Your search within this document for 'Guyana' resulted in 18 matching pages.
1

“...drie staten allen zelfstandige republieken zijn, vormen samen met dn drie Guyana's, Brits Honduras en de Canal-Zone, bezittingen van; Frankrijk, Engeland, de Verenigde Staten en Nederland, met uitzondering va,n enkele minder belangrijke eilandjes vlak voor de kust van Venezuela en Colum- bia. Gevoegelijk kunnen deze bezittingen als volgt worden verdeeld onder de respectieve landen waarvan zij deel uitmaken; Nodorland; Suriname en -'u Ndrlo.ndse Antillen. Frankri]k; Martinique, Guadeloupe, Frans Guyana (Cayenne), een deel van bt,Maarten en nog enkele kleinere eilandjes in deze groep. ^ord-Amerika; Puerto Hico, (met eigen regering), St.Thomas (in 1916 van Denemarken gekocht), de Virginia eilanden en de Canal-zone, Engeland; De resterende eilanden (w.o, Jamaica, Trinidad, Barbados, Br.Guyana, de Leeward Islands, de Windward Islands, Bermuda, Banamas ea.j, Brits Honduras, de Mklandeilanden en South Georgia in h'~t Zuid- pool gebied). nadere bestudering van de ligging van deze eilanden blijkt...”
2

“...W. I. D. Pag.115. "Het is te hopen, dat de Regeringen van Groot-Brittannie, Neder- land, Brits Guyana en Suriname voor deze kwestie, die ten slotte niet zo moeilijk is, spoedig een oplossing vinden." "Het Nieuws" zegt o.a.: "Onze grens met Brits Guiana is in I8I5 vastgesteld op een wijze, die minder gebruikelijk is voor riviergren- zen. In plaats van de dalweg der rivier als grens te nemen werd de Brits Guianese oever genomen, zodat de rivier in haar geheel Surinaams is. Ieder Brits Guianees die in de Corantijn pootje baadt bevindt zich dus (illegaal) in Surinaams water. "Voor de suggestie valt daarom iets te zeggen. Of de betrokken autoriteiten het zo gemakkelijk en aanvaardbaar zullen vinden is een andere kwestie. De "Argcsy" suggereert ook, dat Suriname het betwist gebied ku'.n maar de eventuele baten uit mineralen enz, met Brits Guiana moet delen. Of deze suggestie hier in goede' aarde zal vallen, kan sterk betwijfeld worden." -o-o-o-o-o-o- V De Grondslagen van het Tienjarenplan voor...”
3

“...W.I.D, Pag.125 rege-lingen en de voorstellen tot aanvulling en correctie ervan komen tot uitdrukking in de regionale en internationale organisaties. Welnu dan, wij zullen eerst trachten, een overzicht te geven van de constitutionele vormen. De landen in het Carabisch bekken kan men in 4 groepen onderbrengen: 1. De Franse groep. Hiertoe behoren de eilanden Guadeloupe en Marti- nique met hun "dependencies" en Frans Guyana, ook wel genoemd Cayenne 2. De Engelse groep. Zij bestaat uit twee continentale gebieden en wel British Guyana of Demerara en British Honduras of Belize en de vol- gende eilandgebieden: Jamaica, Barbados, Trinidad en Tobago, de Windward Islands en de Lee?>/ard Islands. Een Amerikaanse groep die bestaat uit drie zelfstandige republieken (Cuba, Hati, Santo Domingo) en het met Amqrika geassocieerde eiland Puerto Rico en zijn "dependencies" .-x . ' . ' ' h- ' 4. Tenslotte de Nederlandse sector die bestaat uit het continentale Suriname en de 6 eilanden die tezamen de Nederlandse...”
4

