1 |
|
“...Ik stel voor om de algomoen 3
beschorrwtngeirte sluiten. Mijnheer de Voorzitter. De
debatten over en weer raken toch de begroeting niet
meer.
De heer Eman: Mijnheer de Voorzitter. Dit is
een raar voorstel van den heer Kwartsz, meen ik. Is
hij ongeduldig, dan moet hij zijn ongeduld een beetje
bedwingen. Wij zijn nu bezig met de algemeene be-
schouwingen, en dat is zeer interessant; dit is de
grondslag van de begroeting. Het bevreemdt mij dat
de heer Kwartsz, als Arubaansch Statenlid, dit voor-
stek.
Ik wensch dan nog even van het woord gebruik
maken. Mijnheer de Voorzitter, en ik zal daarbij
kort zijn. Het gaat mij er hier niet om mijn per-
soonlijke slagvaardigheid te toonen, maar het gaat
hier om het zelfbehoud. Ik wil het nl. hebben over
de opcenten. De heer Da Costa Gomez heeft gezegd
dat de Staten tegen opcenten zijn. Ik meen, dat de
heer Da Costa Gomez dat gebaseerd heeft op hetgeen
geschreven is in het voorloopig verslag op het ont-
werp tot heffing van opcenten op de inkomstenbe-...”
|
|