Your search within this document for 'na' resulted in 139 matching pages.
 
1

“...Curagao, ter verkrijging eener tegemoetkoming voor de hernieuwing van de omhei- ning van het Wilhelmlnapark, met verzoeks Raads mede- werking ter zake te willen verleenen n? 12.1; in handen ge- steld van de commissie n? 12.2; verslag en conclusie van de commissie n? 13.2 en 3. 59 van de heeren Beaujon en Neuman, eigenaren van de ce- ment-dakpannen-onderneming alhier, mededeelende, dat door de ondernemers een verzoek om geldelijke ondersteuning tot den Gouverneur werd gericht; dat door den Gouverneur, na den Minister van Kolonin gehoord te hebben, bericht is, dat het verzoek niet kan worden ingewilligd; dat, waar door het Bestuur aan meer dan een onderneming steun is verleend, het den ondernemers voorkomt, dat ook deze onderneming daarvoor in de termen kon vallen. Verzoekende, dat de Raad deze zaak ter sprake zal willen brengen en het Bestnur om- trent de onderneming zal willen inlichten n? 12.1; in handen gesteld van de commissie n? 12.2; verslag en conclusie van de commissie n? 13.2 en 3. Vl...”
2

“...overweging genomen hebbende, dat het noodig is de Loodsdienstverordening 1917 (P. B. 1918 No. 21;) te wijzigen; Heeft, na verkregen goedkeuring van den Kolonialen Raad en gelet op de tweede zinsnede van art. .50 van het Regee- ringsregleinent dezer kolonie, vastgesteld onderstaande ver-, ordening. Artikel 1. De Loodsdienstverordening 1917 ondergaat de navolgende wijzigingen : a. in artikel 16 wordt in plaats van .,,12 en ,,17 onder- scheidenlijk gelezen: ,,8 en ,,16; b. artikel 18 wordt gelezen als volgt: ,,Hij, die nalaat zich te bedienen van een loods in de gevallen, waarin dit bij deze verordening voorgeschreven is, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste 3 maanden of geldboete van ten hoogste 300 gulden. De bij deze verordening strafbaar gestelde feiten worden beschouwd als overtredingen. Artikel 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van den dag na dien barer afkondiging. Gegeven te Willemstad, den...”
3

“...beschikt, dan kan daarin het lijk naar een begraafplaats worden vervoerd. Is bij uit- zondering op de vindplaats wel een lijkkist aanwezig, dan mag het lijk daarin begraven worden. Zie de nota van wijzi- gingen. Het spreekt, meent ondergeteekeiide, van zelf dat over de plaats van begraven op particulieren grond met de eigenaars wordt overlegd. Zie de nota van wijzigingen. ad Art. 6. De termijn is gesteld op 1236 uren. Wenscht de familie om bijzondere redenen (schijndoodvrees bijv.) nog geen bijzetting na 12 uren, dan moet er natuurlijk met de bij- zetting gewacht worden. ad Ah. 9. De reden van de bepaling is reeds in de Memorie van toelichting uiteengezet; zij behoeft geen moeite te geven. In deze bestaan hier in de kolonie gebruiken, die af te keu- ren zijn: de resten besloten in de oude kist worden vaak met de hand in de meest eenvoudige receptacula (jeneverkistjes bijv.) overgestort. Het wordt niet noodig geacht in gewone omstandigheden het vervoer van een lijk van bijv. een hospitaal naar een...”
4

“...graven nooit gelden voor Joodsche graven. ad AH. 35. Op Curagao beschikt de Openbare Gezondheids- dienst over eenige ambtenaren en beambten; de gonverne- meuts-geueeskundige op de eilanden zal als eenling niet veel toezicht kunnen uitoefenen, wel de Gezaghebber, die tevens Hoofd der politie is. ad Art. 38. Bij ondergeteekende bestaan geen bezwaren om de begrafenisrechten nu reeds vast te stellen. Zie de nota van wijzigingen. ad Art. (nieuw). Door de invoering van het nieuwe AVetboek van Strafrecht na de indiening van het ontwerp zijn de in de nota van wijzigingen voorgestelde wijzigingen in dit artikel noodzakelijk geworden, t. w. : die onder I, omdat tijdens de indiening het woord ,,mis- drijven alle strafbare feiten omvatte, maar thans niet meer; die onder II, teneinde het strafstelsel in overeenstemming te brengen met het in de nieuwe strafwetgeving gehuldigde; en die ouder III, omdat de daar bedoelde feiten in de artike- len 154, 156 en 155 van het nieuwe Wetboek van Strafrecht strafbaar...”
5