“...gezamenlijk overleg willen vergemakkelijken. Baarbij wensen zij dubbel werk van bestaande onderzoekingsinstellingen te vermijden en vast te stellen, welke onderzoekingsarbeid reeds is geschied. Bovendien willen zij de arbeid van deze aard op de grondslag van samenwerking vergemak- kelijken. Ie gebieden, die tot de sfeer van bemoeienis van de Carabische Commissie behoren, zijn voor wat Frankrijk betreft: Martinique, Guade- loupe en onderhorigheden en Frans Guyana. Voor wat het Verenigd Konink- rijk aangaat : de Bahamas, Barbados, Brits Guyana, Brits Honduras, Jamaica, de Leeward eilanden, de Windward eilanden en Trinidad en To- bago. Voor wat de Verenigde Staten betreft: Puerto Rico en de Ameri- kaanse Maagdeneilanden en ten slotte voor wat Nederland aangaat Suriname en de Nederlandse Antillen. In totaal dus 15 overzeese territoiren. Ie Caraibische Commissie is en dat moet men niet vergeten geen besturend lichaam, doch een uitsluitend adviserende commissie. Zij be- staat maximaal uit zestien...”
5

“...W.I.D. Pag.146. con wook moot dc expeditie de terugreis aanvaarden. -0-0-o-0-0-0-0-0- Indonesiers naar Cayenne. Cyril Jong, redacteur van het weekblad "Varia", heeft een bezoek gebracht aan de ruim 40 Indonesirs, die uit Suriname gemigreerd zijn en op de suikeronderneming Mont Joly van de industrieel Pevot in Frans- Guyana aan het werk zijn gegaan. Deze mensen krijgen een dagloon van 3.-, hebben gratis goede huisvesting met gratis water en electrisch licht. Voor de huisjes wappert de roodwitte Indonesische vlag. De Fran- sen doen al het mogelijke m deze proef-immigratie te doen slagen en daardoor meer arbeidskrachten te kunnen aantrekken voor de in verval ge- raakte plantages. -o-o-o-o-o- Naar Indonesi. De heren Kariodimedjo en Djojo, die in dienst zijn bij het Komisa- riat Indonesia, en de heer Hardjo, werkzaam bij de dienst ter bestrijdir van volks- en besmettelijke ziekten, zijn naar Indonesi vertrokken. Zij zullen zich orinteren inzake de plannen, die enige tijd geleden ge- maakt werden...”
6

“... Marinburg. Op een houtconferentie te Trinidad van I3 18 April wordt Suriname vertegenwoordigd door ir De Hulster en de hoer J.E.Haenen, die namens de Kamer van Koophandel aanwezig zal zijn. Uit Trinidad keerde dr Ostendorff terug, die daar vergaderingen van het Research Committee on Agriculture van de Caraibische Commissie heeft bijgewoond; als waarnemer nam hij ook deel aan besprekingen over onder- wijsvraagstukken. Tot de deskundigen, die Suriname op de a.s. Luchtvaartconferentie in Brits Guyana zullen vertegenwoordigen, behoren mr Barend en de heren Wijdenbosch en Delprado. Mr C.Elenbaas van de Vereniging Surinaams Bedrijfsleven is naar Havana vertrokken ter bijwoning van een conferentie over plantage-arbeid.' -0-0-0-o-o-o-o-...”
7

“...W. I. D. Pag.154. constitutie zou'3amlnstelenbestemcl'oB ore"rtweeL''naderbije6rte en da door British Guyana, British Honduras en de Virgin Islands. De andere gebieden iiebben hun adhaesie betuigd. voorwaarde dat het alleen als een basis voor discussie zou beschouwd. Trinidad, de Windward en de Leeward Islands hebben het werkstuk in zijn geheel aanvaardbaar verklaard. De Antillianen zien met spanning de resultaten van deze conferentie tegemoet, lerifgeen eenvoudige zaak, het gaat om de onderhandelingen tussen 8 of 9 partiien waarvan een al medegedeeld heeft dat zij zich niet op de confLeStie zal laten vertegenwoordigen. De Engelsen gaan evenwel uit van de gedachte debaL'L spitsheid of willeklur de^ m^efwSde^LslLu^d?""'""^ van mislukken of slagen der onderhand elingen nalisSf"'van~Rolfva?^?^'^ fan deze organisatie ligt het internatio- Siet in J S^a^dslag. het is U bekend, dat Simon Bolivar niet in de eerste_plaats zijn vaderland Venezuela wilde bevrinden maar een staatsrechtelijke structuur...”
8

