1 |
 |
“...WoI.D.
Pag.2.
air.Dr. da Costa Gomez over de R.T.C.
Vowi'zifcter van de i\ntilliaanse Regeringsraad, Mx'.Dr. M.Fda
Oosta Gomez, zeide op 23 Deoember, antwoordend op vragen van het Sta-
mening te zijn, dat het memorandum, hetwelk
1 ew York gezamenlijk door de drie landen vi/erd opgesteld en daarna
door de recpectievelijke Regeringen werd aanvaard, bezwaarlijk door
een van de betrokken landen alleen kan worden genterpreteerd. De An-
tilliaanse landsregering kan derhalve geen enkele interpretatie aan-
vaarden van welke zijde dan ook. Indien verduidelijking van de viif
punten, neergelegd in het memorandum, nodig is, dient dit gezaaieniijk
tc geschieden door de drie daarbij betrokkenen. De Regering acht het
interpretatie van het memorandum, dat toch
duidelijk IS, te onthouden. Het memorandum als een over-
do dntd^fiv gaat naar de mening van de Regering te ver. Uit
de duidelijke bewoordingen daarvan blijkt zonneklaar, dat het niet
richtlijnen, waarlangs en de contouren,
Tu??^ n"Ln'' de op 29 Mei...”
|
|
2 |
 |
“...in de Eerste Kamer uiteengezet, dat ondergetekende
zich thans moge beperken tot beantwoording van de drie daarop betrek-
king hebbende vragen.
De eerste vraag luidt: "Of het Kabinet aanvankelijk het standpunt
van de Minister van Overzeese Rijksdelen had gedeeld en er pas later
reserves waren gemaakt."
Ondergetekende neemt aan, dat >edoeld is of het Kabinet accoord
is gegaan met het standpunt van ondergetekende na ontvangst van het
New-Yorkse memorandum. Aldus opgevat kan het eerste deel van de vraag
bevestigend worden beantwoord. T.a.v. dit memorandum heeft het Kabinet
geen reserves gemaakt.
De tweede vraag luidt of die gemaakte reserves betrekking hadden
op__quaesties van interpretatie dan v^/el op gerezen misverstanden. Zoals
zoeven opgemerkt zijn aanvankelijk geen reserves gemaakt. Dit is wel
geschied in een later stadium t.a.v. de interpretatie van de vijf punten,
zoals reeds in de Tweede Kamer is medegedeeld door de Minister-President.
De derde vraag, of de Minister later van standpunt...”
|
|
3 |
 |
“...waarop de publieke opinie
gunstig was en de uitvoering ervan tot de administratieve mogelijkheden
behoorde. Hij wendde zich derhalve tot de regeringen met het verzoek,
hem te willen mededelen of zij dit gunstige ogenblik gekomen achtten.
Fen eleganter manier om een ondervi/erp aan de orde te brengen is welhaast
niet mogelijk. Dit was in 19^5.
In 19-4-7 werd door de nieuwe minister van kolonin mr Creech Jones
een conferentie bijeengeroepen aan de Montego Bay aan de Noordkust van
Jamaica. In een memorandum dat door hem ter gelegenheid hiervan aan de
gedelegeerden van de conferentie werd gestuurd, werd op de urgentie
van dit onderwerp gewezen. "Het staat wel vast", zo drukte hij zich uit,
"dat een belangrijke en blijvende vooruitgang op politiek gebied in deze
streken zich niet zal kunnen voltrekken, indien de "units" van het West-
indische gebied gescheiden blijven en er niet toe komen, hun problemen
in een ruimer verband te bezien en te behandelen". Hij wijst op het
economische en administratieve...”
|
|
4 |
 |
“...komt. o io
Hoe is echter de situatie?
stand komen van het New-Yorkse memorandum bleek, dat
over de interpretatie daarvan geen eenstemmigheid bestond. Zou alleen
een sterke tegenstand in de Tweede Kamer tot uiting gekomen zijn, dan
zou er reden zijn geweest de kwestie uit te rechten, gelijk de heer
dat in mijn antwoord in eerste termijn in de
Antl?iiafn^ uitdrukkelijk verklaard. Het geval is echter, Lt ook de
inteinipiaffp^ met de Surinaamse, door mij gedeelde
^ verenigen. Behoort het nu niet tot de verant-
oordelijkheid van de Nederlandse Regering alles in het werk te stel-
baar tot een Statuut, dat voor alle drie landen aanvaard-
s L i M u Ministers Beel en Donker en mij zelf opgedragen
rLdstot^ppn'^nni^"^^^ ^derzoeken. Deze commissie is in\egifsel
door het eehpT gekomen, waarvan zij de hoop koestert, dat zij
aoor het gehele Kabinet zal worden aanvaard. De heer Algra wees er ^
tatie^^s^7np?^ interpretatie van het memorandum niet een interpre-
in de philologie gebruikelijk, doch een in politieke...”
