| 1 |
 |
“...veel verlies oplevert, wordt afge-
sneden en zulks zonder eenige menschelijke
overweging, zonder scrupules. Met de be-
langen van het individu kan geen rekening
worden gehouden. Als gevolg dwangarbeid,
plaatselijke hongersnood.
Eene bepaalde groep heeft men noodig,
den industriearbeider, en de rest moet zor-
gen, dat deze groep blijft bestaan en dan
kan men later daaruit weer voor de anderen
gaan zorgen, zoodra de onderneming (de
Staat) winst genoeg oplevert om ook deze
aandeelhouders (de niet preferente zou men
kunnen zeggen) ook wat dividend (betere
levensomstandigheden) te geven. In dit
systeem kan dat nu eenmaal niet anders.
Privaatbezit is vernietigd, alles is van den
Staat; de Staat is alleen van belang: dat is
ook de reden, waarom men daar tegen den
godsdienst ageert. Een regeling, waarin
voor naastenliefde geen plaats is, maar het
zakelijk belang alleen overweegt, kan niet
anders dan leiden tot een strijd tegen den
godsdienst en met name den Christelijken
godsdienst, die dat beginsel...”
|
|
