Your search within this document for 'sosten' OR 'pa' OR 'man' resulted in 14 matching pages.

You can restrict your results by searching for sosten AND pa AND man.
1

“...heeft om rijpe bladeren te leveren, hangt af van hare levenskracht en van de min of meer gunstige omstandigheden van klimaat en bodem. Volgens Dr. Morris en den heer Dodge kan drie jaar na het planten met het oogsten van de bladeren een aanvang worden gemaakt (K.B. 1887, No. 3 en Dodges Report No. 3). De heer Pierce noemt den tijd, op geschikt land in Yucatan, vier jaar of minder, doch hij voegt daaraan toe, dat men daar in den regel eerst met het vijfde jaar begint te oogsten. Dr. Perrine, de man aan wien Florida zijn sisal-industrie dankt, noemt vier a vijf jaar als de tijd, dien de plant ter ontwikkeling noodig heeft (K.B. 1887, No. 3). Er bestaan geen bijzondere kenteekenen voor de rijpheid der bladeren dan alleen dat rijpe bladeren zich hoe langer zoo meer van den horizontalen stand verwijderen en soms eenigs- zins donkerder van kleur zijn dan onrijpe bladeren. Bij het oogsten komen dan ook de onderste bladeren het eerst in aanmerking, en zoo krijgt elk blad, naar zijn plaats om den...”
2

“...daarna in zout water te leggen, dat altijd bij de hand is. Na ongeveer een week tijds kan dan het plantenvleesch met de hand verwijderd en de vezel afge- "scheiden worden. Door deze bewerking gaat weinig vezelstof verloren en men berekent, dat een man, vrouw of volwassen jongen of meisje, deze behandeling volgend, dagelijks 23 a 28 K.G. vezelstof kan leveren. In de geheele kolonie is deze wijze van bewerking aangenomen en zoo is dus, in wat ge- "durende eenigen tijd geacht werd de ontbrekende schakel te zijn, op afdoende wijze voorzien. (K. B. 1894, No. 96). Op groote schaal wordt de afscheiding van de vezel op goedkooper wijze verkregen door het gebruik van machines, als de; Death d; Harris (vereischt stoommachine van 3 paarde- kracht en 3 man voor de bediening; Albert Works, Leicester, Eng.); Prieto Hermanns (waarover later); Villamore (vereischt...”
3

“...machine van 1.5 paardekracht en 3 mannen; produceert 2700 K.G. vezel per dag en kost $ 500.-; Krajeioski Pesant^ 35, Broadway, hfew-York); Weicher (vereischt machine van 12 paardekracht en 3 man; levert 1136 K.G. vezel per dag; J. J. Weicher^ 108, Liberty Street, New-York); van Buren, Stephan, Thebaud, Lehmann (vereischt machine van 2 paardekracht en 2 man; produceert 250 K.G. vezel per dag en kost $ 325.; Ernest Lehmann, mechanical engineer, Manchester, Eng.); Bara- clough (vereischt machine van 3 paardekracht en 2 man; produ- ceert 500 K.G. vezel per dag, weegt ongeveer n ton en kost £76. ; Thos. Barraclough, 20 Bucklersbury, Londen, E. C.); Maden-, Albe Smith-, Keene en Todd. Van al deze machines schijnt de laatstgenoemde, voor onder- nemingen van niet al te groote uitgestrektheid althans, de beste te zijn. Ter beoordeeling van deze machine, die volgens actueel gedane proeven op de Bahama eilanden van 21000 a 24000 bladeren per dag van 9 werkuren afwerkte (terwijl men dacht dat dit ...”
4

