1 |
|
“...der bevolking der kolonie over het algemeen beter te doen
gaan, heb ik sinds het verschijnen van zijn artikel over
gouverneur van Raders pogingen in het werk gesteld ter
opsporing van gewassen, die op de eilanden dezer kolonie voor
cultivatie in aanmerking zouden kunnen komen. Dat daarmede
veel kostbare tijd was gemoeid, zal wel niet behoeven gezegd.
Men vindt in de kolonie geen verzamelingen van wetenschap-
pelijke werken en evenmin een botanicus of een landhuishoud-
kundige. Alle inlichtingen dienden dus uit den vreemde te
komen en daarvoor was tijd noodig en veel tijd ook, indien
men tenminste betrouwbare en eenigszins volledige gegevens
wenschte te bekomen, zooals men die, naar ik vertrouw, in
het vervolg van dit opstel zal aantreffen omtrent een drietal
soorten van touwvez;! produceerende gewassen, variteiten
waarvan hier en op de overige eilanden der kolonie in het wild
voorkomen en op dorren en steenachtigen grond tieren.
Op de meest welwillende wijze werden mij deze gegevens
door...”
|
|
2 |
|
“...West-Indische eilanden, waar de plant welig genoeg tiert,
doch niet de vereischte hoeveelheid vezelstof oplevert. Hoe
armer en onvruchtbaarder de grond, hoe beter het resultaat,
en hier groeit de plant, waar elke andere vegetatie onmogelijk
schijnt. (K. B. 1890, No. 43.)
In het werk van Paul Vibert, La Bpublique dHaiti,
wordt van de Bahamas vermeld:
Het zijn slechts rots- en steenachtige eilandjes. (pag. 52.)
Het Colonial Yearbook 1890, zegt van den grond der
Bahama-eilanden: hij is samengesteld uit niets anders dan
hoopen kalksteen en schelpen, met een dunne laag humus
daarover, en van de sisal komt in dat boek voor: de sisal
heeft vreemde eigenschappen: zij tiert op den dfoogsten grond
en haar groei is zeker.
De Heer Preston, die door het Gouvernement der Bahama-
eilanden met een speciaal, persoonlijk onderzoek naar de sisal-
cultuur in Florida werd belast, zegt in zijn rapport, sprekende
over den grond, waarop de sisal daar wordt verbouwd :
Inderdaad, een dunne laag aarde, uitgeput en...”
|
|
3 |
|
“...goede, rijke grond noodig is voor het welslagen
van hare verbouwing, doch ik wensch den indruk weg te
nemen, indien die bestaat, dat de plant gedijt in droog zand
of op steenachtigen grond, ontbloot van alle'^) aarde! Grond,
uitgeput door de verbouwing van groenten, en ananasvelden
schijnen zeer geschikt voor hare cultuur, terwijl de plant
weelderig tiert op gebroken, rotsachtige oppervlakten, met
talrijke gaten en scheuren, waarin men de gewone zwarte oi
roode aarde vindt. Nergens heb ik haar beter zien gedijen
dan op zulk land. (Dodges Report, No. 3 en K. B. 1892, No. 62).
In denzelfden geest laat zich Dr. Morns uit in zijn Verslag
over de sisal-cultuur op de Bahama eilanden, opgemaakt ten
verzoeke van de Society of Arts (Londen), waarin hij zegt:
De sisalplant (Agave rigida, var. sisalana) heeft geen
rijken grond noodig. De vezeldistricten in Yucatan hebben
meerendeels een rotsachtige, oneffen oppervlakte, samengesteld
uit een laag aarde van ongeveer acht duim (Eng.) dik op een
laag zachten...”
|
|
4 |
|
“...Smal smal H onver.
Nieuw nobo P novo
Vele hopi uit H een hoopje
Rijk ricu S rico
Arm pober S pobre
Onrijp (groen) verd S verde
Rijp hechu oud S hecho
Droevig tristi S triste
Geheim segreclu S secreto
Zeker sigur S seguro
Kort corticu S corto
Zacht moli P mole
Zuur zir H v.erbasterd
Stil ktu S quieto
Wijs, geleerd saU P sabido
Dankbaar gradisidu S agradecido
Vermoeid cansd S cansado
Waar herdd S verdadero
Moedig halente S valiente
Nat muhd S mojado
Jeugdig mosa P moQO
Licht, vlug lih S ligero
Beter mih S mejor
Slechter pi- S peor
1) berda of verda is tevens waarheid....”
|
|
5 |
|
“...GETALLEN.
dus afwijking
van het S
I Un^ 2 dos, 3 tres, 4 mater, 5 cincu, 6 seis, 7 sjete,
8 ocho, 9 nuebe, 10 dies; met geringe wijzigingen uit S over-
genomen.
