1 |
 |
“...of moet men "modern" zijn en met voorbijgaan van het oude, ieder nieuw
gebouw in de stijl van 1953 optrekken?
Over deze vraag is reeds veel gedebatteerd. De deskundige kan
misschien een belangrijke bijdrage tot dit debat leveren.
De "oudheidkundigen" hebben in ieder geval het voordeel, dat de
Amerikaanse touristen, die in groten en steeds grotere getale Cur.-,p
bezoeken, blijk__g6ven, de oude in zachte kleuren geschilderde huizen
zeer te appreciren. De moderne stijlen zijn tenslotte voor deze tou-
risten geen attractie.
-o-o-o-o-o-o-o-...”
|
|
2 |
 |
“...van Sj 808.000. Hierbij werd de bruto-geld opbrengst van rijst
gesteld op circa 3/ 450 (1.800 kg per ha d 3/ 0,25
h? (1-000 kg per ha a Qf 0,15 per kg) en 3/ 800 (800 kg
p 1 per kg), terwijl w/erd aangenomen, dat per ha veeweide
gehouden, welke gedurende de lactatieperiode van
n tezamen dagelijks 16 L molk produceren met een waarde van
j ^oo^ts wordt gerekund dat per jaar 40 stuks vee voor
de slacht wordt afgestoten a 3/ 125 per dier.
PROJECT PAEi.
Huidige toestand.
Paradistrict hebben tot nu tou weinig belang-
Hing getoond voor de permanente landbouw. Poor zovur zij de land-
herDr?SafP'''P ' gedurende 1 a 2 jaren op turrHnen waar
. ^,cundaire bos terwille van het hout werd gekapt. Hiet
de landbouw is derhalve het hootdmiddel van bestaan. ^ ^
tevreSn vooral van de jongeren, stelt zich echter xiiet
indSstrH rn oP arbeid in de
pSrPhfi hrf meer dan I50 werkbare mannen uit
aangrenzende bauxietbedrijf in dienst. Het moet voor de
sociale opbouw van de plattelandsbevolking van belanp worden Rcacht...”
|
|
3 |
 |
“...zijn van aien aard, dat het, economisch be-
zien, alleen verantwoord is hi^^rtoe te busluitun, wanneer in
het groot tot inpoldering, ontginning en vestiging van een
voldoende aantal bedrijven wordt overgegaan. Ook uit het oog-
punt van transport, opslag, verwerking, maar vooral in verband
met het verzekeren van een afzet van het product, wordt een
rendabele opzet uerst moge lijk, v/anneer een voldoende groot
aruaal in exploitatie wordt genomun.
De Surinaamse landbouw verkeert thans in een labiele tou-
stand, zoals in de aanvang van hoofdstuk IV werd aangetoond.
De quantiteiten, ?;elke voor export beschikbaar komun, zijn
klein, het afzetgebied wisselvallig, het technisch apparaat
onvolkomen en de transportkosten hoog. Duze labiele toestand...”
|
|