“...hechtenis van ten hoogste een jaar of geldboete van ten hoogste f 100,. III. In 29 en 39 van dit artikel vervallen de zinsneden ,,hij, die den toegang tot een l)egraafplaats of het geoorloofd vervoer van een lijk naar een begraafplaats feitelijk verhin- dert of belemmert, ,,hij, die een lijk opgraaft of vervoert vr den termijn of zonder bevel of het verlof en de toestemming in art. 9 vermeld en ,,hij, die eenig op eene begraafplaats opgerichte gedenkteeken opzettellijk en wederrechtelijk ver- nielt. Na Art. 41 (nieuw) wmrdt een nieuw artikel gevoegd, lui- dende: Art. 42. De bij deze verordening strafbaar gestelde feiten worden beschouwd als overtredingen. De artikelen 41, 42 en 43 worden onderscheidenlijk 43, 44 en 45. AV'illemstad, den 7n. ,Iuni 1918. De Gouverneur van Curagao, NUYENS....”
6

“...lijken uit de kolonie naar het buitenland en uit het buitenland naar de kolonie. TWEEDE NOTA VAN WIJZIGINGEN. N? .5. (De vroegere stukken zijn gedrukt onder N? 20 van het Zittingjaar 19171918). Het eerste lid van art. 11 wordt als volgt gelezen : De naaste bloedverwanten van den overledene zijn aanspra- kelijk voor de begrafenis, terwdjl de erfgenamen aausprakc- lijk zijn voor de begrafeniskosten. Het eerste lid van art. .31 wordt als volgt gelezen : Een graf mag niet geroerd worden dan na drie jaren na de begraving. In de laatste zinsnede van 3? van art. 41 (oud 40) wordt instede van ,,art. 39 gelezen : ,,art. 40. Willemstad, den 5n. .Juli 1918. De Gouverneur van Curasao, NYENS....”
7

“........ houdende bepalingen betreffende de verkla- ringen van overlijden, af te geven door de geneeskundigen in de kolonie Curagao. Nota van wijzigingen. N9 1. (!)(' vroegere stukken zijn gedrukt onder X' 2i van liet Zittingjaar 19171918). Artikel 12 wordt gelezen als volgt: Met geldboete van ten hoogste f 100, en, bij herhalin< van dezelfde overtreding binnen 2 jaar na de eerste veroor*^ deeling, met geldboete van ten hoogste f 500, worden ge- straft de geneeskundigen, bij verzuim der verplichtingen hun opgelegd in artt. 1 en 4. Met geldboete van ten hoogste f 300,-- en, bij herhaling van dezelfde overtreding binnen 2 jaar na de eerste veroor- deeling, met geldboete van ten hoogste f 500, wordt ge- straft de ambtenaar van den Burgerlijken Stand, bij verzuim van het hem voorgeschrevene in artt. 9 en 10. Met geldboete van ten hoogste f 100, worden gestraft de personen, die met de aangifte van het overlijden belast zijn bij verzuim van het hun opgelegde bij art. 7. De bij deze verordening strafbaar...”
8

“...Koloniale Baad. ZITTINGJAAR 19181919.4. Keur van den................... tot aanvulling van de keur van den 18den Juni 1917 (P. B. No. 11), houdende bepa- lingen omtrent de straatpolitie en andere politievoorschriften op het eiland Curacao. Eindverslag. N? 1. (De vroegere stukken zijn gedrukt ouder N SS van het Zittingjaar 19171918). Oe Commissie van Eapporteurs, in overleg met de Voorzit- ters der Afdeelingen, is, na kennis genomen te hebben van de Memorie van Antwoord op het Voorloopig Verslag over deze ontwerp-keur, van oordeel, dat door de gewisselde schriftu- ren de openbare beraadslaging over het ontwerp genoeg- zaam is voorbereid. Aldus vastgesteld op Cnragao, den 6n. .Juni 1918. De Eapporteurs, C. S. GOESIEA J.P.Ez. SUTHEELAND....”
9

