten, het faciliteiten te verleenen en het daarna onge-
hinderd met zijn prijs te laten vertrekken. Doch dat punt
raakte.de Graaff wijselijk in het geheel niet aan.
Ten aanzien van het derde punt van aanklacht kan men
de Graaffs verdediging moeielijk anders noemen dan een uit-
vlucht. Aannemende, dat men kon spreken van een oorlogs-
schip, waar het betrof een vaartuig van rebellen, die zich nog
niet tot een erkenden, onafhankelijken staat hadden gevormd;
aannemende, dat men zulk een vaartuig niet als kaper of zeeroover
zou quallflceeren de vraag was niet zoozeeer of...”
|
|