1 |
|
“...het hem op dat kleine, arme eilandje mocht geluk-
ken drie leden voor het Genootschap te winnen.
Op verzoek van het correspondeerend lid te Saba werd
in diens plaats benoemd de Heer R. L. Hassell, onderwijzer
aldaar.
Aan belangstelling ontbrak het der Vereeniging gedurende
het afgeloopen jaar niet:
Het Koninklijk Instituut voor de Taal-, Land- en Volken-
kunde van Hederlandsch Indi deed, bij zijn schrijven van 18
September 1897, aan het Genootschap de zeer op prijs gestelde
mededeeling, dat het na ontvangst der Statuten van het...”
|
|
2 |
|
“...Bestuur verslag
van den staat der werkzaamheden van het Gnootschap ge-
durende het afgeloopen jaar en rekening en verantwoording
van het beheer der geldmiddelen en bezittingen.
In die vergadering heeft de gewone aftreding en benoeming
van leden des Bestuur-i plaats.
Het Jaarlijksch Verslag wordt gedrukt in de bijdragen.
Abt. 17.
Voorstellen van leden maken, na die van het Bestuur,
een onderwerp uit van dadelijke behandeling in de Algemeene
Vergadering, voor zoover de tijd het toelaat en het Bestuur
daartegen geen bedenking heeft. In het tegenovergestelde geval
wordt de behandeling verdaagd, het voorstel bij het Bestuur
overwogen en, na zijn praeadvies, in de volgende Algemeene
Vergadering behandeld.
Art. 18.
De besluiten der Algemeene Vergadering worden genomen
bij meerderheid van stemmen. Bij staken der stemmen heeft
de Voorzitter een beslissende stem.
Art. 19.
Tot het houden eener Algemeene Vergadering wordt de
tegenwoordigheid van een derde der op het eiland Curagao
wonende leden en l...”
|
|
3 |
|
“...Een nieuwe Cultuur voor de Kolome CURAQAO.
De meening, dat het mogelijk is om aan den bodem van
het droge en dorre Curagao eenige den arbeid loonende pro-
ducten te ontleenen ^), heeft nooit veel ernstige aanhangers
gevonden. Een gevolg daarvan is geweest dat, na het bestuur
van gouverneur van Baders^ zelden, indien al ooit ^), eene
poging is gedaan tot ontwikkeling van den kolonialen landbouw;
Bestuur nog particu leren maakten werk van dien eenigen
onwrikbaren en duurzamen grondslag van den rijkdom der
volken. Vreemd is dat moeilijk te noemen: dorre gronden
en zeldzame regens, gepaard aan een der energie doodend
klimaat, zijn zeker niet aanmoedigende factoren in pogingen
tot bevordering van den landbouw, dat plechtanker der tro-
pische kolonisatie ^). Het gevolg daarvan is echter geweest,
dat de landbouw hier op zeer lagen trap van ontwikkeling is
blijven staan. De moderne gereedschappen en de nieuwere
methodes van bemesting en verbouwing zijn ten eenenmale
1) Aangehaalde woorden, indien...”
|
|
4 |
|
“...van hebben geplukt;
de Curagaosche hennep al was het dan ook niet de sisal
zou zich een naam op de markt veroverd hebben en men zou
de pogingen van genoemden heer op dit gebied niet meer als
belachelijk willen voorstellen, zooals thans, helaas, nog door
enkele als regel energielooze planters geschiedt.
Een aanleg van 4 hectaren is echter veel te klein om een
proefneming met de furcraea-cultuur te kunnen worden genoemd.
Hoogstens zou men dien een kweekerij voor jonge planten
kunnen noemen. Eerst na 10 jaren verwacht de heer Henriquez
jonge planten van dezen aanleg, die deze dan ook in genoeg-
zame hoeveelheid voor eenige cultures zal leveren. Voor zoo-
ver mij bekend is er verder geen apder planter op de eilanden
dezer kolonie, die de furcraea of eenige andere soort van pita
aangeplant heeft, anders dan om hier en daar als omheining
dienst te doen, en ik betwijfel dan ook of er op dit eiland
kosteloos of met geringe kosten een voldoend aantal jonge
planten te verkrijgen zal zijn om een w...”
|
|
5 |
|
“...van alle agaves. Ik heb Bahama hennepplanten gekend die,
na drie maanden lang op den grond aan de zonnestialen te
zijn blootgesteld geweest, zeer krachtig opgroeiden, nadat zij
werden geplant. (K. B. 1892, 71.)