“...treffende het verleenen van vergvinningen tot het gebruik van domein voor de exploitatie van motoromnihusdienden als ondernemin- gen van openbaar nut op het eiland Curarjao. ONTWERP. N9 1. IW Nj_AM DER KONINGIN! DE GOV^ERNEUR van Curasao, In overweging genomen hebbende: dat het wenschelijk is bepalingen vast te stellen betreffende het verleenen vaii ver- gunningen tot het gebruik van domein voor de exploitatie van motoromnibusdiensten als ondernemingen van openbaar nut op het eiland Curagao; Heeft, na verkregen goedkeuring van den Kolonialen Raad, vastgesteld onderstaande verordening. HOOFDSTUK I. Vergunningen tot het gebruik van domein ten behoeve van de exploi- tatie van motoromnibusdiensten als ondernemingen van openbaar nut. Art. 1. Tot het gebruik van domein ten behoeve van de exploitatie van motoromnibusdiensten als ondernemingen van openbaar nut op het eiland Curasao kan door den Gouverneur, den Raad van Bestuur gehoord, vergunning worden verleend met inachtneming van de bepalingen dezer...”
10

“...mocht achten, onbruikbaar te maken of te slechten. De houder der vergunning is in dat geval verplicht zijn personeel ter beschikking te stellen van den Gouverneur, wanneer deze dat mocht verlangen. De Kolonie treedt daardoor van rechtswege tijdelijk in alle rechten en verplichtingen van den houder der vergunning je- gens diens personeel. De inbezitneming geschiedt bij een met redenen omkleed besluit, waarop de Baad van Bestuur is gehoord. Het besluit vervalt wanneer het niet binnen drie maanden na zijn dagteekening bij Koloniale Verordening is goedge- keurd. De houder der vergunning kan geen recht doen gelden op schadeloosstelling wegens winstderving, welke eventueel het gevolg mocht zijn van de toepassing van dit artikel. Art. 15. De tot de vergunning behoorende werken, het bedrijf en alles wat daartoe behoort, kunnen te allen tijde door den Gouverneur worden genaast. De Kolonie is in dat geval niet gebonden aan de overeen- komsten met derden omtrent de exploitatie van het bedrijf aangegaan...”
11

“...vastgesteld, nadat zij door den Gouverneur zijn goedgekeurd. Zij worden, alvorens in werking te treden, openlijk aange- kondigd. Vervoer tegen lagere prijzen is geoorloofd. Art. 2.3. Een rnotoromnibusdienst, of een nieuw traject daarvan, mag niet voor het algemeen verkeer opengesteld worden, dan na verkregen machtiging van den Gouverneur. Deze machtiging wordt niet verleend, dan nadat de motor- rijtuigen zijn opgeuomen en goedgekeurd. Art. 24. Ingeval van staking van deu dienst zijn de bestuurders van deu motoromuibusdieust verplicht die staking zoo tijdig mo- gelijk bekend te maken op de wijze te bepalen door het Hoofd van Politie. Art. 25. Een om eenigerlei reden gestaakte dienst mag niet hervat worden, dan na verkregen toestemming van den Directeur der Openbare Werken, die het Hoofd van Politie daarvan onmiddellijk kennis geeft. HOOFDSTUK III. Toezicht op de motoromnihundiensten. Art. 2G. Van Bestuurswege wordt toezicht gehouden op de naleving van de bepalingen van deze verordening en van de...”
12

“...geacht, kan door het Hoofd van Politie eene mindere snelheid worden voorge- schreven. De snelheid moet, waar noodig, verminderd worden bij het rijden door kruisingen en bochten van wegen, op druk be- zochte wegen en verder overal waar de veiligheid van het verkeer dit vordert. Art. 48. Het aantal der ritten en de diensturen worden voor iederen motoromnibusdienst en voor ieder traject daarvan door den Gouverneur, den ondernemer gehoord, bepaald. Art. 49. De motorrijtuigen moeten vr zonsopgang en na zonson- dergang van binnen voldoende helder worden verlicht. Art. 50. Voor elke twee motorrijtuigen of minder moet n reserve- motorrijtuig in dienstvaardigen staat aanwezig zijn. De Gouverneur kan vergunning verleenen om voor bepaal- den tijd, of tot wederopzeggens toe, den reservewagen in ge- woon gebruik te nemen. De vergunning voor bepaalden tijd kan te allen tijde wor- den ingetrokken. Art. 51. Telkens, wanneer op een traject oen ongeval of eene ernsti- ge storing van den dienst plaats vindt...”
13

