Your search within this document for 'na' resulted in 167 matching pages.
 
1

“...lln. Maart 1926 (P. B. 1926 no. 22) alsmede het Koninklijk Besluit van den 23n. Augustus 1922 no. 46, opgenoraen in het Publica- tieblad van 10 October 1922 no. 53, nader aan te vullen en te wijzigen; Heeft, na verkregen goedkeuring van den Kolonialen Raad, vastgesteld onderstaande veiordening. Artikel 1. Ue verordening van den 6n. October 1906 (P. B. 1907 no. 5) regelende het onderwijs in de kolonie Curagao, waarvan op den 19n. Februari 1924 de toen geldende tekst is opgenomen in Pu- blicatieblad 1924 no. 9 en welke verordening sedert is gewij zigd en aangevuld bij de verordeningen van den 12n. Augustus 1925 (P. B. 1925 no. 52) en van den lln. Maart 1926 (P. B. 1926 no. 22) wordt aangevuld en gewijzigd als volgt: In artikel 5, 2e lid wordt 2o. b. gelezen als volgt: h. op hen, die na van hunne bekwaamheid te hebben doen blijken, op voordracht van den Inspecteur van het Onderwijs van den Gouverneur eene speciale vergunning hebben beko- men om gedurende hoogstens n jaar onderwijs te mogen...”
2

“...gelezen als volgt: .Jaarlijks wordt door den Gouverneur eene commissie be- noemd tot net afneraen van de examens, in de artikelen 30, 31 en 33bis bedoeld. De commissie kan zich door deskundigen laten bijstaan. Zij wijst de tijden wanneer en de plaatsen waai zij hare zit- tingen zal houden tijdig aan. Art. 42, 2e lid wordt gelezen als volgt: 2. Aan hem, die niet in het bezit is van eene akte van be- kwaamheid als onderwijzer, kan door den Gouverneur, na in- gev'onnen advies van de plaatselijke schoolcommissie, vergun- ning verleend worden om na afgelegd voldoend examen in minstens een der in art. 38bis genoemde vakken voor de com- missie in art. 34 bedoeld, eene school te openen, waarin op straffe als bij art. 7 vastgesteld, uitsluitend in die vakken onder- wijs zal mogen worden gegeven. Artikel 2. Het Kon. Besluit van den 23n. Augustus 1922 no. 46 afge- kondigd bij Publicatie van den lOn. October 1922 (P. B. 1922. no. 53), wordt gewijzigd als volgt: Artikel 5 vervalt....”
3

“...voor- schriften door den Gouverneur bij besluit vast te stellen. 7. De uitbetaling van de uitkeering geschiedt aan het einde van elke maand op den grondslag van het voor het voorafgaan- de dienstjaar daarvoor vastgestelde bedrag. Mogelijke verschillen tusschen dit bedrag en de som, waarop overeenkomstig het vierde lid van artikel 6 van dit besluit aanspraak kan worden gemaakt, worden verrekend, nadat die som zal zijn bepaald. Artikel 3. Deze verordening treedt in werking met ingang van den dag na dien harer afkondiging. Nochtans treedt de bepaling van het 4e lid van het gewijzigd artikel van het Kon. Besluit van den 23n. Augustus 1922 no. 46 (P. B. 1922 no. 53), eerst met ingang van den In. .Tanuari 1929 in werking. Artikel 4. Bij de inwerkingtreding dezer verordening vervalt de veror- dening van den 12n. Augustus 1925 (P. B. 1925 no. 52) tot wij- ziging van de verordening van den 6n. October 1906 (P. B. 1907 no. 5). Gegeven te Willemstad, den...”
4

“...mm Ad. art. 8. Waar enkele leden iiu'endeu, dat aan de iiivot'- ving wel eenige administratieve voorbereiding zal moeten voor- afgaan, achtten zij het wel wat bezwaarlijk, dat deze ver- ordening in werking zon treden met ingang van den dag na dien harer afkondiging. Indien dit met het oog op de administratie zonder bezw-aar zon z'ijn, zouden zij willen aanbevelen de verordening te laten in werking trtHlen I). v. met ingang van den eersten der maand volgende op die, waarin zij wordt afgekondigd. Aldus vastgesteld op ('ura,(;ao, den 21 n. Jnni 1928. De Rapporteurs, ROBERTO S. DK LANNOY. J0S8Y C. HENRIQUE/....”
5

