Your search within this document for 'na' resulted in 100 matching pages.
 
1

“...Hoop (L. de), Technisch-opzichter bij het Departement van Openbare Werken. Zie onder verzoekschriften. Hypotheekbewaarders. Zie onder verordeningen sub 5o. Inkomstenbelasting. Een in het Engelsch gesteld schrijven dd. 30 December 1927 van de Whitehall Securitees Corporation Limited, London Financial Agents of the Mexican Eagle Oil Company Ltd. over het voorstel tot vervanging van de 8% be- lasting op uitkeeringen in 10% winstbelasting voor naamlooze vennootschappen in de Kolonie gevestigd 40; na eenige gedach- ten wisseling, waarbij de vraag ter sprake wordt gebracht, of het stuk al dan niet voor behandeling in aanmerking kan ko- men omdat het niet in het Hollandsch is gesteld besloten het stuk voor te lezen en in de notulen op te nemen en aangezien de beraadslagingen in het Hollandsch plaats vinden, de adres- santen alsnog in de gelegenheid te stellen zich in het Hol- landsch tot den Raad te wenden 40; voorlezing van het stuk 40, 41. i...”
2

“...verordeningen sub 6o. P. Parera- Gouvernements depche dd. 28 Februari 1928 No. 656 over aankoop Parera 44; voorstel van den Voorzitter de ver- gadering te schorsen, en de dpche in de afdeelingen te behan- delen 44; schorsing van de vergadering 44; heropening van de vergadering en voorlezing van een in de afdeelingen ontwor- pen antwoord op de depche van den Gouverneur 44; verzoek van den Heei Muskus om hoofdelijke stemming 44; de Voor- zitter spreekt naar aanleiding hiervan 44; het ontworpen ant- woord na stemming aangenomen 44; schrijven van den Gou- verneur over Parera 45; gouvernements depche over den bouw van garages op Parera 50; gouvernements depche over den bouw van verblijven en verdere accessoires voor Venezuelaan- sche arbeiden? op het landgoed Parera 50; verwijzing dezer 'twee laatste depches naar de afdeelingen 50; antwoord op deze depches 53. Politie reorganisatie- Voorlezing door den Voorzitter van adressen aan Hare Majesteit de Koningin, met begeleidend schrijven aan den Minister...”
3

“...ontstaan in den Raad en stelt voor om over te gaan tot het kiezen van candidaten ter voordracht voor de ver- vulling van deze vacature 16; zegt na een verkiezing van candi- daten ter voordracht voor de vervulling van een vacature, den stemopnemers dank voor hunne moeite en verzoekt den Griffier de voordracht op te willen stellen om aan den Gouverneur te worden ingediend 16; verzoekt bij de behandeling van de ont- werp verordening tot oprichting eener gewapende politie als be- doeld bij artikel 176 van het Reglement op het beleid der Re- geeering in Curasao, den Heeren, die 'waren opgestaan, te gaan zitten en verzoekt de gemachtigde zich in te binden daar hij anders genoodzaakt zal zijn hem tot de orde te roepen, of voor te stellen hem het woord te ontnemen en voegt er aan toe, dat de houding van den gemachtigde opnieuw het bewijs heeft geleverd wat Curasao na invoering der mili- taire politie te wachten staat 19; antwoordt op een desbe- treffende vraag van den Gemachtigde van den Gouverneur dat...”
4

“...electrische voorziening zal kunnen bogen. Wijzen de door mij gereleveerde feiten op vooruitgang op verschillend gebied, ook in andere opzichten mogen wij met dankbaarheid een terugblik werpen op het afgeloopen jaar. Orde en rust werden in dit gebiedsdeel niet verstoord. De gezondheidstoestand der bevolking was in het algemeen niet ongunstig te noemen. De verhouding tusschen de naburige republieken en Chracao bleef steeds zeer vriendschappelijk. Beleefdheidsbezoeken van oorlogsschepen van vreemde na- tionaliteit hadden wederom plaats. Met groote voldoening kan ditmaal melding worden gemaakt van het bezoek van Nederlandsche oorlogsbodems aan Curacao. Waar hier in de laatste jaren slechts oorlogsschepen van vreem- de natin werden gezien, werd het bezoek dezer eigen oorlogs- bodems op hoogen prijs gesteld. Zoowel de K XIII, die in Juli 1926 Curacao aandeed, als de Sumatra, die in November jl. alhier aankwam, waren zeer welkome gasten; dit is op de meest ondubbelzinnige wijze gebleken. Naar v...”
5