“...heeft men hierop iets gevonden: op plantages van circa 40 H.A. (1000 mecatl = 42.13 H.A.) gebruikt men voor het braken van de bladeren alleen het braakrad uit de Death & Harris machine. Dit wiel, ruim 1 meter in middellijn, met een randoppervlakte van ruim 32 c.M., bij een dikte van 0.0375 M. vereischt voor beweegkracht een machine of een windmolen van li/o p.k., wordt door twee mannen of door n man en n jongen bediend en maakt per dag 9000 bladeren schoon. (K. B. 1893, No. 80). De prijs wordt door den Engelschen consul te Merida opgegeven als 625. opgezet in de fabriek (K.B. 1893, No. 80). (Aan de fabriek kost dit wiel met toe- behooren ruim 260. volgens schrijven der fabrikanten, dd. 14 April 1.1.) Naar gelang van de behoefte schaft men zich meerdere braakraderen aan en men berekent, dat n rad vereischt wordt voor elke 40 a 50 H.A. (K.B. 1887, No. 3). In Yucatan weten de inlanders met deze machine of raspador, hoe primitief zij ook zij, zeer handig om te gaan. De vezelstof, hetzij uit...”
5

“...dagloonen van arbeiders hier goed- kooper zijn. Dat het daarenboven bij elke onderneming zaak moet blijven de onkosten zoo laag mogelijk te houden, zal wel niet behoeven betoogd. En last but not least men vergete niet dat, hoe klein de winst der cultuur ook zij, zij toch altijd een opbrengst blijft, getrokken van gronden, die anders niets zouden hebben opgebracht. Het is moeielijk om van de sisal-cultuur afscheid te nemen zonder met een kort woord gewag te maken van Gouverneur Sir Ambrose Shea, den man, aan wien de Bahama-eilanden hunne sisalindustrie hebben te danken. Wat Gouverneur van Baders eens voor Curasao was, zou later Gouverneur Shea voor de Bahama-eilanden zijn. Evenals van Baders had ook hij met talrijke moeielijkheden te kampen, en evenmin als zulks het geval was met van Baders, zijn zijne verdiensten steeds en door iedereen gewaardeerd. Pogingen om een nieuwe cultuur te vestigen, merkt Dr. Morris zeer terecht op, geven veel moeite en zijn vaak kostbaar. Daar Engeland als regel zijn...”
6

“...overzicht in het drogen verkrijgt men soms een minder witte vezel, de zoogenaamde roode hennep, die 25 a 50 /o minder doet dan de beste vezel (K.B. 1893, No. 80). Zulke variteiten, met goede vezel vermengd, aan de markt te brengen zou natuurlijk schade doen aan een reeds gevestigde markt, om niet van een nog te etablisseeren markt te spreken. In 1897 werd op de markt te Hamburg goede vezel grif en tegen goede prijzen verkocht, doch men ondervond moeielijk- heid om balen van dubieus gehalte aan den man te brengen (Jahresbericht, 1897, L. Riebow). In Yucatan en op de Bahamas schijnt men thans ook bezig te zijn echte sisal vervalscht te...”
7

“...Kalkoen calacuna uit het H Visch piscd uit S pescado Ket rda S red Koe baca S vaca Stier toro S onveranderd Ezel buricu S borrico Paard cabai S caballo Hond cach S cachorro (hondje) Kat pushi H poesje Lam lamchi H. lammetje Varken porco P onveranderd Kat djaka E jacchus? (zeker eekhoorn) Kind muchd S muchacho Man homber S hombre Vrouw moh S mujer Jongen muchd homber letterlijk kind-man Meisje muchd moh letterlijk kind-vrouw Vader tata S wordt soms tayta gebruikt Moeder mdma van mama Zoon jiu homber S hijo; letterlijk mannelijk kind Dochter jiu moh') S hij a;letterlijk vrouwelijk kind Broeder 7'uman homber uit S hermano Zuster ruman moh~) uit S hermano Oom oom even als H tanta ^ uit H tante ) of moei Tante ook mochi Peetoom padrina S padrino Peettante madiina S Tweelingen ohochi uit S morochos 1) De j wordt hier als in H uitgesproken. 2) De woorden homber en moh worden bij broeder gevoegd, om tusschen broeder en suster te onderscheiden....”
8

