1 |
 |
“...dienen we te bedenken, dat,
I denken zozeer met elkaar vervlochten zijn, elk
tSsr^dpJI^'^ een gedachtenuiting moet zijn, hoezeer het peil
tussen deze gedachten dan ook moge verschillen. Hoe primitief
vi^f rzp moedertaal ook zij, in welke taal zou een
viji^a zes-jarige beter kunnen "denken" dan in zijn eigen
jf gegroeid ? Toch zal men 4t in vle
ingen slechts als achteruitgang kunnen beschouwen of als een
waardLirvhPP??^ entre zou moeten houden. De sociale
aardering heeft op de koloniale taal een smet geworpen, die
het maa? em-?r worden weggewerkt. Aan de Indere kant zijn
zich vS dPzf personen op drie kleine eilandjes, die
d^LTtenwP^M^ PV alleen Papiaments kent, i van
voordelS zfii^ afgesloten. In dit opzicht zou het zeker on-
maar het zoa p. onderwijs tot het Papiaments te beperken,
de meertalip-hP-iH stap in de goede richting wezen, als we
hebben gehouden^staag buiten het schoolhek
immp-rc, f aaden, openlijk in onze klassen toelieten. Het is
geest zuller^vp^^^^t leerlingen door het onderwijs...”
|
|