Your search within this document for 'na' resulted in 85 matching pages.
 
1

“... 4), hou- dende nieuwe bepalingen tot ivering van onf- niering en belemmering der straten in de stadsdistricten der verschillende eilanden der kolonie. ONTWERP. N9 1. IN NAAM DER KONINGIN! DE GOUVERNEUR van Curagao, In overweging genomen hebbende: dat bet wensclielijk is de verordening van den 5den November 1915 (P. B. 1916 N9 4), houdende nieuwe bepalingen tot wering van ontsiering en be- lemmering der straten in de stadsdistricten der verschillende eilanden der kolonie, aan te vullen; Heeft, na verkregen goedkeuring van den Kolonialen Raad, vastgesteld onderstaande verordening: Art. 1. Tusschen artt. 4 en 5 der verordening van den den No- vember 1915 (P. B. 1916 N9 4), houdende nieuwe bepalingen tot wering van ontsiering en belemmering der straten in de stadsdistricten der verschillende eilanden der kolonie, wordt een nieuw artikel, 4bis, ingevoegd, luidende: ,.Onder stadsdistrict wordt verstaan: voor Curagao: het eerste district of Willemstad, begrensd ten Noorden door het Schotfegat...”
2

“...voet van den berg Man-of-war-hill tot aan het ravijn, loopende naar de Fortbaai; verder dwars over dit ravijn tot aan de rotsblokken, bekend als de ,,Bunk; en ten Westen door een lijn langs den voet van de bergen Me- juffrouw Toosies heuvel (Miss Toosies hill) en Paris tot aan de rotsblokken, bekend als Gap-Rocks, vandaar verder in Noordelijke richting, dwars over het Ladderravijn tot aan den Westelijken uithoek van Castle-hill. Art. 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van den dag na dien harer afkondiging. Gegeven te AVillemstad, den...”
3

“...Verordening van den............................. tot wijziging der verordening van den 5den November 1915 (P. B. 1916 No. 15'), waar- bij nieuwe bepalingen omtrent de mon-dering van scheepsvolk worden vastgesteld. ONTWERP. N9 1. IN NAAM DER KONINGIN! DE GOUVEKNEUR van Curagao, In overweging genomen hebbende: dat het wenschelijk is de verordening van den 5den November 1915 (P. B. 1916 N9 15), waarbij nieuwe bepalingen omtrent de monstering van scheepsvolk worden vastgesteld, te wijzigen; Heeft, na verkregen goedkeuring van den Kolonialen Raad, vastgesteld onderstaande verordening: Art. 1. Artikel 10 van do verordening van den 5den November 1915 (P. B. 1916 N9 15), waarbij nienwe bepalingen omtrent de monstering van scheepsvolk worden vastgesteld, wordt gele- zen als volgt: Buiten kantooruren of aan boord van het vaartuig heeft de aan- of afmonstering niet plaats dan tegen betaling door den schipper of hem die dezen vervangt, van een gulden per man, doch van ten minste vijf gulden, ten bate...”
4

“...betaald, ten behoeve der ONTWERP. N'.> 1. IN NAAM DER KONINGIN! DE GOUVERNEUR van Curagao, In overweging genomen hebbende, dat het wenschelijk is de verordening van den 5den November 1915 (P. B. N9 67), houdende: 19 regeling der emolumenten, welke door de ambtenaren van den Burgerlijken Stand in de kolonie Curasao worden ge- noten; en 29 bepaling van de som, welke voor het voltrekken van een huwelijk in een bijzonder huis moet worden betaald ten behoeve der armen, te wijzigen en aan te vullen; Heeft, na verkregen goedkeuring van den Kolonialen Raad, vastgesteld onderstaande verordening: Artikel 1. Punt 1 van het opschrift der verordening van den 5den No- vember 1915 (P. B. N9 67), houdende: 19 regeling der emolumenten, welke door de ambtenaren van den Burgerlijken Stand in de kolonie Curasao worden genoten; en 29 bepaling van de som, welke voor het voltrekken van een huwelijk in een bijzonder huis moet worden betaald ten behoeve der armen, wordt gelezen als volgt: 19 regeling der emolumenten,...”
5