“...tie in St. Vincent wordt aangetoond voor uitvoer in de vorm van zetmeel. In Suriname werd de grootste verandering waargenomen. In 1940 bracht het kleinlandbouv^bedrijf in Suriname ongeveer de helft op van de hoeveelheid producten, beschikbaar voor industrile verwerking. In 1950 was de productie van de kleine landbouwers, wat rijst alleen be- treft, meer dan verdubbeld. Brits Guyana en Suriname zijn de voornaam- ste rijstproducenten van het Carabische gebied. Hierna volgen Puerto Rico, Trinidad, Jamaica, Brits Honduras en Frans Guyana. Het rijstareaal bedraagt ongeveer 81.000 hectares in totaal, waarvan Brits Guyana meer dan de helft en Suriname een kwart voor haar rekening heeft. Behalve rijst, is mais een hoofdvoedsel in het Caraibsche gebied, dat f als zodanig gegeten wordt, bf verwerkt wordt tot maismeel. De gebiedsdelen die bij de^ Carabische Commissie belang hebben, produceren jaarlijks 50-000 ton mas, waarvan bijna driekwart door Jamaica en Puerto Rico tezamen. In het rapport wordt...”
9

“...f I-, \l'^ A.TO^. WESTINDISCHE DOCUMENTATIE DIENST PARKSTRAAT 32 s-GRAVENHAGE TELEFOON 183910 TOESTEL 03 Jaargang 1 Nummer 17* Pag* 24-6 14 Mei 1953 INHOUD : Verontrusting in de Intillen over uitblijven van de RTC Pag 24-7 Brits Guyana 250 Papiamentu, de taal der Ned .Benedenwindse eilanden '' 253 Javanen belangrijk deel van Suriname's gemengde bevolking 256 Mineralen 260 De grondslagen van het Tienjarenplan voor Suriname (lIV) 260. '1. 'Tt...”
10

“... -o-o-o-o-o-o- BRITS GUYANA door dr G.J.KRUYER, Plaatsen wij ons voor de drieluik, voor de triptiek Guyana, dan zien wij onmiddellijk veel overeenkomst tussen de drie panelen. Het landschap verschilt niet essentieel. Surinamers zingen in hun volks- lied van trotse stromen en de rivieren van Frans- en Brits Guyana zijn minstens even trots. In tussen die rivieren overal dezelfde oerwouden en dezelfde moerassen langs de kust. Maar ondanks die overeenstemming in afbeelding en coloriet ziet de aandachtige beschouwer veel verschil. Het linkerpaneel van de triptiek: Brits-Guyana moeten ?\/ij hoger waar- deren tenminste wanneer wij op het economische leven letten. Wij willen niet te lang bij het economische stilstaan, maar toch moet even worden gewezen op de grote betekenis van de suikerindustrie, vijftig a zestig procent van de waarde van de uitvoer bestaat uit suikerproducten. Deze suikerindustrie heeft zich hier veel beter kunnen handhaven dan in Suriname, Frans Guyana en Noord-Brazili. Het...”
11

“...de geboorte- cijfers onder de Hindostanen laag. Tijdens onze gesprekken met plan- tage-arbeiders in Brits-Guyana waren wij diep getroffen door de arm- zalige indruk, die deze mensen maken. Zij maakten zelfs de indruk in groei te zijn achtergebleven. De Surinaamse Hindostanen staan er dus veel beter voor dan hun volksgenoten in het Britse gebied. Wij willen nu iets vertellen over de geschiedenis van Brits Guyana. Dit land dat uit drie delen bestaat: Demerara, Essequebo en Berbice is tot in de Napoleontische tijd, dus tot in het begin van de vorige eeuw, Nederlands gebied geweest. Eind achttiende eeuw vestigden zich echter honderden Engelse plan- ters in Demerara, waarna de Engelse staat meer en meer belangstelling voor dit land aan de dag legde. Toen dan ook Napoleon Nederland in zijn macht kreeg, aarzelde Engeland niet lang met het bezetten van de Nederlandse bezittingen in Guyana; het eerst was men in Demerara, Esse- quebo en Berbice. Deze kolonin namen toen in het Engelse tijdperk snel...”
12

