1 |
 |
“...Bulletin i), uitgegeven door de Directie van
de wereldberoemde Koninklijke Plantentuinen te Kew, vindt
men het volgende vermeld: In het beoordeelen van de waarde
van de vezelstof der agave rigida en aanverwante soorten,
dient men twee zaken niet uit het oog te verliezen, n.m.; de
in alle landen steeds toenemende navraag naar deze vezelstof
en het karakteristieke der planten om droogte te kunnen
weerstaan. (Verslag over vezelstofhoudende planten door den
directeur van het Botanisch Station te Jamaica, 1884. K. B.
1887, NO. 3.)
Een der Verslagen van het Ministerie van Landbouw der
Vereenigde Staten van Noord-Amerika gewaagt van:
De onoverwinnelijke levenskracht van deze plant, die
gemakkelijk de uitwerkselen overleeft, eigen aan een rivierlooze,
steenachtige woestijn. (K. B. 1887, N. 3.)
In zijn rapport aan den Gouverneur der Bahama-eilanden,
over de vezelindustrie van Yucatan, zegt de heer H./eromeStoarL-
De henequen en de Bahama hennep zijn het krachtigst
1) In het vervolg aangeduid door...”
|
|
2 |
 |
“...daar het
opdrogen van het sap de braking bemoeielijkt. (K. B. 1887,
No. 3; 1892, No. 62; 1893, No. 80; Morrisen Dodges Reports).
De opgaven omtrent het aantal bladeren, dat elke plant
per jaar levert, loopen uiteen. Dr. Perrine noemt het getal
gemiddeld 25 (K. B. 1887, No. 3); de heer Pierce geeft het
op als 24 (K. B. 1893, No. 80); Dr. Morris noemt het 30 a 35
(K. B. 1887, No. 3), en zoo geeft ook de heer Stoddard het
op in zijn rapport over de sisal-cultuur in Yucatan aan het
Gouvernement van Jamaica (Dodges Report, No. 3), terwijl
men op de Bahama eilanden van goed ontwikkelde planten
op 40 bladeren per jaar rekent (Dodges Report, No. 3). Veel...”
|
|
3 |
 |
“...aan vezel minstens
188.527 K.G. of ruim 185 ton verkregen wordt (de Engelsche
ton van 1018 K.G. is hier genomen; de Amerikaansche is slechts
910 K.G.). Als prijs van de vezel aannemende het gemiddelde
van alle prijzen op blz. 32 gequoteerd, n.m. / 249.51 per ton,
bedraagt de opbrengst 46159.35, waarbij zeker 10 % gerekend
mag worden voor wisselkoers, zoodat de geheele opbrengst
bedraagt /50775.28V3.
AANLEG.
Schoonmaken van den grond, berekend tegen den gemiddelden
prijs, daarvoor betaald in Jamaica, waar de plantengroei veel
weelderiger is dan hier (Blue Book 1894 1895, onder Ruinate
lands) a 22. per H.A.................. 3850.
Jonge planten a / 40. per mille............. 10500.
Planten daarvan a 6.66 per H.A........... 1165.50
Transporteeren ... 15515.50...”
|
|
4 |
 |
“...Per Transport .
Schoonhouden van den grond, berekend naar
den hoogsten prijs, daarvoor betaald in Jamaica
(Blue Book 1894 1895, onder cleaning com-
mons and grass-pieces), gedurende 4 jaar a
5.93 per H.A..........................
1 opzichter a 750 sjaars, gedurende 4 jaar
Totaal . .
5 % van dit kapitaal over 4 iaar . . .
Totale kosten van den eersten aanleg
AANKOOP MACHINERIEN op het einde van
het jaar.
Volgens zijn brieven dd. 10 Februari en 26 Maart
1.1. levert de heer Todd deze machinerien
tegen den prijs van:
1 gepatenteerde vezel-extraheerende
machine..........................$ 2500.
1 Boomer & Bircher pers, 6 voet. ,, 470.
1 Priestman petroleum mach.. 15p.k. ,, 816.
1 stoompomp.......................,, 100.
1 injector......................... 15.
Riemen, katrollen, enz........... 315.
Verpakking en levering aan boord
te New-York...................... 137.25
Verdere machines:
1 kneusmachine..................... 325.
1 borstelmachine................... 350.
Vracht op deze machinerien...”
|
|
5 |
 |
“...het invoeren van de sisal-industrie op de
eilanden dezer kolonie het niet mogelijk is, dat de markt zoo-
danig overvoerd zal worden en de prijs van de vezel zoodanig
zal dalen, dat de industrie geen voordeelen meer zal afwerpen.
Aan overvoer van de markt heeft men gedacht, toen er
sprake van was om de sisal-industrie in te voeren op Jamaica,
een eiland, 10 maal grooter dan al onze West-Indische eilanden
te zamen. (Thans houdt men zich daar met meer lucratieve
ondernemingen bezig; vooral ontwikkelt zich de handel in
vruchten met de Vereenigde Staten). In het Kew Bulletin
van 1892, No. 62, vindt men daaromtrent het volgende vermeld:
In de laaglanden van Jamaica zijn er groote oppervlakten
vlak land, geschikt en beschikbaar voor de verbouwing van
sisalhennep, en als men met deze omstandigheid rekening had
gehouden 8 a 10 jaar geleden, zou men zijn voordeel hebben
"kunnen doen met de jongste hooge prijzen voor witte touw-
vezel besteed en zich een deel van de fortuinen, die aan de
bewoners van...”
|
|
6 |
 |
“...niets wordt getrokken. Bovendien zou in de water vereischende
behoefte der plant eenigszins tegemoet kunnen worden gekomen
door irrigatie, waarvan voor andere doeleinden op dit eiland
meer en meer wordt gebruik gemaakt.