|
|
5 |
 |
“...Voorzitter, de geachte afgevaardigde kan uit zijn
dichterlijke periode de zaak nog aardig ensceneren. Wij zaten daar in
een hotelkamer, met de gordijnen dicht; niet bij electrische lampen,
maar met brandende kaarsen; de koppen bij elkaar en zo gingen wij de
zaak uitverkopen, de heer Gomez en ik en de heer Pos en ik,' enz. Zo
IS het niet geweest, Mijnheer de Voorzitter! Er is geen geheime over-
eenkomst gesloten. Het woord "overeenkomst" is wel gebruikt helaas.
Ik spreek liever van "akkoord"en "memorandum". Het zijn richtlijnen om
weer op gang te brengen. Er is geen overeenkomst en er kan
aitijdweer worden uitgenomen wat er in staat. Een geheime overeen-
oms IS er helemaal niet en dat kan gemakkelijk Vi/orden gedemonstreerd.
Hoe zouden anders de Nederlandse Antillen zulke grote bezwaren juist
tegen die interpretatie hebben kenbaar gemaakt. Er is geen sprake van
een geheime overeenkomst. Ik ben daar ook de man niet naar. Ik stel
er te veel pvijs op de Kamers steeds op behoorlijke wijze in te...”
|
|
6 |
 |
“...zijner functie, zijn zaken in Neder-
land af te doen. Deze reis heeft evenveel niets uit te staan met be-
sprekingen, om tot een nieuwe rechtsorde in het Koninkrijk te geraken.
Suriname, aldus de heer Pos, behoeft ook geen nieuw standpunt in te
nemen. Het standpunt van Suriname is niet gewijzigd en is bij de
Nederlandse Regering in hoofdzaak bekend. Blijkens de verklaring van
Minister Kernkamp in de Perste Kamer, heeft de minister de te Parama-
ribo gegeven interpretatie van het New-Yorkse memorandum eveneens be-
grepen. Dit is een belangrijk onderdeel van de meniii^ der Surinaamse
regering en van de Surinaamse delegatie ter R.T.C.
De volgende stap zal dan ook moeten komen van Nederlandse zijde.
Van Surinaamse zijde wordt afgewacht, wat het nieuwe voorstel zal be-
helzen. "
Tenslotte berichtte de correspondent van het A.N.P. te Willemstad
het volgende:
'De Landsregering van de Nederlandse Antillen heeft zich per brief
tot de regering van Nederland gewend met het verzoek, ingelicht te
worden...”
|
|
7 |
 |
“...Bdaac, koiuiiig van liot gkatuu'C, to zuJLlen opnon- n
oen voorstc.1 om d.e cirtidolen 62 64 (vrellce nog
altijd aan de staatcun.ige vsi-liouding tc-ni grond-
slag liggen) en hot XlVde hoofdstuk van de Grond-
wet (hetreife.ude de overgang naar de nieuv/e ver-
houdixigen) vooi wat hetroft Surimme en de Ned ,
Antillen te :.ooi: vervallen, dit laatste in de geest
van punt 3 van hot memoi-andura van TTew-York. Indien
Uurinarae en da Ned. Antillen met deze uitvrerkiiig
van de punten 3 3 van het memorandum kunnen
iiivsterainen, kan het overleg, naar de Nederlandse
xCegering zich voq: stolt, omstreeks October worden
hervat in de z.g, kleine Commissie .jJe hegering
neeiat aan, dat hierbij zal worden uitgegaeni van
het ontvrerp-statuut van 13 Mei 1952, waaromtrent
ter Conferentie reeds een grote mate van overeen-
stemming was verloogen.
lot g<^ed begrip va;.i het bovenstaande volgen hieronder
nogmaals de punten 3, 4 e.. 5 van het mem'iaiidum V£in New-Y rk.
3. In aoansluicing op Int reeds geploegu...”
|
|