1 |
|
“...D.
Pag.125
liet Caraibisclie gebied bezitten geen "responsible" maar wel een "re-
presentative government" d.w.z. zij bezitten een constitutionele status
waarbij de vertegenwoordigende organen voor tenminste de helft bestaan
uit gekozen leden, gekozen leden in tegenstelling tot de benoemde
leden, i.e. benoemd door de Gouverneur of ambtelijke leden i.e. ex
officio aangesteld. Het is duidelijk geworden, dat de Engelsen bij hun
staatsrechtelijke hervormingen zich gaarne laten leiden door het be-
grip "responsible government". Dit houdt geenszins in, dat zij uit-^
sluitend door de autonomie-gedachte worden geleid, de gedachte van in-
tegratie is hun geenszins vreemd.^ Men kan zeggen, dat in vele gevallen
de pogingen tot integratie of coperatie van de Engelse staatslieden
zijn uitgegaan. Zij spreken het liefst van "closer association". Ik
wijs hier op de Caribbean Commission die oorspronkelijk begonnen is als
een commissie met slechts twee partners: Groot Brittannie en de Verenig-
de Staten...”
|
|
2 |
|
“...W. -L. D.
Pag. 19'4-.
dat bij hen zeer beslist belangstelling voor sociale problemen en be-
grip voor de moeilijke omstandigheden waarin vele van hun arbeiders
verkeren, aanvv'ezig is. Het feit dat de rele arbeidskosten per eenheid
burinaamy product hoog zijn, maakt het voor hen echter moeilijk ver-
zoeken om loonsverhoging in te willigen.
Het vakverenigingsleven van de Surinaamse arbeiders verkeert nog
in een stadium van groei. Er is een groot aantal vakorganisaties, die
noch wat het ledental, noch wat de financile kracht betreft, belang-
rijke invloed op de arbeidsverhoudingen uitoefenen. Indien men echter
ae ZIJ het gebrekkige ontwikkeling van het vakverenigingsleven in
Suriname sinds 19'^5 vergelijkt met de zo moeizame groei van de Neder-
landse arbeidersorganisatie s, dan kan men zeggen dat inderdaad hier
mogelijkheden aanwezig zijn voor een gunstige ontwikkeling.
Uiteraard hebben de vakorganisaties zoals in ieder minder-onbwik-
keld gebied, gebrek aan leiding; de leden missen nog...”
|
|