“...plaatsen van de eilanden der kolonie op werkdagen vr 8 nur des morgens en na 3 uur des namiddags of op Zon- en wette- lijk erkende feestdagen, en buiten die hoofdplaatsen op werk- dagen vr 8 uur des morgens en na 4 uur des namiddags of op Zon- en wettelijk erkende feestdagen, is door belangheb- benden ten bate van de koloniale kas voor ieder der volgen- de verrichtingen zes gulden verschuldigd, n. 1: voor het opmaken van de akte van huwelijksaangifte, van die der toestemming tot het huwelijk en van die tot erken- ning van natuurlijke kinderen, alsmede voor het voltrekken van het huwelijk. De ambtenaren van den Burgerlijken Stand verleenen hun- ne medewerking tot het opmaken van een akte van huwe- lijksaangifte, van toestemming tot het huwelijk of van er- kenning van natuurlijke kinderen in een bijzonder huis niet, dan in buitengewone omstandigheden. Artikel 4. Deze verordening treedt in werking met ingang van den dag na dien harer afkondiging. Gegeven te Willemstad, den...”
6

“...Koloniale Eaad. ZITTINGJAAR 19161917.5. Verordening van den.............. betreffende het verleenen van coneesmn en vergunningen tot het geb^uik van domein zoo voor den aanleg en de exploitatie van werken van openhaar nut ah ten behoeve van andere doeleinden. Eindverslag. N9 4. (De vroegere stukken zijn gedrukt onder N'^ 15 van het Zittingjaar 19151916). De Commissie van Eapporteurs, in overleg met de Voorzit- ters der AMeelingen, is, na kennis genomen te hebben van de Memorie van Antwoord op het Voorloopig Verslag over deze ontwerp-verordening, van oordeel, dat door de gewisselde sclirifturen de openbare beraadslaging over het ontwerp ge- noegzaam is voorbereid. Aldus vastgesteld op Curagao, den 30n. November 1916. De Rapporteurs, H. STATIUS MULLER. EDWIN SENIOR....”
7

“...Koloniale Kaad. ZITTINGJAAR 19161917.6. Keur van den ....................... ........., houdende bepalingen omtrent de straatpolitie en andere politievoorschriften op het eiland Curacao. ONTWERP, W! 1. IA NAAM REE KONINGIN! DE GOUVERNEUR van Cura5ao, In overweging genomen hebbende: dat het wenschelijk is de bestaande keur, regelende de straatpolitie en andere poli- tievoorschriften op het eiland Curagao te herzien en door een Algemeene Politiekeur voor het eiland Curagao te vervangen; Heeft, na verkregen goedkeuring van den Kolonialen Raad, vastgestold onderstaande keur: Maatregelen ter bevordering van de openbare orde, rust, veiligheid en reinheid. Art. 1. Bij openbare feesten, vermakelijkheden, optochten, orkaan, brand en andere buitengewone, omstandigheden moet ieder zich onderwerpen aan de voorschriften in het belang der openbare orde, rust of veiligheid bij iedere gelegenheid door het Hoofd van politie vastgesteld. Art. 2. Hij, aan wien bij volksverzamelingen op den openbaren weg door...”
8

