Your search within this document for 'hik' resulted in two matching pages.
1

“...__________________________________________________ PaR. 466 4- ^ et groen is sappig en fris, de huizen en hekjes zija vroli.ilc x^it geverfd en c stenen weg.^etjes in het dorp zien er uit of ze dagelijks geschrobd worden. Bloemen zijn er overal, veel j,ele verder de prachtige roze hibiscus en een overdaad van rood-paarse bloemetjes, die men hier "get up and kiss me" noemt. Na weken van hik- e IS de koelte hier weldadig. De felblauwe lucht boven de groene bergen stemt vrolijk en miss Jones, die het logeerhuis beheert, zet schalen vol vitaminen op tafel: bloemkool, worteltjes, boontjes, en alles vers van het eiland, waar gelukkig de laat.te weken wat regen gevallen is, 430 meter hoger. Saba ziet er verreweg het welvarendst uit van de Bovenwinden, maar^da komt in hoofdzaak door de properheid van de bewoners. Want arm is men ook hier en het aanleggen van de weg was in hoofdzaak betaald door Curacao en Aruba. Het wegenbouwer heeft de Sabanen wer- Keiijk te paknen gekregen. Toen de weg van de...”
2

“...schrijft Lichtveld, die deze reduplicaties in groepen indeelt. Ik wil volstaan met er eniele te noemen: fomfom (pak slaag) van fom (slaan), kosikosi (scheld- partij; van kosi (schelden). Reduplicaties ook bij namen van voor- werpen: nainai (naald) van nai (naaien), kamkam (kam) van (kammen) Bij dieren-namen treft men vele reduplicaties aan poes; poesi-poesi, aap;_kesi kesi, wants: fjofjo. Soms heeft man dan ook met klank-nabootsingen te doen: eend: kwa-kwa, hommel: woen-woen. Zo ook bij tiko-tiko (hik). Het Neger-Engels heeft voor het enkel- en meervoud de lidwoorden na 01 da en dem. Meervoudsvormen hebben de woorden niet. Het huis- na hoso, de huizen: den hoso. A is 00^ net persoonlijk voornaamwoord van de 3s persoon enkel- voud en dem dat van de 3e persoon meervoud. En nu geeft Schuchardt in zijn werk Die Sprache der Saramaccaner" een merkwaardige ver~. Klaring. Hij meent, dat het lidwoord voor het meervoud niets anders zou zijn dan het persoonlijk voornaamwoord. Dem hoso zou dus eigen- lijk...”