De Heer A. Fierce, Engelsch vice-consul te Merida (Yucatan),
zegt in zijn Jaarlijksch Rapport, 1892, over de cultuur van
deze plant:
Steenachtige grond is het geschikst voor deze plant, en
verder vermeldt hij, dat de uitbreiding van de cultuur in
Yucatan wordt belemmerd door gebrek aan voldoende werk-
krachten, waarin slechts moeielijk zal kunnen worden voorzien
wegens de groote hitte van het klimaat. (K. B. 1893, N**. 80.)
Dr. Morris, die op last zijner regeering een persoonlijk onder-
zoek instelde naar de sisal-cultuur in Yucatan en Florida en die
later een vacantietijd van zes maanden op de Bahama-eilanden
doorbracht, behandelt de cultuur der agave in het Kew Bulletrn
van Maart 1887, en zegt daaromtrent, dat het land, in Yucatan
voor de cultuur gebezigd, van een zand- en steenachtig...”
|
|
6 |
|
“...verkrijgen,
terwijl de geregelde veertiendaagsche vaart der stoomschepen
van den Koninklijken West-Indischen Maildienst een zeer
geschikte gelegenheid aanbiedt ter overbrenging van de planten.
Mits goed gepakt, behoeft men voor het sterven van de plantjes
op reis niet te vreezen. De heer Bodge haalt omtrent hunne
levenskracht het volgende voorbeeld aan:
In Maart 1890 werd een stuk van een bloemstengel met
een aantal zich daarop pas gevormd hebbende plantjes, van Key
AVest verzonden (naar Washington). Na onderzoek werd de kist,
die hen inhield, op zijde gezet en er werd niet meer naar
omgekeken tot in Juni. De planten werden levend en in goeden
staat bevonden. Tegen den eersten November werd de kist
wederom onderzocht; de planten waren blijkbaar een weinig
gegroeid en acht er van werden in den wintertuin (te Was-
hington) gebracht en in potten geplant. Zij frischten terstond
op, groeien nu (1891) goed en zullen goede planten worden.
(Dodges Report, No. 3.)
Op de Bahama eilanden bestaat er, vermeen...”
|
|
7 |
|
“...leveren, die bij het sorteeren veel last bezorgt en veel tijd doet
verloren gaan (K.B. 1887, No. 3 & 1893, No. 80).
Ter uitbreiding van de cultuur zijn deze loten zeer geschikt
en zelfs stond Dr. Morris in 1896 de meening voor, dat zij
krachtiger planten opleveren dan die van den bloemstengel
(Moeeis Report).
Op de Bahama eilanden wordt op sommige plantages het
schoonhouden van de akkers overgelaten aan de schapen, die
met graagte het onkruid en de jonge scheuten van boomen en
heesters vreten, na de eerste schoonmaak van den grond gedurig
opschietend, terwijl zij de jonge sisalplanten geen schade doen
(Dodges Report, No 3).
Ofschoon de sisal een echte lucht- en lichtplan! is en, een-
maal groeiend, door schaduw in haar groei belemmerd wordt,
schijnt echter een weinig schaduw, als de planten pas op de
velden zijn overgebracht, goed voor hen te zijn Op de Bahamas
en in Florida plant men dan ook soms gewone masboonen en
andere groenten tusschen de rijen, hetgeen natuurlijk een addi-
tionneel...”
|
|
8 |
|
“...Stuit men "bij het planten op een soliede rots, dan plant men
een weinig verder op in de rij en liefst niet ter zijde daarvan
(Dodges Report, No. 5).
De tijd, die de plant noodig heeft om rijpe bladeren te
leveren, hangt af van hare levenskracht en van de min of meer
gunstige omstandigheden van klimaat en bodem. Volgens Dr.
Morris en den heer Dodge kan drie jaar na het planten met
het oogsten van de bladeren een aanvang worden gemaakt
(K.B. 1887, No. 3 en Dodges Report No. 3). De heer Pierce
noemt den tijd, op geschikt land in Yucatan, vier jaar of
minder, doch hij voegt daaraan toe, dat men daar in den
regel eerst met het vijfde jaar begint te oogsten. Dr. Perrine,
de man aan wien Florida zijn sisal-industrie dankt, noemt
vier a vijf jaar als de tijd, dien de plant ter ontwikkeling
noodig heeft (K.B. 1887, No. 3).
