1 |
 |
“...den
Kommandeur eenige harer buren aan, die haar huis met
steenen gegooid hadden. Zij bragt het corpus delicti met
zich, bestaande in eene mand vol groole steenen zoo als
cr in de omstreken van de baai vele duizenden gevonden
worden. Een groote hoop volks kwam voor het huis van
den Kommandeur. Een man droeg een 12 of 13jarigen
jongen, lelde dien in het huis neder, en zeide, dat die
jongen door vrouw n. n. geslagen was. De Kommandeur
vToeg den jongen, of hem wat scheelde? Neen, ant-
woordde deze. AVel nu, sta dan op! De jongen stond
op, en ging weltevreden heen. De omstanders, echter,
hielden staande dat vrouw m. n. dien jongen toch geslagen
had. Om hun genoegen te geven werd de vrouw ontbo-
den. Zij kwam ook terstond, en bragt met zich een groo-
ten steen, waarmede die jongen (dit begrepen wij reeds,
toen wij haar zagen aankomen) haar het eerst gegooid
___ Op een anderen tijd hoorde ik den Koramandeiir
legen iemand knorren en zeggen dat er in de geboden
stond, dat een kind zijne ouders ccrcn...”
|
|