“...vergoed worden de werkelijk gedane uit- gaven voor schoolbehoeften en leermiddelen. Staatsrechtelijk is eene begrooting eene raming, die de kracht heeft van een maximum. Van de te verifieeren werkelijk geda- ne uitgaven door de schoolbesturen hangt het derhalve at, of do betrekk(dijke post der begrooting geheel dan wel gedoelbdijk verbruikt wmrdt. Ad. art. 3. De administratieve voorbereiding, die aan de invoering der verordening moet voorafgaan, is reeds geschied, zoodat deze zonder bezwaar den dag na dien harer afkondiging in werking zen kunnen treden. Ondergeteekende had bij de indiening der verordening de hoop, dat de datum van inwerking- treding, in aansluiting bij de gedachte invoering der nieuwe salarissen. 1 ,iuli 1928 zou hebben kunnen zijn. Nu dit niet mogelijk blijkt, bestaat er geen bezwaar de verordening te laten in werking treden op een nader te bepalen tijdstip, waarbij dan eventueel aan de bepaling der verordening terug- werkende kracht kan worden verleend. In do Nota van wijzigingen...”
6

“...Curagao en het K. B. van den 2Sn. Augustus 1922 No. 46 (P. B. 1922 No. 53). Nota van Wijzigingen. No. 5. In het blJ artikel 1 voorgestelde Artikel 32 vervallen in het- tweede lid sub a de woorden minstens twee akten van be- kwaamheid voor in art. 33 bis genoemde vakken onder no. 16 en wordt daarvoor in de plaats gesteld: akten van be- kwaamheid in minstens twee der vakken genoemd in art. 33 bis, waarvan ten minste n vermeld onder No. 16. In artikel 3 vervallen de woorden met ingang van den dag na dien barer afkondiging' en worden vervangen door de woor- den op een door den Gouverneur te bepalen tijdstip en kan tot en met een door den Gouverneur te bepalen datum terugwer- ken. . Willemstad, den 31n. .luli 1928. De Gouverneur van Curasao, BRANT.1ES....”
7

“...Koloniale Raad. ZITTINGJAAR 192819292. Keur van den............................ tot aanvulling van de Algemeone Politie- keur 1917 (P. B. 1925 No. 32). ONTWERP. No. 1. IN NAAM DER KONINGIN! DE GOUVERNEUR van Curagao, [n overweging genomen hebbende, dat het vvenschelijh is de Algerneene Politiekeur 1917 (P. B. 192-5 No. 32) aan te vullen; Heeft, na verkregen goedkeuring van den Kolonialen Raad, vastgesteld onderstaande keur. Art. I. Na artikel 78 van de Algerneene Politiekeur 1917 (P. B. 1925 No. 32) wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende: Art. 78a. Een riibewijs, lietvvelk alleen geldig is voor landsdienaren om op te treden als bestuurder van een motorrijtuig, waarop het Land rechthebbende is, wordt op aanvrage van het Hoofd van rlen Landsdienst, waartoe de betrokken landsdienaar behoort, door het Hoofd van Politie afgegeven aan ieder landsdienaar, die den leeftijd van achttien jaren heeft bereikt en aan wien een verklaring door een door den Gouverneur daarvoor in het bijzonder aan...”
8

“... landsdienaren bekwaamd worden in het besturen van motorrijtuigen. Echter heeft zich bij onderscheidene Landsdiensten reeds- menigmaal het verschijnsel voorgedaan, dat een landsdienaar, na zich op kosten van den Lande bekwaamd te hebben in het besturen van een motorrijtuig, en na zoodoende in het bezit gekomen te zijn van een geldig rijbewijs, s Lands dienst heeft verlaten, om, met gebruikmaking van het aldus door hem, op kosten van den Lande verkregen rijbewijs, op eigen risico het chauffeursberoep of -bedrijf te gaan uitoefenen. Om dit steeds wederkeerende en toenemende euvel te keeren, wordt voorgesteld de mogelijkheid te scheppen voor de uitrei- king van bijzondere rijbewijzen, als nader orasclireven in het ontwerp voor een nieuw artikel, hetwelk als artikel 78a aan de Algemeene Politiekeur 1917, na artikel 78 zou kunnen wor- den toegeveegd, waarbij nog het ondervolgende in het bijzonder moge worden opgemerkt: met betrekking tot de aanduiding der hoedanigheid van de personen, die eventueel...”
9