“...Min yaya S aya Mensch Hnde uit S gente Hoofd Cabs S cabeza Haar Cabei S cahello Oor orea S oreja Voorhoofd frenta S frente Oog toowo P olho ^ P mam Hand man { F main Neus nanishi S nariz Mond boca S onveranderd Lip leep uit het H Tong lenga S lengua Verhemelte shelu di boca (hemel van den mond) Rug lomba uit S lomo Lichaam ciirpa S cuerpo Arm brdsa S brazo Elleboog cotovelo P onveranderd Vuist moquete Dit woord beteekent in S een slag in het aangezicht Nagel huila S una Knie rudia S rodilla Voet pia S pi Hiel hielchi H hieltje Teen dede pia P dedo do pe Been wesu S hueso Brein sesu S seso Maag stoma S estmago Tand djente S diente Bloed sanger S sangre Speeksel scupi uit het S werkwoord escupir (spuwen)...”
9

“...112 . 30 man naar St. Martin zond, om op cle erkenning van de rechten der Franschen aan te dringen. La Tour droeg aan Thomas voor, dat de Franschen, na de Spanjaarden, in 162-5 het eerst van St. Martin hezit hadden genomen en dat de Poincy, volgens het patent aan hem verleend behalve van St. Kitts, St. Croix en St. Barths (St. Bartholomeus), ook Heer van St. Martin was, zoodat eigenlijk het geheele eiland den Franschen toebehoorde, waarom er dan ook geen bezwaar kon bestaan tegen den eisch om hen in het bezit te stellen van het gedeelte, dat hun in 1640 was toegewezen. Thomas bracht hiertegen in, dat het eiland, na door de Franschen omstreeks 1629 vrij- willig te zijn verlaten, door de Hollanders was in bezit genomen, zoodat het eiland hun rechtmatig toekwan, terwijl de over- eenkomst, in 1640 gesloten, niet als een geldig verdrag kon worden aangemerkt, daar beide partijen gehandeld hadden zonder machtiging hunner regeeringen. La Tour moest dus onverrichter zake naar St. Kitts terugkeeren...”
10

“...124 van 600 man werd aan wal gezet en de stad en het fort van af de re gebombardeerd. Na enkele dagen waren de Engelschen genoodzaakt te capituleeren en gaven zij het eiland over, onder beding van vrijen aftocht naar St. Kitts. De onzen hadden bij deze gelegenheid bijna geen verliezen te betreuren, behalve in den persoon van kapitein Auske Fokkes^ die met de man- schap geland was en, door te groeten yver verhit, het slacht- offer van het klimaat werd. De buit, die den vlootvoogden in handen viel, was daarentegen ,.zeer aanzienlijk en bestond, onder anderen, uit 19 stukken geschut, 200 slaven en een menigte suiker. Bij deze verovering hadden de vlootvoogden echter het verdriet te moeten ondervinden, dat de Nedeiiandsche kolonisten den Engelschen in de verdediging van het eiland behulpzaam waren. Of dit geschiedde door pressie van Engelsche zijde, uit sympathie voor het Engelsch bestuur of uit vrees voor hetzelve men kon er toch op rekenen dat de Engelschen na het vertrek van de Hollandsche...”
11

“...de Eepubliek en Engeland, lustte hij te Curacao zijn schip voor deze onderne- ming uit, daar hij vernomen had, dat de Hollanders van het eiland door de Engelschen -werden mishandeld. Op een nacht op de reede van St. Eustatius ten anker gekomen, landde hij met 12 man. Door de wacht aan de baai aangeroepen, ant- woordde Reyning^ dat hij kapitein Morus van Jamaica was, gekomen om Jan Erasmus Reyning in handen te krijgen, die vermoed werd op het eiland te zijn, waarop de wacht ant- woordde, dat dat geen gemakkelijk werk zou zijn, alzoo die vogel niet ligt te vangen was. Aldus sprekende naderbij ge- komen, viel Reyning plotseling de wacht aan en nam haar gevangen, waarna nog eenigen van zijne manschap landden. Ten getale van 30 man beklom deze troep nu in alle stilte den berg, waarop het fort lag, dat eveneens werd overrompeld. Nadat de Engelsche Gouverneur aan Reyning echter mededee- ling had gedaan van het sluiten van den vrede, bood de kapitein zijne verontschuldigingen aan en vertrok weder...”
12

