Your search within this document for 'kaft' resulted in one matching pages.
1

“...rdi- ger aan te wijzen een persoon, die voor een enkele zaak als zoodanig wil optreden en niet van het verleenen van rechts- bijstand zijn beroep maakt. Ook kan met recht worden be- twijfeld of artikel 3 der verordening van 17 November 1933 zijn doel niet voorbij streeft door van toelating als gemach- tigde of raadsman uit te sluiten ook denzulke die een vrij- heidsstraf te zijne laste heeft waaruit geenszins eenige nadee- lige gevolgtrekking ten aanzien van zijn karakter of betrouw- baarheid kaft worden gemaakt. In het ontwerp is met een en ander rekening gehouden. Voorts komt een strafbepaling, als vervat in artikel 1 der meergemelde verordening, in het ontwerp niet voor. Het sys- teem- van het ontwerp, dat voor de uitoefening van beroeps- gemachtigden in rechtszaken toelating vordert door inschrij- ving, past zich aan artikel 456 Wetboek van Strafrecht aan, zoodat een afzonderlijke strafbepaling overbodig, is. De eerste Afdeeling handelt over de praktizyns. Met het systeem van benoeming...”