| 1 |
 |
“...totstandkoming ya,n veror-
denipgn, die zoo god mogeijjk vyerkeh. "
De Heer Mr. Ellis zegt uit de woorden van den gemach-
tigde te moten opmaken, dat de weglating van d,en haven-
meester uit het onderhavige artikel wellicht aanleiding' vr
het Bestjuur zal, zijn de verordening in te trekken.
De Voorzitter m,erkt op, dat n,u de ontwerp-verordening
door den Raad wordt behandeld, intikking ervan door het
Bestuur niet mepr mogelijk is.
De Heer Mr. Eskes yraagt thans aan den gemachtigde ot
hij de pertinente verklaring kari afleggen, dat dJGouv.erneur
de ontwerp-verordening, thans ui behandeling, zal intrekken,
als de Havenmeester nit wrdt opgenomen nder de ambte-
naren, bedoeld in artikel 5, m welk geval hij zijn voorstel zal
terugnemen.
De Heer Ir. Meijer, gemachtigde van den Gouverneur, ant-
woordt hierop bev.estigend.
De Heer Sproclfel dpet nog eene poging om tegemoet te
komen aan dn wensch van bt Bestuur door en voorstel,
van gelijke, strekking ajs van den Heef Henriquez je doen en
wel m den...”
|
|