“...goede wenschen voor eene voorspoedige reis en be- houden aankomst en eene spoedige terugkeer naar Curasao, na de mededeeling van mijn desbetreffend schrijven in Uwe ver- gadering van 27 April jl. door den Voorzitter Uwer vergadering uit Uw aller naam geuit, ben ik zeer gevoelig. Onder dankbetuiging daarvoor bied ik wederkeerig U allen zoo in hoedanigheid als in persoon mijne beste wenschen, hopende, dat de aangename samenwerking met Uwen Raad en de vriendschappelijke omgang met zijne individueele leden mij ook na mijn terugkeer zullen blijven ten deel vallen. Met een ernstig beroep op Uw aller zoo noodige en steeds op hoogen prijs gestelde medewerking en met de bede, dat Gods onmisbare zegen op onzen gemeenschappelijken arbeid voor de welvaart van Curasao en het welzijn zijner bevolking moge rusten, verklaar ik de vergadering van den Kolonialen Raad voor het zittingjaar 19271928 geopend. Na het uitspreken dezer openingsrede verlaat de Gouverneur met zijn adjudant de vergaderzaal, door evengenoemde...”
6

“...Niet in de minste plaats meen ik voor een goede uitvoering van die taak op Uwe medewerking, steun en voorlichting te moeten rekenen. Reeds dadelijk na de aanvaarding van het tijdelijk bestuur over dit gewest roep ik dan ook Uwe medewerking in, vraag Uwen steun en Uwe voorlichting, opdat de moeilijke weg, die een Gouverneur moet gaan, eenigszins geffend worde. Zooals reeds eerder aan den Raad is aangekondigd, zullen binnenkort eenige maatregelen aan Hem in overweging worden gegeven. Ik hoop, dat onder Gods zegen en door onderlinge samen- werking tusschen Uwen Raad en mij maatregelen mogen wor- den getroffen, die van blijvend nut zullen zijn voor het voor ons allen dierbaar Curasao. Na het uitspreken dezer rede verlaat de waarnemende Gouverneur met zijn adjudant de vergaderzaal, door evenbe- doelde commissie uitgeleide gedaan. De Voorzitter bedankt de commissie van in- en uitgeleide, die intusschen in de vergaderzaal is teruggekeerd. Aangezien deze vergadering belegd is voor de beediging...”
7

“...onder opvol- gende Besturen als gemachtigde van den Gouverneur naar de- zen Raad afgevaardigd om bjj de behandeling van verschillende ontwerpen een raadgevende stem uit te brengen. Tot driemaal toe heeft hij in een plechtige vergadering den eed als waarnemend Gouverneur mogen afleggen. Met genoegen zal de Raad steeds herdenken de aangename samenwerking, die tijdens zijn herhaald intermediair Bestuur tusschen Raad en Bestuur bestond. Na een welbesteed leven, waarin hij zijn beste krachten aan zijn geboortegrond heeft gegeven, is hij temidden van drukke bezigheden, na een kortstondig ziekbed, ons ontvallen. Zijne nagedachtenis zal steeds bij den Raad in hooge eer blij- ven. De heer De Veer Abrahamsz verkrijgt thans het woord en brengt als lid van de Commissie voor de verzoekschriften het volgend verslag uit: Mijnheer de Voorzitter. Namens de Commissie van verzoek- schriften heb ik de eer het volgende verslag uit te brengen. In handen van de Commissie is gesteld: Een schrijven dd. 21 Januari 1927...”
8

