| 1 |
 |
“...Crijnssen
trof bij zijn komst in Suriname bijna 200 jaar later in ieder geval
enige tientallen suikerplantages aan. Suiker is altijd het belangrijk-
ste plantageproduct en derhalve Let voornaamste exportproduct gebleven.
Zo heeft de Surinaamse suiker in de 18e eeuw de krachtigste steun ge-
geven aan de ontwikkeling van de Amsterdamse suikerhandel. In Let jaar
1775 werden bijvoorbeeld millioenen ponden suiker verscheept.
Gelijk bekend ging de Surinaamse export uitsluitend naar Holland.
Een zogenaamd charter bepaalde immers, dat de handel en vaart op en v:.;n
Suriname alleen uit en naar Nederland mocht geschieden. Deze toestand
heeft tot ver in de 19e eeuw bestaan. Men zal dit misschien een nogal
dwingende overeenkomst vinden, maar dan vergete men niet, dat de volks-
planting Suriname eeuwenlang niet een deel van het Koninkrijn was, maar
het eigendom van drie belangengroepen, t.w. de West-Indische Compagnie,
de stad^Amsterdam en een rijke familie, genaamd van SommeIsdijck.
Zij vormden tezamen de...”
|
|
