Your search within this document for 'brant' resulted in four matching pages.
1

“...gestelt waer, maer wierden met eenige Canon-schoten soo begroet, dat haest vertrocken. Waren noch al besigh om ordres te stellen, soo te Water als te Lande, stierende den onweerbaren hoop, als Sleeken, Vrouwen en Kinderen na het Victualie schip de Sphaera-mundi. Tegen den avont rapporteerden onse Troupen, dat den Vyant in de Palmyt-Baey geanckert, en in de selve met 28 soo Boots als Chaloupen gelant was. Den 22 dito vernamen den Vyant op het Gebergte, waer op wy de Huysen rondom het Fort in den brant staecken, om den Vyant de advantagie te benemen, om daer in te logeren, hadden nu in elcken hoeck van onse Sterre-Schans een Batterye gereet van 2 Stucken Canon, en een van 4 in ons onvolmaeckt Bolwerck, dat met Tonnen in plaets van Borstweeringh hadde opgeset, stelde op alles ordre tot defensie, s Nachts attacqueerden...”
2

“...aen t Fort, dat stormden, maer wierden soo gerepousseert, dat na drie vergeefse aenvallen, mosten retireren, naerlatende haer Storm-gereedschappen, en wel 150 Dooden, waer onder veel principale Officieren, mede slepende over de 200 Gequetsten, so ons de Gevangens rapporteerden; ondertusschen abordeerde t eerste van de Fransse Schepen t Schip Leyden, zynde t uytterste van de Halve-Maen Schepen, so gerangeert ten Ancker leggende, en raeckten so gelijck in brant, dat geen kleyne voortgang nam, also dat daer na t Schip Cruyningen mede in brant raeckte, t welk aenstonts gevolgt wiert van t aensienlijck Schip van Mr. Ie Comte d Estre, gemonteert met 72 Metale stucken en 445 Koppen; en heeft voor den heelen dagh geduurt met schieten en weder schieten, soo dat eyndelyck de Schepen de Star, Popjesburgh en Middelburgh (na dat de laetste eerst alle syn Rondhout was afgeschooten) mede zyn verbrant; De Fransse vonden sich oock in soo een benaeuwde hoeck, dat alle voor Sonnen ondergangh sich nergens mede...”
3

“...na de laegte, daer de Fransse verhuyst waren, stekende 4 a 5000 Fascinen, by de Fransse gemaeckt, in de brant; waren nu buyten reyck van ons Canon, soo dat alle vlyt aen-wenden hare Schepen te redden, gelyck wy oock deden. Den 7 stuurde een partye na de groote Baey, om dat ge- waerschout wierde daer eenige Franssen te zyn, doch keerden te rugh, sonder een Fransman vernomen te hebben; nae de middagh quam een Tamboer het Fort eysschen, nevens de Gevangens, maer wiert af-geslagen. De 8 dito vernamen geen Fransse meer op den Bergh, stierden daer een partye na toe, die de Fransse vertrocken vont, mede brengende veel Hant-granaden en eenigh Schiet- geweer. Den 9 dito gingh een kleyn Frans Yaertuygh zeil, blyvende noch leggen repareren 7 Schepen, soo groot als kleyn, krygende een Overlooper, mede brengende dat de Fransse des nachts souden soecken de 2 by ons genomen Fransse Schepen in brant te steken, gelyck zy ondernamen, maer wierden af-gewesen. Den 10 kregen de Fransse een Barck, voor ons komende...”
4

“...sich teenemael op t Lant bevindende, kon niet beletten dat hy strande. De Fregatten volgden, en setten sigh op een Pistool-schoot by de Wint Men kan sigh de schrick en t gevaer van dit Gevecht niet inbeelden, na dat al dese Schepen in een besloten Plaets waren gekomen, waer sy onder een gemengt, en soo na aen malkan- der waren : Den Marquis was deerste van de onse die verbrant wierdt, sijn verlies was doodelijck aen twee Vyants Schepen, die door het Vuur van sijn Wrack wierden verteert: dese Brant storte voorts op die geene, die de naeste waren : de Vyanden die niet gelooft hadden dat men in de Haven kon komen, hadden haer Vrouwen, Kinderen en Negers in twee Fluyten gebracht, die teenemael verteert wierden. In dit oogenblick wierpen de Canoniers van de Glorieux, die de Vlagh voerden, het Vuur door de Achter-uyt-schut- poorten in een Schip, t welck het abordeerde; de Vlam quam er wel haest in, en gesprongen zijnde, bedeckte het de Glorieux met de brandende stucken, welcke het verbranden...”