“...beschadigen of in den openbaren weg te graven. Art. 10. Het is verboden de verlichting bij de voorwerpen of op de plaatsen in de twee voorgaande artikelen bedoeld, aange- bracht, gedurende den nacht uit te dooven of te verplaatsen. Art. 11. Het is verboden den openbaren weg op eenigerlei wijze te verontreinigen. Hij, door wien of op wiens last eenige werkzaamheid op of aan den openbaren weg verricht wordt, is verplicht hetgeen ten gevolge daarvan op den openbaren weg achterblijft, on- middellijk na afloop op te ruimen of te doen opruimen. Hij, wien vergunning is verleend, om op den openbaren weg met koopwaren te staan, is verplicht te zorgen, dat vr het verlaten van zijne standplaats de hem toegestane ruimte op den openbaren weg behoorlijk gereinigd is. Art. 12. Het is verboden in het eerste of stadsdistrict,zonder ver- gunning van het Hoofd van politie: a. voorwerpen op den openbaren weg uit te stallen of nitge- stald te hebben of aan den openbaren weg aan de buiten- zijde van gevels, deuren...”
9

“...Eigenaars van boomen of struiken, waarvan takken over den openbaren weg hangen of groeien, zijn verplicht, ter plaatse waar zulks het verkeer belemmert of gevaar oplevert, op de eerste aanzegging door of vanwege het Hoofd van poli- tie, zoodanige takken af te snoeien. Art. 17. Het is verboden in het eerste of stadsdistrict: . faecalin te storten op open of gesloten erven; b. mest-, vuilnis- of aschhoopen op open of gesloten erven aan te brengen of te hebben; c. anders dan tijdens of onmiddellijk vr of na het verrich- ten van werkzaamheden, puin, afbraak, kalk-, klei- of zandhoopen op open of gesloten erven aan te brengen of te hebben; d. varkens op schot, los of vastgemaakt, te houden; e. eenig vee of huisdier te verbranden; . vee te begraven; jf. huisdieren in het openbaar te dooden. Art. 18. Het is verboden op den openbaren weg: a. versch vleesch, in eene hoeveelheid van meer dan 10 Ki- logram, anders dan geheel en zindelijk overdekt te ver- voeren; Onder vleesch worden verstaan alle doelen van...”
10

“...vervoermiddelen of trekdieren bijeen zijn, zich op te stellen, zich te scharen of op te rijden, anders dan volgens aanwijzing van de politie. Art. 52. Bestuurders zijn verplicht op den openbaren weg bij het passeeren van stilstaande tramwagens, op zoodanigen afstand daarvan te blijven, dat het in- en uitstappen van passagiers geene belemmering ondervindt. Indien de breedte van den openbaren weg niet toelaat zoo- danigen afstand in acht te nemen, mogen zij niet anders dan zoo langzaam mogelijk en na tijdig en behoorlijk gewaar- schuwd te hebben, passeeren. Art. 53. Het is aan bestuurders van rijtuigen verboden op den open- baren weg bij het achteroprijden van een begrafenisstoet, an- ders dan geheel ter zijde uitwijkende en zoo langzaam moge- lijk voorbij te rijden. Bij ontmoeting van een begrafenisstoet op den openbaren weg, zijn zij verplicht ter zijde van den weg stil te staan, tot- dat de stoet voorbijgetrokken is. Art. 54. Het is aan bestuurders van rijtuigen verboden op den open- baren...”
11

“...twee wielen, waarmede over een openbaren weg wordt gereden, moet voorzien zijn van eene inrichting om achterwaarts te rijden. Art. 84. De bestuurder van een motorrijtuig, waarmede over een openbaren weg wordt gereden, is verplicht met den hoorn, de trompet, sirene of mechanische fluit een signaal te geven bij het omslaan van een hoek van een openbaren weg f bij bochten, en verder telkens wanneer de veiligheid van het verkeer zulks vordert. Art. 85. Een motorrijtuig op meer dan twee velen, dat zich na zonsondergang en vr zonsopgang op een openbaren weg be- vindt, moet voorzien zijn van minstens twee, aan weerszijden van het motorrijtuig aangelirachte, lantaarns die voorwaarts een helder wit licht uitstralen en van minstens n lantaarn, die achterwaarts een duidelijk zichtbaar rood licht geeft....”
12

