1 |
 |
“...De handel van de vreemdelingen staat er veel beter bij.
Deze vreemdelingen hebben hoegenaamd geen kosten, op hen
drukt geen grondbelasting, zij hebben geen dure waren in
hun winkels, zij hebben geen hooge contracten aangegaan,
zii geven geen krediet anders dan met groote winstmarge,
en de meesten hebben geen naam en faam waarvoor zij
moeten waken. Zij zitten heden hier en morgen daar. Niets
bindt hen aan Curasao, zii hebben hier voor niemand te zol-
een en zii geven hier aan niemand te verdienen.
Miinheer de Voorzitter! Wij moeten trachten onzen gioot-
handel te beschermen. Wij moeten trachten de serieuse,
ernstige handel van Curasao te behouden.
Moeten wij niet toegeven dat het onderhoud van Cuia^ao
gedurende zoovele jarer. te danken is aan den handel van
Curacaosche handelaren ?
Moeten wij niet toegeven dat de Curacaosche handelaren
te allen tijde en bij alle gelegenheden volop hebben bijge-
dragen om den naam van Curacao en van Nederland hoog
te houden? Had men misschien geluisterd naar...”
|
|