“...Raad. ZITTINGJAAR 1928--1929--2. Keur van den...................., tot aanvulling van de Algemeene Politie- keur 1911 (P. B. 1925 No. 32). Voorloopig Verslag. No. 3. Werd ten aanzien van het resultaat, dat dit voorstel tot kee.' ring van het in de memorie van toelichting vermelde euvel waarvan overigens behalve het Gouvernement ook vele parti- culieren wel eens te lijden hebben beoogt, geen al te groote ver- wachtingen gekoesterd, aangezien de betrekkelijke landsdienaar na opdoening der benoodigde oefening zeer gauw na het ver- laten van den gouvernements-dienst een gewoon rijbewijs zal kunnen verwerven, daartegenover werd opgemerkt, dat het Gouvernement dan ten minste dat bewijs niet bekostigd zal hebben; hetgeen voor meerdere leden een reden is aan te ne- men, dat het hier dus blijkbaar om de geldelijke kwestie gaat. Dit laatste werd in verband gebracht met wat verteld is ge- worden, n. L, dat dit ontwerp mede zijn ontstaan te danken zou hebben aan den wensch om de bij dit ontwerp in...”
10

“...slechts na degelijk onderzoek mogen worden af- gegeven. Het vage van het woord rechthebbende wordt niet ingezien; geeft men de voorkeur aan een andere uitdrukking, die even goed is, dan zullen daartegen wel geen bezwaren kunnen wor- den ingebracht. Art. 77 sub 3e. der Algemeene Politiekeur bepaalt dat de be- stuurder in het bezit moet zijn van een geldig rijbew'ijs; wordt van het rijbewijs, bedoeld in het voorgestelde artikel een ander gebruik gemaakt dan in dat artikel is aangegeven, welke beper- kingen zelfs op het rijbewijs staan vermeld, dan is het rijbewijs niet geldig en is zonder meer, vervolging mogelijk. De toevoeging dat geen rijbewijs wordt afgegeven aan hem, die ontzet is van het recht het beroep van bestuurder uit te oefenen, wordt overbodig geacht, omdat evenals thans geschiedt, het Hoofd van Politie, alvorens een rijbewijs af te geven, zich op de hoogte zal stellen of bedoelde persoon tot het ontvangen van een rijbewijs in aanmerking kan komen. In art. 89 ware na het woord...”
11

“...Art. II. wordt art. III. en na art. I. wordt een nieuw art. II. ingevoegd, luidende: Art. II. In art. 89 wordt na het woord rijbewijs ingevoegd: en het, in art. 78 bedoelde bijzondere rijbewijs. Willemstad, den I2n. September 1928. De wnd, (Touverneur van Curagao, ' M. VAN DI.IK, Koloniale Raad. ZITTINGJAAR 1928- 19292. Keur van den..,,,................................. tot aanvulling van de Algem,ee,ne Politie^ keur 1917 (P, B. 1925 No. 32), Nota van Wijzigingen, No. 5....”
12

“...1. [tl stede van bij n bijzonder persoon of bij n bijzon- dere onderneming, in gebruik voorkomende in artikel 1,lid 2 wordt gelezen: aan een bijzonder persoon, aan meerdere per- sonen gezamenlijk of aan een lichaam toebehoorende. 2. In stede van Nederlanders voorkomende in het 3de lid van artikel 1. wordt gelezen: Nederlandsche onderdanen. 3. Aan sub. c. van het 1ste lid van artikel 5 wordt na het woord naasten toegevoegd: nadat bij verordening daartoe toestemming zal zijn verleend. 4. Aan artikel 5 wordt een 3de lid toegevoegd, luidende: 3. De ondernemer moet in zijn leverings-overeenkomsteii een voorwaarde opnemen in overeenstemming met het bepaalde in het tweede lid van dit artikel.. p. Aan het 1ste lid van artikel 8 wordt de volgende zin toe- gevoegd: Een desbetreffende bepaling wordt in elke te verlee- nen vergunning opgenomen.. 6. In stede van het woord vergunninghouder voorkomende aan het slot van het 2de lid van artikel 8 wordt gelezen: on- dernemer. 7. In artikel 12 wordt in stede...”
13