“...October 1894 (P. B. N9 28) ter voor- koming van ongelukken bij het houden van Schietoefeningen op de schietbaan achter het Riffort; de keur van den 2n. December 1912 (P. B. .59), houdende regeling van het verkeer op de wegen in verband met het ge- bruik van motorrijtuigen, zooals deze sedert is gewijzigd. Art. 104. Eigenaars van hekken, palen, afsluitingen of perceelen, waarop of waartegen zich holle voorwerpen als bedoeld in ar- tikel 33 bevinden, zijn verplicht te zorgen, dat binnen zes maanden na het in werking treden dezer keur zoodanige voorwerpen verwijderd zijn. Art. lO. Ten aanzien van de openbare wegen of gedeelten daarvan, die bij het in werking treden dezer keur van het verkeer met alle of sommige vervoermiddelen of eenig vee of van het ver- keer in eene bepaalde richting zijn uitgesloten verklaard....”
13

“...blijft zoodanig verbod gehandhaafd, totdat ten aanzien dier wegen art. 59 is toegepast of zoodanige uitsluiting door het Hoofd van politie is opgeheven. Eene krachtens de bij deze keur ingetrokken wettelijke re- gelingen verleende vergunning blijft ook na het in werking treden van deze keur van kracht, tenzij eenige bepaling de- zer keur zich daartegen verzet en behoudens intrekking daar- van door het gezag, dat haar verleende. Gegeven te Willemstad, den...”
14

“..., die aan den openbaren weg grenzen. De term: ,,iets hoegenaamd aan de openbare straten te plaatsen in de keur op de straatpolitie onmisbaar wordt dan ook reeds aangetrolen in de keur van 1811 (P. B. N912) en heeft, \oorzoover kan worden nagegaan, bij de toepassing nooit tot moeilijkheden aanleiding gegeven; zoo mag ook ge- rust worden vertrouwd, dat na het tot stand komen van de nieuwe keur, de opvattingen te dien aanzieu zich niet zullen wijzigen. Art. 8 h. Vergunningen verleend aan bewoners van huizen aan de haven tot het hebben van afvoerbuizen blijven be- houdens intrekking door het gezag dat baar verleende in- gevolge art. 106 ook na het in werking treden van deze keur van kracht, aangezieu geen enkele bepaling dezer keur zich daartegen verzet. Dit artikel behelst geen onvoorwaardelijk verbod de daarin opgpsomde handelingen te plegen. Die feiten zijn slechts dan strafbaar, als zij zonder de vereisclite vergunning begaan wor- den. Zoo laat het artikel ook toe eene algemeene en doorloo-...”
15

“...rege- lende de straatpolitie (P. B. 1891 N9 12) overgenoinen en, voor zoover ten minste bekend, heeft de praktijk daaraan steeds de hier voorgestane uitlegging gegeven. Art. 17 e. en f. Deze artikelen verbieden in het eerste of stad,sdistriot oenig vee of huisdier te verbranden of eenig vee te begraven. Het beperkt zich tot het stadsdistrict en aango- zien liet geen voorschrift betreffende de buitendistricten in- houdt, laat het een ieder daaromtrent volledige vrijheid. Vervolgens blijft het ook na het in werkingtreden dezer keur geoorloofd in het stadsdistrict huisdieren te begraven, terwijl, wat dood vee aangaat, er op kan worden gewezen, dat het thans meermalen voorkomt, dat belanghebbenden het door een visschersschuit in zee doen sleepen om op behoorlijken afstand van de kust te wmrden losgelaten. Art. 18. Aan don yensch in het Voorloopig Verslag ken- baar gemaakt, wordt hierbij voldaan. Ten einde ontduiking der bepaling te voorkomen, dient ook dezelfde eisch gesteld te worden, als bedoelde...”
16