“...127 een schadevergoeding, doch de Fransche bevelhebber weigerde hardnekkig aan deze eischen te voldoen, waarop Binckes 500 man aan wal zette, onder bevel van Reyning^ om het eiland gewapenderhand te nemen. Aan wal gekomen, bevond de Commandeur dat de Fran- ,,schen zich achter een hooge en steile borstwering hadden verschanst, tot welke de toegang door de bijliggende bergen en een zeker water zeer moeielijk was. Hij oordeelde het echter, tot handhaving van de eer der wapenen van den Staat, plicht, het eenmaal begonnen werk niet op te geven, maar de borstwering, het kostte wat het wilde, met geweld te moeten innemen. Te dien einde liet hij, gedurende den nacht, eene scheepsboot en drie sloepen een eind weg over land dragen en in het vermelde water brengen, waarmede hij zijn volk tot in de nabijheid der borstwering deed overvoeren. Met het aanbreken van den dag begon men de vijandelijke verschansing uit het kanon te beschieten, hetgeen door de Franschen op dezelfde wijs beantwoord werd. Dit...”
13

“...het belang der vloot, voornamelijk wijl het orkaanseizoen op handen was en de vloot bovendien gevaar liep gebrek aan levensmiddelen te krijgen door de 700 slaven, die men in de Fransche kolonies had ge- nomen en ingescheept, waarbij zich nog een honderdtal planters dier plaatsen hadden gevoegd ter kolonisatie van Tobago. Binckes zond daarom drie schepen van oorlog, onder bevel van kapitein Jan Bont, met deze kolonisten en ruim 400 slaven naar Tobago, terwijl hij zelf met de rest der vloot den SOsten Juni naar Hati vertrok doch, daar vernemende dat de Fransche admiraal cl'Estres Tobago bedreigde, snelde hij dat eiland te hulp. Terstond na het vertrek der Hollandsche vloot namen de Franschen, die zich na hun nederlaag in de bosschen op de bergen hadden schuil gehouden waarom Binckes dan ook vermeldt niets verders omtrent hen vernomen te hebben weer bezit van hun gedeelte van het eiland, hetgeen de weinige Hollandsche kolonisten niet konden of niet wilden verhinderen, terwijl de Franschen...”
14

“...eiland aandeden, te doen eerbiedigen. A Het was Binckes mogen gelukken hij tijds te Tobago aan te komen om daar het Fransche eskader onder admiraal d'Estres te noodzaken van de verovering van dat eiland af te zien. In Kovemher van hetzelfde jaar (1677) hernieuwde dK-sire'es echter zijn operaties tegen het eiland en ditmaal met heter gevolg. Een hom, die in het kruithuis terecht kwam, deed dit in de lucht vhegen, door welk ongeluk Binckes en de meeste Hol- landsche officieren, benevens een 300 man, werden gedood, waarna het Hollandsch eskader totaal werd geslagen (12 Dec. 1677). DEstres stevende nu ook naar St. Eustatius, dat hem door de Engelschen, die het bezet hielden, werd overgegeven, doch hij den vrede van Nijmegen (1678) werd het eiland weder aan de Republiek gerestitueerd. Gedurende een tiental jaren bleef St. Eustatius nu van vijandelijke aanvallen verschoond. In 1689 echter brak tusschen Engeland en Frankrijk de oorlog opnieuw uit, de Republiek werd daarin meegesleept en de korte...”