“...cheidingsteeken voorzien zijn. De dienstkleeding of het onderscheidingsteeken moet bij het in art. 21 bedoelde reglement omschreven worden. Art. 57. Het publiek is verplicht de voorschriften op te volgen, wel- ke door de beambten en bedienden van den motoromnibus- dienst, aan hunne dienstkleeding kenbaar of van eene aan- stelling of van een onderscheidingsteeken voorzien, in het be- lang van de orde en veiligheid worden gegeven. Art. 58. De conducteurs van de wagens zijn verplicht onmiddellijk na eiken rit de rijtuigen van binnen te doorzoeken en zorg te dragen, dat dagelijks van de voorwerpen, welke zij in of bij de rijtuigen vinden, aan het Hoofdbureau van Politie aangifte gedaan wordt. HOOFDSTUK VI. Politietoezicht. \ Art. 59. Tot het opsporen van de overtredingen van deze verorde- ning zijn, behalve de volgens de bestaande bepalingen aange- wezen ambtenaren van Justitie en Politie, bevoegd de perso- nen volgens deze verordening van Bestuurswege belast met het algemeen toezicht op de...”
14

“...Art. 62. De bestuurders van een motoromnibusdienst worden, voor zoover hot Wetboek van Strafrecht er niet in voorziet, ge- straft met hechtenis van ten hoogste een maand of geldboete van ten hoogste f 300., zoo zij de voorwaarden, waarop vergunning tot het uitoefenen van den dienst verleend werd, of de bepalingen van deze verordening niet naleven of daar- mede in strijd handelen. Indien de overtreding bestaat in het openstellen of het na staking hervatten van den dienst zonder de gevorderde mach- tiging of vergunning, of in het voortzetten van den dienst na eene bevolen staking, worden zij bovendien gestraft met eene geldboete van ten hoogste f 25. voor eiken dag dien de on- geoorloofde openstelling, hervatting of voortzetting ge- duurd heeft. Art. 63. Hij, die Opzettelijk gevaar veroorzaakt voor een of meer rijtuigen wordt, voor zoover het Wetboek van Strafrecht er niet in voorziet, gestraft, indien geen verwonding of ander lichamelijk letsel of verlies van menschenlevens daarvan het gevolg...”
15

“...ter bepa- ling van het begrip ,,stadsdistrict' voor de verschillende eilanden der kolonie^ wanneer daarvan sprake is in koloniale verordeningen en keuren. ONTWERP. Nna verkregen goedkeuring van den Kolonialen Raad, vastgesteld onderstaande verordening. Artikel 1. Het derde lid van artikel 1 der verordening van den 16den Februari 1918 (P. B. N? 39), ter bepaling van het begrip ,,stadsdistrict voo/" de verschillende eilanden der kolonie, wanneer daarvan sprake is in koloniale verordeningen en keuren, wordt gelezen als volgt: ,,voorAn{6a: de hoofdplaats, Oranjestad, wordt begrensd ten Noorden door de lijn beginnende in het kruispunt van de Weststraat in den openbaren...”
16

“...de straatpolitie en andere politievoorschriften op het eiland Curagao, aaii te vullen; Heeft, na verkregen goedkeuring van den Kolonialen Raad vastgesteld onderstaande keur. Artikel 1. Aan het slot van het hoofdstuk ,,Maatregelen ter bevorde- ring van de openbare orde, rust, veiligheid en reinheid van de keur van 18 Juni 1917 (P. B. N9 11), houdende bepalin- gen omtrent de straatpolitie en andere politievoorschriften op het eiland Curagao, wordt na art. 40 een nieuw art. 406m in- gevoegd, luidende: De bewoners der verschillende districten zijn verplicht aan den wijk- of districtmeester binnen den bepaalden tijd be- hoorlijke en nauwkeurige opgaaf te doen betrefifende zaken van algemeen belang, die de wijk- of districtmeester, tot nakoming van zijn instructie of ter voldoening aan do bevelen van den Gouverneur, van hen verlangen. Artikel 2. Deze keur treedt in werking met ingang van den dag na dien harer afkondiging. ^ Gegeven te Willemstad, den...”
17