“...jaarverslag van de Gouverneur, waarin de be- matrh\^ao^Lar"a-Jaar voorkomen, werd vermeld dat een cricket- dat WeIt'-lnd!l"wSnf Enaeland In Georgetown werd gesnteld en u Er is dus veel reden voor v^aardering voor wat onze Engelse buren in hun deel van Guyana tot stand he-bben gebracht. veel voor hen was, dat de suikerindustrie van Demerara eehrniv^v waardoor gemakkelijker van de meest moderne vindingen ^ women gemaakt. Bovendien heeft men zeer ve>el profijt ge- heefrontbcc^d'^'^ir^f"^^ de Engelse markt, een steun, die Suriname neett ontbeerd. Voorts was het voor Engeland een voordeel dat de slaver- hierdoor mest men al spmdig conLLt- laten komen met als gevolg dat de bevolking van Brits-Guyana bijna twee maal zo groot is als die van Suriname. Guyana...”
13

“...W.I.D. P^g.253. Al staat Brits-Guyana er, vergeleken met Sarinanie betrekkelijn goed voor zeer rooskleurig is de situatie hier al evenmin. Vooral als men iict met de Latijns Amerikaanse landen vergelijkt. John Gunther deed dit in zijn boek "Inside Latin America". Hij vi/ijdde daarbij aan de drie Guyana s tezamen maar 2 korte^zinnen, waarin hij mededeelt, dat de Guyana's de meest armzalige en ellendige streken in Latijns Amerika zijn. Ongelofelijk arm en ongelofelijk vuil. Dit oordeel laat aan duidelijkheid^niet veel te wensen over, maar juist is het niet - want deze mededeling is sterk overdreven. Maar een kern van waarheid zit er wel in. De Guyana's zijn arm en de achterbuurten van de steden xijn er vuil. Maar nu eindigen wij, v^aarmede v>/ij zijn begonnen. Suriname be- hoort niet tot Zuid-Amerika. De vergelijking van Jolni Gunther gaat niet op, men mag niet met Latijns Amerika vergelijken. Dc Guyana's behoren tot het veel armere Carai'bische gebied. En in hut kader van deze wereld gezien...”
14

“...distilleerderij liepen slechts een drietal arbeiders lusteloos rond). "We hebben betere bauxiet dan Suriname", meende een ingenieur (maar de Amerikanen kunnen op Jamaica meer bauxiet vinden, dan ze ooit kunnen verwerken). Toekomst niet rooskleurig. Heen, wie geen Fransman is, ziet de toekomst van Cayenne niet zo erg rooskleurig. Je kunt bewondering hebben voor het optimisme, het geloof in de toekomst. Men mag zelfs zonder beperking geloven in de aanv/ezig- heid van al die schatten, waar geheel Frans Guyana van droomt. Maar voorlopig pikken de aasgieren nog het vuil van de straten, v/aar geen stadsreiniging ooit verschijnt. Voorlopig nog grijnst de armoede je tegemoet. En voorlopig komen de kippen nog uit Suriname, het vlees uit de Verenigde Staten en de melk uit een Frans of een Zwitsers blikje 5 zijn er geen werkkrachten en is er slechts weinig geld. Volop is er slechts de champagne en de blijmoedige beleefdheid maar die behoren bij Frankrijk. En hiertoe behoort ook het 69e departement. W. Joseph...”
15

“...\ ' A.N.P.westindische documentatie dienst parkstraat 32 -GRAVENHAGE TELEFOON 183910 TOESTEL 03 Jaargang 1 Tumm^r 21. Pag. 313 11 Juni 1953* INHOUD: D^ rapportering door UodGrland aan de V.N, inzake Suriname en de Ued, Antillen Pag. 31'1 Olie-controverse tussen de Verenigde Staten en Venezuela Houtaankoop in Brits-Guyana De positie van de Gouverneur Tijdstip van de R.T.C. Parlementair nieuws uit de Ned. Antillen Handel en bedrijf in de Ned, Antillen Bijeenkomst Coordinatie-Coilvjge Nederland-Suriname in Den Haag 324 De Verenigde Hinustaanse Partij Duiten de vaste commissies Interpellatie in de zaak Dr Kletter De tentoonstelling "Suriname" De grondslagen voor het tienjarenplan voor Suriname XVIII 326 i:,.....”
16

