1 |
|
“...V
EEN BOWCi.iSI)IETBAi^'K IIT DE I\[ED. MT ILLĀ£^
^illsDistad, 13 Jan. (a.M.P.) A^erschnen is de ontwerp
"tc)t i'-::Stelling van ee.i tooLWcredietba;ik van de
^ . Antillen. In de memo ie van toelic'ocing op dit ontwerp wordt
Va--herij.a.ing een leemte in het credietwezen
or-o/^ tjSSiej*-aleerd: voor het verkrijgen van
Vomo^*^ bestemd voor de fi..ancieri/ig van de volkswoningbouw
-'^SPitaalorac .tigen, staan n.l. geen toereikende
^ ope.oL, Eoch o.et handelsba:.ikweze o, noch het hypothe
creb^ kredietwezen -.dat in .looidzaak oelangstelling heeft voor
tege:.i hypotheek op reeds gebouwde onroerende goe-
deze leemte voof-hien.
doo:: niet-kapitaalkrachtigen is het de
Pp i-Lijkheid, aan crediet te komen in het stadium van opbouw,
etreffe tde volksdeel is in het algemeen niet
doende gebleken om deze kosten uit besparingen te doen bekos-
jcredietwaardigheid van deze mensen van dien
rci, dat inmenging van de overheid kan worden gemist,
Elijkens de memorie is Liet de bedoeling, dat de bouwcrediei-...”
|
|
2 |
|
“...^g^^^-Argentijns gebied beschouwt, juist wel de aandacht wilde
^^ijdagmorgen is tenslotte nog een voorstel van Ecuador
dat in de eerste plaats dank brengt aan de commissie
en in 1949 een rapport uitbracht. Verder schrijft het voor-
'ie afhankelijke gebieden, die in 1948 werd ingesteld te
jft het
rende m
n tensl
voor aan re oevexen, aar ae commissxe voor afhankelijke
^^vv/eroepen kan worden om haar werkzaamheden voort te zetten, als
^coe -1 1jj-
Ecuador voor, dat het rapport en het bijbehorende memo
overgelggdzal worden aan de Verenigde Naties en tenslotte
Det voor aan te bevelen, dat de commissie voor afhankelijke
aanleiding bestaat....”
|
|
3 |
|
“...gedurende een betrekkelijk lange tijd geen stappen
worden ondernomen om het overleg op gang te brengen. Ook
'te b.et gewenst voor alvorens het.^9verleg te hervatten een poging
omtrent een der belangrijkst punten waarover ter Oonferen-
^ 1952 geen overeenstemming kon worden bereikt, te weten de
lj_^?^e3?ing betreffende het zelfbeschikkingsrecht der Overzeese
Jksdelen, tot overeenstemming te komen.
scheen aanvankelijk dat in November 1952 in New-York dit
was door opstelling in gemeen overleg van een memo-
iiet werd zowel in Suriname als in de Nederlandse Antillen
o^bvangen, tervirijl ook de Nederlandse Regering het
.--dde als basis van het verder overleg over het Statuut. Over
He^^^'terpretatie van het memorandum zijn echter zodanige moeilijk-
ontstaan, dat de Nederlandse Regering zich genoopt zag op
wijze aan redelijke verlangens van Suriname tegemoet te
in het bijzonder door een voorstel met betrekking tot een
^Mkelijker wijzigingsprocedure van het Statuut.
Den andere factor van vertraging was...”
|
|