1 |
 |
“...geven.
Eveneens ben ik er van overtuigd. Mijnheer de Voor-
zitter, dat het aan het Bestuur slechts ten deele gelukt
is, het juiste antwoord te vinden op het reeds meer ge-
noemde eindverslag van dit college.
'De nota van het Bestuur naar aanleiding van het
: eindverslag is koel en gereserveerd van toon, meermalen
! gaat zij niet in op de door de afdeelingen in groote eens-
I gezindheid gestelde vragen, doch beantwoordt deze slechts
j gedeeltelijk, of op onvoldoende wijze.
' Het sterkst kwam zulks Avel tot uiting. Mijnheer de
Voorzitter, in de passage in de genoemde nota:
In verband met de beschouwingen der afdeelingen.
I AA^elke gewijd zijn aan de monetaire politiek, moge worden
I vooropgesteld dat krachtens art. 148 der Curacaosche
Staatsregeling het muntstelsel bij de Wet wordt geregeld,
en derhalve ook onder de huidige tijdsomstandigheden in
de eerste plaats een aangelegenheid van 'het Opperbestuur
1941-1942-13,...”
|
|