“...worden. Dit onderwerp w'as geregeld bij de pnblicaties van 16 Juni 1818 (publicatiebuudel n9 20) en van 18 Mei 1820 (publica- tiebundel n? 32). Deze regelingen zijn echter vervallen krachtens de keur van 13 September 1917 (P. B. N? 17) bij hot in werking treden van het Nieuwe Wetboek van Straf- recht, op welk tijdstip de keur van 18 Juni 1917 (P. B. N9 11) ook in werking is getreden. Op het eerste gezicht zou de plaats voor deze bepaling ge- kozen minder eigenaardig kunnen toeschijnen, doch bij na- dere beschouwing zal men moeten toegeven, dat zij als een politievoorschrift van openbare orde, waarover dit hoofdstuk ook handelt, beschouwd kan worden. Willemstad, den 29n. Juli 1918. De Gouverneur van Cura5ao, NUYENS. Koloniale Raad. ZITTINGJAAR 19181919.8. A'ewr van den..................................., tot aanvulling van de keur van den 18den Juni 1917 (P. B. No. 11), houdende bepa- lingen omtrent de straatpolitie en andere politievoorschriften op het eiland Curagao. Memorie van toelichting...”
18

“...van den 18den Juni 1917 (P. B. N? 11), houdende bepalingen omtrent de straatpolitie en an- dere politievoorschriften op het eiland Curagao, te wijzigen; Heeft, na verkregen goedkeuring van den Kolonialen Raad vastgesteld onderstaande keur. Artikel 1. Artikel 2 van de door den Kolonialen Raad goedgekeurde en door den Gouverneur op den 17den Juni 1918 vastgestelde keur tot aanvulling van de keur van den ISden Juni 1917 (P. B. N? 11), houdende bepalingen omtrent de straatpolitie en andere politievoorschriften op het eiland Curagao, (betref- fende verbod van venten door meisjes beneden den leeftijd van zestien jaren), wordt gelezen als volgt: Deze keur treedt in werking met ingang van den dag na dien barer afkondiging. Artikel 2. Deze keur treedt in werking met ingang van den da" dien harer afkondiging. Gegeven te Willemstad, den na...”
19

“...geldelijke vergoeding aan de marechaussees en veldwachters, voor zoover aan hen en hun gezin geen huisvesting van Landsivege kan tvorden verleend. ONTWERP. N? 1. JN NAAM DER KONINGIN! DE GOUVERNEUR van Curagao, In overweging genomen hebbende, dat intrekking der ver- ordening van den lln. November 3911 (P. B. N? 50), tot vaststelling eener geldelijke vergoeding aan de marechaussees en veldwachters, voor zoover aan hen en hun gezin geen huis- vesting van Landswege kan worden verleend, noodig is; Heeft, na verkregen goedkeuring van den Kolonialen Raad en gelet op de tweede zinsnede van art. 50 van het Regeerings- reglement dezer kolonie, vastgesteld onderstaande verorde- ning. Art. 1. De verordening van den lln. November 1911 (P. B. N" 50), tot vaststelling eener geldelijke vergoeding aan de mare- chaussees en veldwachters, voor zoover aan hen en hun gezin geen huisvesting van Landswege kan worden verleend, wordt ingetrokken. Art. 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van den In. September...”
20

“...onder- wijzers 4do klasse (die later den titel zullen krijgen van hulponderwijzers), welke leerkrachten, blijkens de Memorie van toelichting, ook door het Bestuur niet als gewenschte onderwijskracht worden beschouwd, in verhouding tot het aantal onderwijzend personeel (98 op 208 volgens het Kolo- niaal Verslag voor 1917), bovenmatig groot. Zij stelden voor om daar thans nog niet kan worden overgegaan die leer- krachten inns uit de scholen te doen verdwijnen te bepa- len, dat na een zekeren termijn, b. v. 5 jaren na de in- werkingtreding der verordening, geene kweekelingen of hulp- onderwijzers op de scholen werkzaam mogen zijn. Eenige andere leden wenschten alleen de kweekelingen uit de scholen te zien verdwijnen. Weer enkele andere leden waren voor het behoud zoowel van de hulponderwijzers als van de kweekelingen. Deze le- den betoogden, dat het der Katholieke missie moeilijk zal vallen al die leerkrachten door betere te vervangen. Tegen het behoud der kweekelingen was naar hunne meening...”