“... als door het Bestuur .voorgesteld, doch met lagere bedragen en daarbij ook een va.st maximum voelden er veel meer voor om het versch uldigde wegens belastin- gen bij 2 halfjaarlijksche termijnen invorderbaar te stellen en dan verder met de procedure bij dwangschrift. .Het in bet ont- werp opgenomen stelsel laat den belastingbetaler het geheele belastingjaar vrij en dit schijnt niet in het belang van alle be- lastingplichtigen te zijn, zoo werd betoogd. Een renteberekening na het verstrijken van bijv. een maand na het belastingjaar werd ook door sommige leden voorgestaan in plaats van de in het ontwerp voorgestelde verhooging. Sub. 15o. Waar het bewaarder-zijn ook een zekere verant- woordelijkheid met zich medebrengt, werd gemeend, dat de bevoegdheid om den persoon, tegen wien het beslag is gedaan, ook zonder diens bewilliging tot bewaarder aan te stellen, wml wat te ver gedreven is....”
14

“...19 werd ook gedacht aan het geval, dat men bij ongeluk het merk vergeten heeft of het verloren heeft na het uitrijden of uitvaren. En dan zou het aangehoudene opgei>racht moeten worden naar een door den Ontvanger aangewezen plaats, tot groot ongerief van de in- zittenden, die misschien part noch deel aan de fout of het ver- zuim hebben. Integendeel waren verschillende leden van meening, dat een bepaling, dat de bestuurder met een verbod om vrdat de zaak in orde is, uit te rijden of uit te varen, naar huis gestuurd wmrdt, desnoods mei aanzegging om zoo spoedig mogelijk voor een bepaalde autoriteit te va-schij- nen om gehoord te worden, meer aanbeveling verdienen zou. Belastingen moeten eenmaal geheven worden maar de be- palingen, welke de heffing mogelijk maken, moeten zoo wei- nig mogelijk storend zijn, werd gemeend, onder betoogen, dat de artt. 18 en 19 onevenredig ernstige gevolgen na zich kun- nen sleepen. Indien bepalingen als artt. 18 en 19 noodig zijn ter verze- kering van deze nieuwe...”
15

“...motorrij- tuigen, rijwielen en motorbooten. Eindverslag. No. 4. De kennisneming van de memorie van antwoord op het voor- loopig verslag betreffende dit ontwerp heeft aanleiding gegeven tot de volgende beschouwingen en opmerkingen. .\lgemeene beschouwingen. Hebben de wijzigingen door het Bestuur in het ontwerp aan- gebi'acht verandering kunnen brengen in de houding van de af- deelingen ten aanzien van dit ontwerp en kan het bogen op een beter onthaal dan den vorigen keer de inrichting ervan kon, ook na kennisneming van de memorie van antwoord, niet steeds practisch en eenvoudig genoemd woi'den. Het speet den leden, die in de afdeelingen het denkbeeld van een combinatie van het nummerbewijs voorgeschreven door de politiekeur en het belastingmerk hadden aangegeven, dan ook, dat dit niet door het Bestuur is overgenomen; een denkbeeld, dat overigens niet nieuw is, doch in de Vereenigde Staten van Noord-Ame- rika toegepast wordt. Veel red tape, waarvan soms tegen- woordig last ondervonden wordt, zal...”
16

“...het in gebruik hebben van meer dan n motoriijtuig met afwisselende gebruikmaking daarvan op den openbaren weg met eenzelfde nummerplaat en vervolgens het besturen van een motorrijtuig op den openbaren weg, we- tende of rederlijker wij ze moetende vermoeden, dat in strijd met deze verordening, daaraan afwisselend met een andere mo- torrijtuig, eenzelfde nummerplaat op den openbaren weg wordt gebruikt. Waarschijnlijk zal het bovenstaande elke ontduiking uitslui- ten, op wellicht het volgende geval na n. 1. als op autos aan verschillende personen toebehoorende door die personen geza- menlijk om de beurt eenzelfde nummerplaat op den openbaren weg gebruikt wordt. Mocht het Bestuur van meening zijn dat dit geval niet door de aangegeven redactie wordt beheerscht, dan zal men het zeer waardeeren. indien het Bestuur daarmede re- kening zal willen houden. Overigens moge worden verwezen naar het onder artt. 6 en 7 betoogde. De aangegeven redacties zouden m. m. ook voor 2o. b en 3o. b in de plaats kunnen...”
17