“...BBoomgaart, lid van den Raad van Bestuur, Gouvernements-Se- cretaris, tevens ambtenaar van den Burgerlijken Stand, in acti- rviteit is hersteld; en de heer J. G. Statius Muller, hoofdcommies Iter Gouvernements-Secretarie, eervol is ontheven van de verde- \ re waarneming van het ambt van Gouvernements-Secretaris, Itevens ambtenaar van den Burgerlijken Stand alhier. [ Naar aanleiding hiervan zegt de Voorzitter het volgende: Ik heet den heer Boomgaart welkom in ons midden en houd mij overtuigd, dat hij na zijn verblijf in het buitenland wederom I met verjongde kracht en frisschen moed zijne betrekking heeft |.| aanvaard. Den heer J. G. Statius Muller, die tijdens het ver- li blijf van den heer Boomgaart diens ambt heeft waargenomen, I ibetuig ik den dank van den Raad voor de aangename geest van pamenwerking, die tsschen hem en den Raad heeft geheerscht. I De heer Boomgaart bedankt den Voorzitter voor de tot hem Igerichte woorden. I 2o. eene Governements-depche, dd. 28 Juni 1927, No. 1529, I luidende:...”
9

“... zal worden gegeven; dat eene zuivere militaire politie, waaruit alle burgerlijke invloed zorgvuldig is geweerd, zoodanig strijdt met den volks- aard, dat bij invoering van zulk eene militaire politie de reeds bestaande ontevredenheid over de wijze, waarop in de laatste jaren het bestuur over dit gebiedsdeel wordt gevoerd, in verbit- tering zal overslaan; , ' _ dat zich brandstoffen zullen ophoopen, die op den een ot anderen dag tot uitbarsting zullen komen en de meest noodlot- tige gevolgen na zich zullen sleepen; dat de Koloniale Raad zich daarom gedrongen ziet bij de- zen gebruik te maken van de bevoegdheid hem bij het Regee- ringsreglement toegekend en zich tot Uwe Majesteit te wenden met het eerbiedig verzoek, dat het Haar zal mogen behagen s Raads bedenkingen, in den breede uiteengezet in het voor- meld voorloopig verslag in ernstige overweging te nemen en dat Zij termen zal mogen vinden om Haar ook in dit verre gebieds- deel zoo geliefden naam niet te stellen onder een Besluit...”
10

“...van den Raad te onderwerpen den brief door de Afdeelingen ontworpen in antwoord op de depche van Zijne Excellentie den Gouverneur, dd. 28 Juni 1927, No. 1529, welk antwoord, bij goedkeuring, aan den Gouverneur zal wor- den toegezonden. Dit ontwerp brief luidt als volgt: De ontvangst erkennende van Uwer Excellence's depche van den 28n. Juni 1927 No. 1529 heeft de Koloniale Raad de eer U het volgende te berichten. Met instemming heeft de Raad waargenomen dat het tiidelijk Bestuur, reeds terstond na zijn optreden volle aandacht geschon- ken heeft aan de verschillende in die depche behandelde onder- werpen. Voorde betrachte voortvarendheid, welke Curasao niet anders dan ten goede kan komen, wil de Raad gaarne een woord van lof tot Uwe Excellentie richten. In zake overschrijding van begrootingsposten heeft de Raad reeds meermalen het door hem ingenomen standpunt doen ken- nen. Tengevlge van de bijzondere omstandigheden van het on- derhavige geval ziet de Raad zich echter noodgedwongen ver- plicht...”
11

“...verwering van politietoezicht, M. .uitbeeld,g hooeere bezoldiging en het plaatsen van een post m de buurt van RooiCanarie, juicht de Raad toe, overtuigd, dat de daardoor veroorzaakte uitgaven, welke trouwens geheel in den geest van den Raad zijn, veel nut voor de ingezetenen en hetpohtiekorps zullen afwerpen. Op s Raads steun en medewerking daaitoe kan het Bestuur rekenen. . . Na het vorenstaande heeft de Koloniale Raad de eer Uwei Excellentie, in antwoord op de meeraangehaalde depche mede te deelen, dat de Raad zich kan vereemgen met de daarin ver- melde voorzieningen en er bij deze zpne goedkeuring aan hecht. Na voorlezing wordt het ontwerp goedgekeurd, Niets meer te verhandelen zijnde en niemand meer het woord verlangende, sluit de Voorzitter de vergadering....”
12