“...- 5 Waar het nieuwe strafwetboek met het stelsel der verzach- tende omstandigheden hoeft gebroken en er geen bezwaar in ziet den rechter toe te staan bij alle strafbare feiten, ook de zwaarste misdrijven, zonder opgave van redenen in hot von- nis tot het algemeen minimum van n dag of vijftig cent te gaan, kan deze keur ook veilig den rechter aan een alge- meen maximum binden en hem overigens volkomen vrij laten. Na het tot stand komen van de Algemeene Politiekour zal de verordening van 10 October 1911 (P. B. N9 52) herzien worden. Willemstad, den 30u. Januari 1917. De Gouverneur van Curasao, NUYENS....”
17

“...Koloniale Kaad. ZITTINGJAAR 19161917.6. Keur van den.................................., houdende bepalingen omtrent de straatpolitie en andere politievoorschriften op het eiland Curavjao. Eindverslag. m 6. De Commissie van Eapporteurs, in overleg met de Voorzit- ters der Afdeelingen, is, na kennis genomen te hebben van de Memorie van Antwoord op het Voorloopig Verslag over deze outwerp-keur, van oordeel, dat door de gewisselde schrift- uren de openbare beraadslaging over het ontwerp genoeg- zaam is voorbereid. Aldus vastgesteld op Curagao, den In. Mei 1917. De Eapporteurs, H. STATIUS MLLEE. EDWIN SENIOE....”
18

“...overweging genomen hebbende, dat het wenschelijk is het Koninklijk besluit van 17 October 1875 N? 27 (P. B. 1875 N9 ]9), betrekkelijk de maten, gewichten en weegwerktuigen in de kolonie Curayao, zooals gewijzigd bij de verordening van 19 Maart 1915 (P. B, N9 56), te wijzigen; Heeft, na verkregen goedkeuring van den Kolonialen Raad, vastgesteld onderstaande verordening; Art. 1. De ijk van weegwerktuigen wordt opnieuw ingesteld. De bepalingen, die daaromtrent in het Koninklijk besluit van 17 October 1875 N9 27 (P. B. 1875 N9 19) voorkwamen en bij art. 1 der verordening van 19 Maart 1915 (P. B. N9 56) werden afgeschaft, ki ijgen opnieuw verbindende kracht. Art. 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van den dag na dien harer afkondiging. Met dien datum vervalt art. 1 der verordening van 19 Maart 1915 (P. B. N9 56). Gegeven te AVillemstad, den...”
19

“...ondergaan, worden ge- durende n jaar te reKenen van den dag, waarop de inenting ge.schied is, in de scholen toe.gelaten. Art. 4. Met afwijking van het bepaalde in art. 3 wordt een onder- wijzer, eene onderwijzeres of een leerling in eene school mede toegelaten, indien wordt overgelegd eene onderteekende, ge- dagteekende en met redenen ornkleede verklaring van een geneeskundige, afgegeven na persoonlijk onderzoek, dat van de koepokinenting, voor de gezondheid van den persoon, te wiens behoeve de verklaring werd overgelegd, bijzonder ge- vaar te duchten is. Zoodanige verklaring blijft gedurende twee jaren na de af- gifte van kracht....”
20

“...worden bewaard bij eene temperatuur van niet hooger dan 10 Celsius. De entstof moet worden gebruikt zooals zij door het Be- stuur wordt afgeleverd. Art. 9. De geneeskundige gaat tot de inenting niet over dan na- zich te hebben overtuigd van den gezondheidstoestand van den in te enten persoon. Ducht hij van de inenting bijzonder gevaar voor de ge- zondheid van den in te enten persoon, dan deelt hij dit, aan hem, die den in te enten persoon geleidt, of aan dezen zelf, mede, en wordt de inenting uitgesteld. Art. 10. De geneeskundige neemt bij de behandeling der entstof en bij de inenting de uoodige antiseptische en aseptische voor- zorgen in acht. Indien de plaats der inenting niet door een verband wordt beschut, zal met de bedekking van het entveld door de klee- ding ten minste tien minuten na de inenting worden gewacht. Art. 11. Bij elke inenting worden met het, met entstof bedeelde, instrument vijf schrapjes van ongeveer n centimeter lengte en ongeveer twee centimeters van elkander verwijderd...”