II djesum tien en een (S once)
12 djesdos twee (S doce)
13 dj estres drie (S trece)
14 djescuater vier (S catorce)
15 djescincu vijf (S quince)
16 djesseis als S diez y seis, en zoo vervolgens
20 binti S veinte
30 trinta S treinta.
40, 50, 60, 70, 80 en 90 als in S. Opmerkelijk is het
dat hij de min ontwikkelden mater h binti voor 80, en
mater b binti m diez voor 90 gezegd wordt als F quatre vingt enz.
100 is shn i) uit S cien. 1000 is ynil als S.
Eerste prom S primero
in zuiver Papimentsch zegt men voor tweede, derde enz.
di dos, di tres enz.
letterlijk van twee (voor tweede)
van drie ( derde)
middenste is di meimein P myo (herhaald)
laatste is de latste uit H.
Een korte lijst van de
WERKWOORDEN,
zoo als die in de volkstaal, meest allen uit het Spaansch
overgenomen, gebezigd worden, meenen wij in deze bijdrage
te moeten...”
|
|
6 |
|
“...96
Slaan dal van S dar golpe, alln dar = geven, overgenomen
Vergeven - pordond S perdonar
Twisten pleitd S pleitear = pleiten
Vechten bringd P brigar
Breken kibrd S quebrar
Deepen batisd S bautizar
Gaan baai van S va = gaat
Kuiren keire H verbasterd
Ophouden stop H stoppen
Loepen camnd S caminar
Naderen yegd cerca S llegar acerca voor acercar
Doen hast S hacer
Binnen komen drentd van S dentro = binnen
Zitten sintd S asentar
Werken trahd S trabajar
Binden mard S amarrar
Stelen horta S hurtar
Scheuren skr uit H
Breken kibrd S quebrar
Vuilmaken shushd P sujar
Wrijven fregd P esfregar
Herinneren cordd S recordar
Vergeten lubidd S olvidar
Gelooven ker S creer
Hopen sperd S esperar
Verzekeren sigurd S asegurar
Eindigen cabd S acabar
Wagen riscd E risk S arriesgar
Overeenkomen cumbini S convenir
Blijven ficd P hear...”
|
|
7 |
|
“...Goeden dag
Hoe gaat het?
Zeer goed
Niet heel wel
Ik dank u
Hoe is uw broeder?
Hij is wel
Maar mijn zuster is ongesteld
Het spijt me
Neem plaats
t Wordt mijn tijd om weg te gaan
Wie klopt aan de deur?
t Is een vriend. Maak open
Ik wist niet dat U het was
Kom binnen
Hoe laat is het?
t Is acht uur
Hoe blijft gij zoo laat te bed?
Bon dia
Com bai
Mashd bon
No muchu bon
Danki
Combai bo ruman homber ?
B ta bon di sal
Ma mi ruman moh ta malu
Ta dul mi
Sintel
Ta mi ora di bai
Ta ken ta bati na porta?
Ta un amigu; habre porta
Mi no tabata sdbi ku ta bo
JDrentd
Cuant or ta wor?
Ta ocho'r voor ocho ora
Ta com bo ta quedd asina tantu
na cama?...”
|
|
8 |
|
“...gij moet oefening hebben
Gij moet niet bang zijn
Spreek maar
Zoo goed of slecht gij kunt
Hoe staat het weer?
Het is goed weer
Het zal niet regenen
tis helder weer
Gisteren was het regenachtig
Laat ons gaan wandelen
Met pleizier
Mi ta cansd
Lamtd (Sp. Levantate.)
Lagd nos sali huntu
Nos mest alrrmsd
Pam ku kshi
Bo sa papia papiamentu?
No muchu
Lo mi k sin
{sina ineengetrokken)
Ta lih (licht) si bo sd (voor
sdhi) spano
Si d, ta trabau {trabau is
werk = moeite = moeilijk.)
Mi sa algun palabra
Aqui un kende mest por papi
(voor papia .)
Pen cuantu tem lo mi por
sdbi ?
Hos, tres luna
Ma bo mest practica.
Bo no mest tin miedu
Pa.pict nurnd
Bon malu^ manera bo por
Gom td ku tm ?
Weer ta bon
Aicacero lo no ca
Shelu td cld
Ayera taba tin tem di awa
Bam keiru
{Bam is uit S vamonos)
{Keiru uit H kuieren)
Ku muchu giistu...”
|
|
9 |
|
“...mooie oogen
Geef mij een vel papier, pen
en inkt
Ik moet een brief schrijven
Op mijn lessenaar vindt gij alles
Ik zie er geen inktkoker
Zie op de tafel daarnaast
De pen is niet goed
Hier hebt ge andere
Ta iindu llavi td ?