Er bestaan geen bijzondere kenteekenen voor de rijpheid
der bladeren dan alleen dat rijpe bladeren zich hoe langer zoo
meer van den horizontalen stand verwijderen en soms eenigs-...”
|
|
9 |
|
“...te bekostigen. Thans is echter een bevredigende oplossing
gevonden, die een groote weldaad voor deze kolonie zal blijken
en den nederigsten hunner in staat zal stellen de voordeelen
der industrie deelachtig te worden. Het proces is even een-
voudig als gemakkelijk van toepassing; het bestaat in het
maken van een snede in het dikke eind van het blad, dat
dan open te scheuren, waardoor het binnenste bladvleesch
komt bloot te liggen, en het daarna in zout water te leggen,
dat altijd bij de hand is. Na ongeveer een week tijds kan dan
het plantenvleesch met de hand verwijderd en de vezel afge-
"scheiden worden. Door deze bewerking gaat weinig vezelstof
verloren en men berekent, dat een man, vrouw of volwassen
jongen of meisje, deze behandeling volgend, dagelijks 23 a
28 K.G. vezelstof kan leveren. In de geheele kolonie is deze
wijze van bewerking aangenomen en zoo is dus, in wat ge-
"durende eenigen tijd geacht werd de ontbrekende schakel te
zijn, op afdoende wijze voorzien. (K. B. 1894, No. 96)...”
|
|
10 |
|
“...1894, aan een zekeren heer
T. Finigan, zegt dezelfde gouverneur nog:
Het is mij een groot genoegen te verklaren, dat een zeer
naauwkeurig persoonlijk onderzoek van de braakmachine van
J. C. Todd^ die nu met goede resultaten aan het werk is op
de plantage van den heer Menenden, mij overtuigd heeft, dat zij
op afdoende wijze in alle behoeften van onze vezelindustrie voor-
ziet. Haar gang is gemakkelijk en zeer krachtdadig en zij produ-
ceert de vezelstof in goede qualiteit en met een minimum afval
Na al de herhaalde mislukkingen om een machine te
verkrijgen als wij noodig hadden, is het zeer bevredigend
voor mij, te weten, dat wij er nu een hebben, die door hare
ontwijfelbare uitmuntendheid in deze kolonie in algemeen
gebruik moet komen. (References of Todds Machine).
Deze officiele getuigenissen zijn bevestigd geworden door
de verklaringen van den Directeur der aangehaalde Mumoe
plantage en door den Heer Menendez. De eerste schreef, dd.
27 Februari 1894, aan voornoemden Heer Finigan:
In voldoening...”
|
|
11 |
|
“...Malckolm en mij;
dat 1991 rijpe en gave sisalbladeren in 49V2 minuut door de
machine gingen; dat die bladeren £240 pond (1018 K.G.) wogen,
79V2 pond (36.1 K.G.) gewasschen en gedroogde vezel leverden
en 6V2 pond (2.9 K.G.) korte vezel uit de bagasse (plaats
voor den afval). Het grootste aantal per minuut ingestoken
bladeren was 48. De vezel kwam ontward en goed schoon-
gemaakt uit de machine. (References.)
De Heer Menendes schreef, dd. 9 .Juli 1894, aan den Heer
J. C. Todd:
Het doet ons genoegen, na een maand gestadig werk,
bij voortduring onze tevredenheid te kunnen betuigen over
uwe gepatenteerde vezelmachine. Zij doet haar werk gemak-
kelijk en uitmuntend. Zij vereischt vergelijkenderwijs weinig
beweegkracht en niet meer dan twee vrouwen of twee jongens
om de bladeren in te steken en de vezel op te nemen. Zij is zeker
de beste vezel-extraheerende machine, die wij gezien hebben
en, voor zoover wij zulks kunnen beoordeelen, is zij minstens
even goed als eenige andere elders in gebruik. Wij...”
|
|
12 |
|
“...Mercuur,
18 Dec. 1897, No. 51.)
Deze machines worden geleverd door den reeds genoemden
heer Lehmann; de kneusmachine (gewicht 1800 Ibs.) voor
£65. de borstelmachine (gewicht 2000 Ibs.) voor £70. ;
de eerste vereischt een beweegkracht van IV4, de tweede een
van IVg p.k. en elk hunner kan tot acht gewone braakmachines
bedienen. Ook de heer Barraclough levert zulke machines:
een kneusmachine van grootere capaciteit (4 p k.) voor k. 59Vs
en een borstelmachine van minder vermogen (3/4 p.k.) voor
£ 50Vs.-.
