Your search within this document for 'paden' resulted in one matching pages.
1

“...overgaat worden de wortels der jonge planten kort afgesneden en de onderste bladeren verwijderd. Op vooraf van boomen, struiken en heesters schoongemaakte akkers worden de planten, als zij 40 a 50 centimeter hoog zijn, op geregelde afstanden in ondiepe gaten, in rijen geplant en door een paar steenen of aardkluiten ondersteund om hen recht te houden, daar, indien de planten schuin groeien, zij elkaar bij hunne verdere ontwikkeling hinderen. Ook dient men zorg te dragen om op geregelde afstanden paden te laten voor het latere vervoer van de bladeren naar de braak- machine (K. B. 1887, No. 3 en Dodges Report No. 3). Op sommige plantages zijn, schijnbaar met goede resultaten, proeven genomen om de jonge plantjes eerst te poten, nadat zij in hoopen gedurende een paar maanden inde zon gelegen hadden en de verdroogde wortels en bladeren verwijderd waren. Ofschoon de planten door die wijze van behandeling oogenschijnlijk veel lijden en er gedurende de twee eerste jaren armzalig uitzien, ontwik- kelen...”