1 |
|
“...van de sterkere Franse macht,
j^gegaan op
te
^.'gtop. Verdragsluitenden waren, met enige mede-"gedelegeerden"
pt-dder Robert de Lonvilliers namens Zijne zeer Christelijke Majes-
pit (de Koning van Frankrijk) en Martin Thomas handelend vor de
^ins van Oranje en de Staten van Holland; elk van dit tweetal
ert in de aanhef van het verdrag de weidse titel van gouverneur
^ St. Maarten.
De Fransen zullen blijven in het gedeelte waar zij thans ge-
stigd zijn en zullen de gehele kust, die uitziet op Anguilla -
en Brits eilandje bewonen, de Hollanders zullen het gedeelte
.^bben waar het Fort ligt en de gronden daar rondom van de Zuide-
^jke kust. Aldus de twee eerste artikelen. Daarop volgen dan be-
?^lingen, inhoudende, dat de. Fransen en de Hollanders er als vrien-
en bondgenoten samen zullen wonen zonder elkaar overlast aan te
,en, dat de jacht, de visserij, de zoutpannen, de rivieren en
i^en, het verfhout, de mijnen, de havens en baaien en verdere ge-
j'^genheden van algemeen nut op het eiland...”
|
|