Na het persen worden de balen in banden gebonden, op
de plantage zelf vervaardigd van slechte, voor verzending
ongeschikte vezel. Het aantal banden per baal noodig is 4 a 6,
naar de grootte van de baal. Bovendien wordt voor elke baal
nog een merk vereischt, in den regel bestaande uit een vierkant...”
|
|
13 |
|
“...zond, werd door hem gequalificeerd als sansevieria longiflora
en een der beste vezelproduceerders van dit plantengeslacht
genoemd. (Brief, dd. 31 Januari 11.) Uit een rapport van de
heeren Ide en Christie over monsters van de verschillende
sansevieria-vezels, hun ter beoordeeling toegezonden door de
Directie der Botanische Tuinen te Kew, zou men zelfs kunnen
afleiden, dat de vezel van de variteit longiflora de beste is,
daar genoemde heeren van de vezel van de S. cylindrica zeggen:
Dit is op n na de beste uit de gestuurde vezels en, behalve
dat zij niet zoo sterk schijnt, is zij toch bijna gelijk aan de
S. longiflora (K.B. 1887, No. 5)....”
|
|
14 |
|
“...de bladeren in
stukken van b.v. 20 a 25 centimeter lang en plaatst die in
kweekbedden, op afstanden van b.v. 10 c.M. De grond dezer
kweekbedden dient vochtig te worden gehouden, doch te veel
water doet het blad rotten. (K.B. 1887, Xo. 5 en Dodges
Report Xo. 5).
Met deze laatste wijze van planten werd door mij een
proef genomen. Binnen een paar weken vormden zich wortels
aan het in den grond gestoken einde van het blad, waarna
dit op enkele plaatsen begon op te zwellen en knoppen leverde,
waaruit na drie maanden zeven jonge spruiten boven den
grond te voorschijn kwamen.
Evenals bij de agave-cultuur dient ook op een aanleg
van sansevieria de noodige ruimte te worden gelaten voor
wegen....”
|
|
15 |
|
“...Uit te Jamaica en St. Thomas gedane proefnemingen is
het gebleken, dat de plant eerst na drie of na drie en een
half jaar bladeren oplevert, geschikt om tot vezel te worden
verwerkt (K.B. 1887, No. 5). Sommigen echter willen, dat reeds
na n jaar de plant rijpe bladeren oplevert (Dodges Report,
No 5), doch dit komt mij zeer onwaarschijnlijk voor.
Omtrent de opbrengst aan vezel kan gezegd worden, dat
gedane proefnemingen in EngelschTndi tot het resultaat hebben
geleid, dat volwassen bladeren van de soort S.zeylanica (van
minder lengte dan die van de S.longiflora) van drie a diie en
een halve voet lengte, n pond vezel opbrachten per 40 pond
gewicht aan bladeren, of 27? pCt. Ook op Jamaica weid ruim
dit percentage verkregen door bewerking van de bladeren met
een braakmachine (niet de Todcl machine), waarbij echter veel
vezelstof verloren ging. Dr. Roxburgh berekende, dat een hectare
planten 1376 K.G. vezel leverde bij eiken oogst, waarop, in
goeden grond en onder gunstige omstandigheden, tweemaal...”
|
|
16 |
|
“...77
in het Papimentsch gebezigd. Echter bij de namen der week-
dagen, die op n uitzondering na als hieronder zal worden
vermeld, uit het Spaansch zijn overgenomen, wordt het woord
dia voorgevoegd, maar uitgesproken dja-, hier worden door de
samentrekking van di en a een klank gevormd, die met dien
der i in het Engelsch overeenkomt.
De Spaansche j wordt, in enkele gevallen, door hollandsche
schrijvers van het Papimentsch door g teruggegeven. En dit
nog in de laatste jaren; wij hebben voor ons liggen een blaadje,
waarin het woord ejemplo (voorbeeld) gespeld wordt egeynpel
In hetzelfde blad vinden wij duci (zoet, uit Spaansch dulce)
geschreven, terwijl het woord in het Papimentsch is dusM.
Nog wordt de j (met den hollandschen klank) gebezigd om
de dubbele ll te kennen te geven. Nog in 1898 wordt ge-
schreven Nos a jega voor hemos llegado (wij zijn aangekomen).
