1 |
 |
“...19 vaartuigen, en daaronder een oorlogschip van 45
stukken, ontnam, en toen triumfantelijk en met rijken schat in
het vaderland terugkeerde. Reeds den 22 Sept. 1667 stond hij
voor de staten van Zeeland, die zijn vaardigheid prezen, en zijn
couragie en goede conduite met een helden-penning en gouden
keten beloonden.
Evenwel, zoo spoedig en gemakkelijk als wij aan Suriname ge-
komen waren zoo snel en onvoorziens raakten wij het weder kwijt.
Het fort Zelandia werd ons door kapitein Hermans, van Jamaica
afgezonden, in Oct, 1667 ontnomen. Daar echter de hredasche
vrede reeds getroffen was, en de heide oorlogvoerende partijen,
volgens deze overeenkomst, wederzijds in het bezit zouden blijven
van alle veroveringen, vr den 20 Mei bezeten, was het aan geen
twijfel onderhevig of Snriname moest aan Nederland worden terug-
geven, en ging werkelijk, doch niet zonder veel tegenkanting van
Willoughby, aan de onzen over 1).
1) Overgave van Suriname aan Zeeland, Zie over de ontruiming der Engelscicn be-...”
|
|