“...Koloniale Raad. ZITTINGJAAR 192819296. Verordening van den........................ tot heffing van eene belasting op motorrij- tuigen, rijwielen en motorbooten. Gewijzigd Ontwerp. No. 6. m NAAM DER KONINGIN! DE GOUVERNEUR van Curagao, In overweging genomen hebbende, dat het wenschelijk is eene belasting op motorrijtuigen, rijwielen en motorbooten te heffen; Heeft, na verkregen goedkeuring van den Kolonialen Raad, vastgesteld onderstaande verordening: Artikel 1. Onder den naam van motorrijtuig-, rijwiel- en motorbootbe- lasting wordt op Cura(;ao, Aruba en Bonaire eene belasting ge- heven op motorrijtuigen en rijwielen, die op den openbaren weg en motorbooten, geene zeeschepen zijnde, die op de open- bare wateren worden gebruikt. Artikel 2. Het belastingjaar begint met 1 Januari en eindigt met 81 December. Artikel 3. De belasting bedraagt per Jaar: a. voor een motorrijtuig op meer dan drie wielen: op Curasao en Aruba f 80. en op Bonaire f 50.; b. voor een motorrijtuig op twee of drie wielen...”
18

“...cin. Artikel 18. Hij, die een motorrijtuig, rijwiel of motorboot, waarvoor de belasting van het loopende jaar betaald is, afschaft of niet meer op den openbaren weg of op de openbare wateren gebruikt en een ander motorrijtuig, rijwiel of motorboot daarvoor in de plaats neemt, is bevoegd, na ten ontvangerskantore in het in artikel 6 bedoeld register aanteekening hiervan te hebben laten houden, zijn nummerplaat of platen daarop over te brengen en dit motorrijtuig, rijwiel of die motorboot op den openbaren weg of op een openbaar water te gebruiken. Artikel 19. Hij, die een motorrijtuig, rijwiel of motorboot, waarvoor de belasting van het loopende jaar betaald is, van een ander over- neemt, is bevoegd, na ten ontvangerskantore in het in artikel 6 bedoeld register aanteekening hiervan te hebben laten hou- den, zich op den openbaren weg of op een openbaar water van de daarvoor uitgegeven nummerplaat of platen te bedienen. Artikel 20. Ingeval een of meerdere der tegen betaling der belasting uitgegeven...”
19

“...aangaat, sprake is van nummerplaat of nummerplaten, evenmin met eenige andere artikelen van het ontwerp. Vervolgens staat in art. 8: door den Procureursgeneraal tel- ken jare vr den ln. .Januari te bepalen". Daar volgens art. 2 het belastingjaar met het kalenderjaar samenvalt, kan de Procureursgeneraal niet bijv. in December een en ander bepa- len, want in elk belastingjaar moet er bepaald worden en wel vr den loden Januari. Voorts begint het belastingjaar met 1 Januari en volgens art. 10 moeten na l-o Januari alle nummerplaten aangebracht zijn. Het is dus zeer wenschelijk, dat de verordening den belanghebbenden een termijn garan- deert. Met het oog hierop en ook om in overeenstemming te blijven met overige artikelen, zou men algemeen gaarne zien, dat de Procureur-generaal vr den lu. December alles moest bepalen en laten bekend maken. Betreurd werd, dat het Bestuur in artikel 16a (nieuw) het wooi'd uitsluitend" heeft geschrapt. Reeds bij het voorloopig verslag zijn er opmerkingen omtrent...”
20

“...willen geven, ter wille van de practische voordeelen over de theoretische bezwaren heen te stappen. Bij voorbaat verklaart hij echter zich niet te zullen verzetten tegen een amendement om de aanstootgevende punten te laten vervallen. Tot zijn leedwezen kan hij momenteel niet opgeven of eene bepaling als hier bedoeld in de Nederlandsche belastingwetge- ving voorkomt. ad art. 1 sub 14o. De hierbedoelde belastingen zi]n volgens de daarop betrekking hebbende verordeningen invorderbaar in vier termijnen. Na het verstrijken van eiken termijn zal gratis eene waarschuwing worden gedaan. De belastingschuldige, die betalen wil, heeft dus de gelegenheid om het verschuldigde in vier termijnen te voldoen en behoeft niet te wachten op een dwangschrift. om zulks te doen. De practijk heeft uitgewezen, dat het niet doenlijk is om ook in andere gevallen dan die, bedoeld in art. 11 der verordening, vr afloop van het belastingjaar dwangschriften uit te vaar- digen. De voorgestelde verhooging van de kosten voor de...”