De dubbele ll komt voor in vele Spaansche woorden, die
in het Papimentsch zijn overgenomen, en daarvoor wordt in
den regel de j (hollandsche...”
|
|
17 |
|
“...wijziging wel overgenomen, doch
zelfs die worden zachter in het Papimentsch uitgesproken dan
in het Hollandsch. Personen, die het Hollandsch niet machtig
zijn, verwarren soms woorden van Hollandsche afleiding op de
meest vreemde wijze met elkander, waar die woorden in het
Papimentsch, of slechts n van twee ongeveer gelijk-
luidende woorden, overgenomen zijn. Gevel (van een gebouw)
is in het Papimentsch Hevel-, men hoort het niet zelden uit-
gesproken Heuvel.
Uit de voorgaande lijst zal men zien dat na Hollandsch
en Spaansch, het de Portugeesche taal is die verscheidene
woorden voor onze volkstaal heeft geleverd.
Bij de lijst van zelfstandige naamwoorden achten wij het
dienstig te voegen een kprte lijst van de meest gebruikelijke...”
|
|
18 |
|
“...Hoe is uw broeder?
Hij is wel
Maar mijn zuster is ongesteld
Het spijt me
Neem plaats
t Wordt mijn tijd om weg te gaan
Wie klopt aan de deur?
t Is een vriend. Maak open
Ik wist niet dat U het was
Kom binnen
Hoe laat is het?
t Is acht uur
Hoe blijft gij zoo laat te bed?
Bon dia
Com bai
Mashd bon
No muchu bon
Danki
Combai bo ruman homber ?
B ta bon di sal
Ma mi ruman moh ta malu
Ta dul mi
Sintel
Ta mi ora di bai
Ta ken ta bati na porta?
Ta un amigu; habre porta
Mi no tabata sdbi ku ta bo
JDrentd
Cuant or ta wor?
Ta ocho'r voor ocho ora
Ta com bo ta quedd asina tantu
na cama?...”
|
|
19 |
|
“...99
Waar is de sleutel?
Aan de deur
Gaan we naar buiten?
Xeen, blijven wij maar in de
stad
Houdt gij van bloemen?
Zeker
Vruchten ook?
Ik zal U adieu zeggen
Wat is er nieuws?
Hiet veel
Kent U die vrouw?
Zij is mijn buurvrouw
Zij heeft mooie oogen
Geef mij een vel papier, pen
en inkt
Ik moet een brief schrijven
Op mijn lessenaar vindt gij alles
Ik zie er geen inktkoker
Zie op de tafel daarnaast
De pen is niet goed
Hier hebt ge andere
Ta iindu llavi td ?
Na porta
Nos ta bai cunucu ?
No, laga nos queda napunda )
Bo ta gusta flor?
Sigur
Truta tamb?
(uit S tambin.)
Mi ta bisab adios
Ki noba tin ?
No muchu
Bo conos moh ahi
E ta mi hisina
(P visinha)
E tin bunita looioo
Nami (voor Dunami) pamp,
pm, ku ink
Mi meste scirbi (S. escribir)
un carta
Ribd mi lesnct bo ta liaija tur cos
Mi'n (voor Mi no) ta mird ink-
pot aki
Mird ribd mesa ahi pegel
E pluma no ta bon
Ata otro aqiii
1) De stad op Curagao heet in het Papimentsch Punda. De afleiding
van dit woord is niet bekend. In het Engelsch beteekent Pound...”
|
|
20 |
|
“...102
Afrikaansch woord. In Spaansche lexicons wordt het woord
omschreven met de bijvoeging dat het in de Spaansche taal
is overgenomen van de Cuhaansche spreektaal.
Het laat zich begrijpen dat in het gebruik der volkstaal
door het meer ontwikkelde deel der bevolking, door hen na-
melijk, die eene of andere taal machtig zijn, vele woorden
worden gebruikt, die de minder ontwikkelden niet kennen.
Zoodanige woorden behooren echter niet tot de volkstaal.
Nog moeten wij doen opmerken dat in de uitspraak of
juister uitgedrukt in de wijze van het spreken van de volkstaal,
merkelijke verschillen bestaan.
Op Curapao worden de woorden korter uitgesproken dan
op Bonaire en Aruba.
De klemtoon en de stembuiging zijn anders; en men kan
naar de uitspraak onderscheiden van welk der eilanden de
spreker afkomstig is.
Er is, als wij het woord mogen gebruiken, iets zangerigs
in de wijze, waarop het Papiementsch, vooral dooi Bonairianen,
wordt uitgesproken.
Wij hebben gemeend onze mededeelingen en beschouwingen...”
|
|