Na porta
Nos ta bai cunucu ?
No, laga nos queda napunda )
Bo ta gusta flor?
Sigur
Truta tamb?
(uit S tambin.)
Mi ta bisab adios
Ki noba tin ?
No muchu
Bo conos moh ahi
E ta mi hisina
(P visinha)
E tin bunita looioo
Nami (voor Dunami) pamp,
pm, ku ink
Mi meste scirbi (S. escribir)
un carta
Ribd mi lesnct bo ta liaija tur cos
Mi'n (voor Mi no) ta mird ink-
pot aki
Mird ribd mesa ahi pegel
E pluma no ta bon
Ata otro aqiii
1) De stad op Curagao heet in het Papimentsch Punda. De afleiding
van dit woord is niet bekend. In het Engelsch beteekent Pound een
bemuurde plaats tot berging van vee. De stad was vroeger ommuurd.
gelooven echter dat de naam aan de Willemstad toegekend wel een
anderen oorsprong zal hebben. Wellicht is het een woord van Afrikaansche
afkomst....”
|
|
10 |
|
“...109
weer spoedig te verlaten. Baillij de Poincy^ Fransch Gouverneur
van St. Kitts, beproefde toen de kolonisatie van het eiland,
doch met geen beter gevolg en latere pogingen, zoowel van
Franschen als van Engelschen, in 1629, leidden eveneens tot niets.
Op St. Martin hadden zich omstreeks 1625 eenige Engelsche
en Fiansche flibustiers neergezet en toen Don Fj'edeTico de
Toledo in 1629 St. Kitts veroverde, zochten vele Franschen
kolonisten van dat eiland een schuilplaats te St. Martin, doch
de Toledo nam ook dat eiland, verwoestte er de pas aangelegde
versterkingen, verbrandde er de woningen en voerde de inge-
zetenen als gevangenen weg, waarom dan ook van St. Martin
in 1630 gezegd werd, dat het een verlaten eiland was )
Het waren de Zeeuwen, die er eindelijk in slaagden onze
tegenwoordige Bovenwindsche eilanden te koloniseeren, voor-
namelijk, naar het schijnt, door toedoen van de bekende koop-
lieden C. en A. Lampsins van Vlissingen. In 1632 zonden deze
kooplieden een driehonderdtal kolonisten...”
|
|
11 |
|
“...gesloten, niet als een geldig verdrag kon
worden aangemerkt, daar beide partijen gehandeld hadden
zonder machtiging hunner regeeringen. La Tour moest dus
onverrichter zake naar St. Kitts terugkeeren, doch de Poincy
liet het hier niet bij en zond een macht van 300 man naar
St. Martin, onder bevel van zijn neef Louvilliers de Poincy,
met den last om nogmaals op erkenning van de rechten der
Franschen aan te dringen en die desnoods met geweld van
wapenen te doen eerbiedigen. Thomas dacht het toen beter
toe te geven, waarop den 23^*^" Maart 1648 op den top van
een berg nog thans Mount des Accords of Concordia
geheeten en vanwaar een groot gedeelte der grenslijn kan
worden overzien een overeenkomst werd gesloten, waarbij het
eiland tusschen de twee naties verdeeld, en den inwoners een ge-
lijk recht werd toegekend op de zoutpannen, de jacht en visscherij,
de waters, het verfhout, de mineralen, de havens en de reen
van het eiland. Ook werd er tusschen Hollanders en Franschen
een offensief en defensief...”
|
|
12 |
|
“...125
vergeefschen aanslag op Martinique, den 29sten Juli 1674 langs
St. Eustatius zeilde, vond het eiland in het bezit der Engelschen,
onder bevel van Sir William Stapleton^ gouverneur van Nevis.
Deze haastte zich om De Ruyter te doen -weten dat hij, of-
schoon bevel ontvangen hebbende om het eiland te ontruimen,
beter geoordeeld had het voorloopig bezet te houden, om het
niet in handen der Franschen te doen vallen. De admiraal
schijnt met deze regeling genoegen te hebben genomen, althans
hij nam geen verdere maatregelen en vervolgde zijn reis.
