Your search within this document for 'plas' resulted in one matching pages.
1

“...drie priesters; maar daar hij intusschen stelligen last bekwam hen, in ieder ge- val naar het vaderland terug te zenden, nam hij dat letterlijk op, deed de lijken uit het graf halen, en adresseerde ze, bij eerste scheepsgelegenheid, aan de heeren staten van Zeeland, die zich be- paaldelijk aan het gebeurde gergerd hadden. Sommelsdijk schreef tevens aan zijne meesters, de edel-groot-achtb. heeren directeuren der geoctrooijeerde sociteit, zeggende onder anderen het volgende: Met schipper. Johannes Plas hebben aan de heeren staten van Zeelandt toegesonden de beenderen van de drie albier overledene papen, welke sij gelieven geestelijken te noemen, met een brief waar van hier nevens de copij gaat. lek geloove, dat soo een kist vol ducaten haar beter contentement en vergenoegen souden doen; maar dat zijn vruchten, die tot noch toe hier niet en wassen; doch hope dat bij faute van dien, dabondantie der suykeren haar schreeuwende keelen sal versoeten en versachten, en met syroop en Julep haar van hare...”