“...Venezolaanse petro- leum- industrie De achteruitgang, die in het eerste kwartaal viel v/aar te nemen, heeft een ongunstige invloed op de econo- mische situatie in Curasao uitgeoefend. De belangrijkste raffi-^ naderijen aldaar zijn tot inkrimping van personeel overgegaan. Het is echter nog te vroeg om vast te stellen, in hoeverre hier van een blievende ontwikkeling sprake is, ("Economische Voorlichting", 5 Juni), BRITS GUYANA Houtaankpop op grote schaal. In 1950 Vi/erd door de "Colonial Development Corporation" een plan bekendgemaakt voor het exploiteren van de bossen van Brits Guyana. Met de uitvoering van dit plan is thans een be- gin gemaakt. Men heeft daartoe moderne zagerijen opgericht met >3^n verwerkingscapaciteit van A-0,000 a 50,000 ton stammen per jaar. De houtaankap en het ti'ansport van de stammen is geheel gemechaniseerd. Tevens zullen houtverwerkL,nde instal- laties v\7orden gebouw/d. De aankap en de fabrieken zijn in handen van de "British uyana Timbers Ltd welke onderneming door...”
17

“...W.I.D, Pag.318, Dc "Corporation lieeft kortgv.lodon oon onderzoek inge- steld naar de soorten hout, ?/elke ter beschikking staan. De gemakkL;lijk bereikbare hoeveelheden greenheart, geschikt voor de zagerij, worden geschat op 285.521.000 kubieke voet. kndere belangrijke houtsoorten, ?i/elke gekapt zullen worden, zijn: mora, wallabas en crabwood. De export van hout van Brits Guyana bedroeg volgens de beschikbare cijfers in 1951 1.700.000 kubieke voet. Hiervan was 1.300.000 kubieke voet greenheart, dat voor het merendeel naar de Verenigde Staten werd gexpor- teerd en verder naar Groot-Brittanni en Hedcrland. Purpleheart -\A?erd gexporteerd in een hoeveelheid van 36.300 kubieke voet uitsluitend naar het Verenigde Koninkrijk. ("Economische Voorlichting", 5 Juni). EKTILLEH DE POSITIE V.hT DE GOUVERi.E'UE _ 1'ILLEMSlnD, 2 Juni (.j.H.P.).- Haar aanleiding van het intervxcw, dat het i..H.P. met Gouverneur ^Struycken in Den Haag had en v/aarbij ook de positie van de Gouverneur in het intil- liaanse...”
18

“...pa.352 hen nooit serieus na.ar goud gezocht. MacT toen in de zestiger jaren een reiziger uit het binnenland terug lo/vaiu met het bericht, dat hij 8:.oren van dit begerenswaardige metaal had aangetroffen, leeh het de moeite waard er wat meer studie van te maken, terne, :.r daar in het aangrenzende Frans Guyana de goudindustrie zich flink begon te ontwikkelen. Er werd een commissie benoemd, die na onder- zoek tot de hoopvolle conclusie kwam, dat er tussen de euri- name en de Msrov^/ijne inderdaad goud in de grond zat. Toen nog een verkenningsexpeditie met niet ongunstige berichten was teruggekomen, begon zich onder de bevolking een ware goud- koorts te ontvvikkelen. Velen verkochten hun schamele hebben en houden om maar een expeditie te kunnen uitrusten, inderdaad hadden sommigen .yeluk, maar ds meesten niet. Zij hadden een verkeerd terrein getroffen of v/aren niet bestand tegen het lu.V'fe bosleven en kwamen geruneerd terug. Toch was al met al de oogst zodanig, dat er tussen de jaren 1875...”