Het -was gedurende deze bezethouding door de Engelschen,
dat kapitein Jan Erasmus Eeyning de meest bekende der
Hollandsche flibustiers, in menige onderneming de rechterhand
van den gevreesden Morgan en een der stoutste kapers in
West-Indi een aanslag op het eiland deed. Niet bekend
met het sluiten van den vrede tusschen de Eepubliek en
Engeland, lustte hij te Curacao zijn schip voor deze onderne-
ming uit, daar hij vernomen had, dat de Hollanders...”
|
|
13 |
|
“...resolmes de quitter ce poste
(omtrent de Roques), et nous fimes servir tous ensemble pour
gagner 1isle de Curassol, dont la plus grande partie appartient
a la Compagnie dHollande. Nous passames a la vue de celles
de Bonnaire et de Roube. Vers les deux heures aprs midi du
mme jour nous donnames la chasse a un Bateau Flamand
qui venoit du Port de la Guaira en terre ferme, et qui sen
retournoit a la Yille de Curasol, deux lieues sous le vent de
laquelle nous primes fond le soir au Port de Sancta Barba.
Le 20, nous dpchames le Bateau command par la Garde,
pour aller a la Ville demander au Gouverneur permission de
traiter des mdts pour le Navire du Capitaine Laurent, qui avoit
t dmat par un ouragan vers 1Isle de St. Thomas. II nous
refusa tout a plat, et fit fermer les portes de sa Ville. Le
Bateau tant de retour, et nous ayant fait rapport du refus de
ce Gouverneur, je lui portai copie de notre commission, esprant
par-la 1engager de nous accorder ce que nous lui demandions;
mais il persista...”
|
|
14 |
|
“...140
Yille, nous fit dire le 24 a son de tambour, den sortir et de re-
tourner incessamment a nos bords, nous promettant de nous
donner des Chaloupes pour nous y porter, moyennant deux pices
de huit par tte. Je mappergus aiors quil vouioit nous empcher
dy retourner par terre; et en effet, comme ii falloit pour cela
traverser un Lagon qui est au pied du Fort, il avoit dfendu de
nous passer. Jallai done le trouver, pour lui dire que nous navions
pas besoin de ses Chaloupes, que si nous eussions eu le dessein
daller par mer joindre nos Yaisseaux, nous avions des Pirogues
pour nous y porter, et que nous ne desirions y retourner par
terre que pour nous promener. II me rpondit que c'etoient
les Habitans eux-mmes qui f'aisoient difficulte de nous laisser
voir leur Isle; cependant il ne laissa pas de nous faire passer
le Lagon, et de-la nous fiunes deux jours en chemin pour
arriver le 26 a Sancta-Crux, ou nos Navires nous attendoient.
Nous apprimes depuis, que le motif de Iindignation de ce
Gouverneur...”
|
|
15 |
|
“...recueillent pour leurs vivres que du mays et du petit
mil. Elle est nanmoins arrose de plusieurs sources et de
quelques rivieres i). La Ville est petite, mais fort jolie, ceinte
dune muraille trs-haute et fort mince; son Port est beau et
sur. Le Fort qui ie commando, aussi-bien que la Ville, est
assez rgulirement fortifl. On y professo librement plusieurs
sortes de Religions, dont les principales sont celles des Calvi-
nistes, des Juifs et des Quaeres, pour chacune desquelles il y a
dans la Ville, un Temple particulier. Leur Commerce consiste
dans le sucre qui croit chez eux, et dans la laine qui provient
de la grande quantit de moutons quils nourissent. Outre les
cuirs quils retirent de ces animaux, et dun grand nombrede
boeufs et de vaches qui paissent dans les lieux les plus bas
et les plus arross de Tlsle o les paturages sont abundants.
Ils sont tous ports d'inclination pour la Nation Espagnole,
avec laquelle ils font leur plus grand ngoce.
Le 27, nous appareillames et nous fimes route...”
|
|
16 |
|
“...une partie de ses compagnons
font voile vers le Nord et prennent Tehuantepec, Mexique,
avec 280 hommes. Ils traversent Nicaragua malgr dnormes
difficults matrielles, manque de vivres, comhats perptuels
avec les Espagnols. Arrivs sur la rivire Zara, les flibustiers
la descendirent sur des pirogues et des radeaux. Le 9 Fevrier
1688, ils arrivent a Gracias-a-Dios, sur la Mer Atlantique, situ
a 400 kilomtres en ligne droite de Realejo. Le 14 Fevrier lui
et le reste de ses compagnons sembarquent sur un navire
anglais, et abordent le 6 avril a St., Domingue. Voltaire adit,
La retraite des dix mille Grecs sera toujours plus clbre,
mais nest pas comparable. Les flibustiers marchrent par
des dtours, 1espace de trois cents lieues, quoiquil nen ait
que 80 en droite ligne, dune cte a Tautre.
Michaud, Biographie Universelle....”
|
|