Het aanplanten van de sansevieria kan op tweerlei wijzen
geschieden: door stekken of door wortelstukken. De laatste
wijze is de gemakkelijkste; stukken wortels van b.v. 5 centi-
meter lang, behoeven daartoe slechts op geregelde afstanden
de Directeur van het Botanisch Station te Jamaica noemt
een afstand van 3 bij 3 voet zeer geschikt te worden
gepoot. De openblijvende plaatsen worden later van zelf
opgevuld door de uitloopers, die de wortels in alle richtingen
uitzenden. (K.B. 1887, Xo. 5).
Om stekken te verkrijgen snijdt men de bladeren in
stukken van b.v. 20 a 25 centimeter lang en plaatst die in
kweekbedden, op afstanden van b.v. 10 c.M. De grond dezer
kweekbedden dient vochtig te worden gehouden, doch te veel
water doet het blad rotten. (K.B. 1887, Xo. 5 en Dodges
Report...”
|
|
7 |
 |
“...Uit te Jamaica en St. Thomas gedane proefnemingen is
het gebleken, dat de plant eerst na drie of na drie en een
half jaar bladeren oplevert, geschikt om tot vezel te worden
verwerkt (K.B. 1887, No. 5). Sommigen echter willen, dat reeds
na n jaar de plant rijpe bladeren oplevert (Dodges Report,
No 5), doch dit komt mij zeer onwaarschijnlijk voor.
Omtrent de opbrengst aan vezel kan gezegd worden, dat
gedane proefnemingen in EngelschTndi tot het resultaat hebben
geleid, dat volwassen bladeren van de soort S.zeylanica (van
minder lengte dan die van de S.longiflora) van drie a diie en
een halve voet lengte, n pond vezel opbrachten per 40 pond
gewicht aan bladeren, of 27? pCt. Ook op Jamaica weid ruim
dit percentage verkregen door bewerking van de bladeren met
een braakmachine (niet de Todcl machine), waarbij echter veel
vezelstof verloren ging. Dr. Roxburgh berekende, dat een hectare
planten 1376 K.G. vezel leverde bij eiken oogst, waarop, in
goeden grond en onder gunstige omstandigheden, tweemaal...”
|
|
8 |
 |
“...waarschijnlijk nog eenige hunner
landgenooten vertoefden. Officieel is slechts bekend, dat de
Staten in 1639 het uitsluitend recht om op de kolonie handel
te drijven toekenden aan Pieter van Ree en eenige andere
ondernemende kooplieden van Vlissingen. Dat echter St. Eusta-
tius vroeger dan in 1639 door de Hollanders bezet werd, laat
geen twijfel over; verscheidene schrijvers gewagen er van, dat
de Hollanders van dat eiland reeds in 1637 een vrij uitgebreiden
handel dreven met de flibustiers van Jamaica en San Domingo.
Van St. Martin werden de Hollanders spoedig weer ver-
dreven: in 1639 werd het genomen door Inigo de laMataSar-
miento^ gouverneur van Puerto-Rico ). De Spanjaarden maakten
echter geen werk van de kolonisatie van het eiland en richtten
er alleen een militair station op. Zij achtten het van belang
zulk een post te vestigen tusschen San Domingo en de Kleine
Antillen, ten einde spoediger troepen beschikbaar te hebben om
elke poging tot kolonisatie dier Antillen door vreemde mogend-...”
|
|
9 |
 |
“...meestert, voor 3000 pond suiker. Daarna werdt besloten, dat
men Nieu-Nederlandt, door de schaarsheid der lyftoght, niet
zou aandoen, maar den koers stellen naar Terra Nova, ge-
meenlyk Terre Neuf genoemt, om daar dEngelsche scheepen
optezoeken, te veroveren of te vernielen. Tot dien einde ging
de vloot omtrent den avondt onder zeil. {Brandts
Leven van de Ruiter).
Nauwelijks had de Euyter de West-Indische wateren verlaten
of de Engelschen traden weer offensief op. Nog hetzelfde jaar
rustte men te Jamaica tegen St. Eustatius, eene expeditie uit,
die des nachts in een onverdedigde baai van het eiland landde
en het Hollandsche fort bij verrassing nam. Dus waren op
het einde des jaars 1666 alle Nederlandsche West-Indische
bezittingen, met uitzondering van Curagao, weer in handen der
Engelschen. De Staten van Zeeland, die op het bezit dier
volkplantingen, grootendeels door Zeeuwen gekoloniseerd, veel
prijs stelden, opperden daarom een voorstel tot uitrusting van...”
|
|
10 |
 |
“...gevreesden Morgan en een der stoutste kapers in
West-Indi een aanslag op het eiland deed. Niet bekend
met het sluiten van den vrede tusschen de Eepubliek en
Engeland, lustte hij te Curacao zijn schip voor deze onderne-
ming uit, daar hij vernomen had, dat de Hollanders van het
eiland door de Engelschen -werden mishandeld. Op een nacht
op de reede van St. Eustatius ten anker gekomen, landde hij
met 12 man. Door de wacht aan de baai aangeroepen, ant-
woordde Reyning^ dat hij kapitein Morus van Jamaica was,
gekomen om Jan Erasmus Reyning in handen te krijgen, die
vermoed werd op het eiland te zijn, waarop de wacht ant-
woordde, dat dat geen gemakkelijk werk zou zijn, alzoo die
vogel niet ligt te vangen was. Aldus sprekende naderbij ge-
komen, viel Reyning plotseling de wacht aan en nam haar
gevangen, waarna nog eenigen van zijne manschap landden.
Ten getale van 30 man beklom deze troep nu in alle stilte
den berg, waarop het fort lag, dat eveneens werd overrompeld.
Nadat de Engelsche Gouverneur...”
|
|