“...beslissingen te willen nemen, die gevolgen voor dit gebiedsdeel kunnen hebben, vr dat de Raad, voor zoover zulks tot zijne bevoegdheid behoort, zich over het op- gemaakte programma heeft uitgesproken en zonder dat reke- ning is gehouden met wenschen, die als gevolg van het pro- gram in dit gewest tot uiting zouden kunnen komen. De Raad meent er ook op te moeten wijzen, dat het volgen van een andere gedragslijn ten aanzien van deze aangelegen- heid de bestaande ontstemming zal kunnen doen toenemen. Na gedane voorlezing wordt deze missive goedgekeurd. Verder stelt de Voorzitter voor Zijner Excellentie den Gou- verneur te verzoeken zijn tusschenkomst te verleenen tot door- zending van deze missive aan den Minister van Kolonin. Aldus wordt besloten. Niemand verder het woord verlangende, en niets meer te ver- handelen zijnde, sluit de Voorzitter de vergadering....”
13

“...-19- f hem tot de orde te roepen of voor te stellen hem het woord te ontnemen. De Voorzitter voegt er aan toe, dat de houding van den gemachtigde opnieuw het bewijs heeft geleverd wat Curasao na invoering der militaire politie te wachten staat. | De heer Borren, gemachtigde van den Gouverneur, zegt, dat i hij niet anders doet dan voorlezen hetgeen het Bestuur hem opgedragen heeft voor te lezen. I De heer Borren vraagt of hij door mag gaan, waarop de Voor- : zifter antwoordt, dat hij door mag gaan, mits hij zich inbindt. [ Hierna vervolgt hij zijn rede: I De materie van de oneigenlijk disciplinaire vergrijpen, zijnde leen aantal feiten, waartegen in de strafwetgeving reeds is voor- jzien, doch die, wanneer zij onder zeer verlichtende omstandig- heden zijn gepleegd, gevoegelijk disciplinair kunnen worden af- I gedaan, dan wel overtredingen, waardoor ook wel de algemeene rechtsorde, maar in veel sterker mate de krijgstucht kan zijn iaangerand, staat nadrukkelijk in art. 2 van het Reglement...”
14

“...memorie van toelichting op het Regeeringsreglement heeft gezegd: De Procureur-generaal is tevens hoofd van de rechterlijke en administratieve pol t e, evenals hier te lande de Procureur-generaal bij de gerechts- hoven als directeuren van politie fungeeren. (Bordewijk bid. bovengenoemde indeeling van het begrip politie beschouwd in verband met art. 4 van het ontwerp, heeft het Bestuui doen besluiten de erbij betrokken wetteRjke regelingen aan een nauwkeurige bestudeering te doen ondei werpen, teneinde na te gaan of wel steeds die indeeling in het oog is gehouden; in voorkomend geval zal door wijziging der bedoelte verorde- ningen moeten worden bereikt, dat alles wat specifiek op het terrein der veiligheidspolitie ligt, komt aan den Commandant der Politietroepen, hebbende deze geen bemoeienis met hetgeen dat als vallende op het terrein der rechterlijke of administra- tieve politie aan den Procureur-generaal is en blgft toe- VeOvedgedns zal ook wel niemand ontkennen dat ^ Procureur- generaal in Curasao...”
15

“...erkend als gezagsinstrument, dienende tot bescherming van de openbare orde, rust en veiligheid. De heer J. J. Beaujon verkrijgt het woord en houdt de vol- ^MAnheer' de Voorzitter. In Februari 1925 heeft het Bestuur in de memorie van toelichting op de toen ingediende begrooting medegedeeld, dat het zich aan een politiereorganisatie had ge- zet De Dolitiereorganisatie was toen al noodzakelijk en urgent. De afdeelingen verklaarden zich ook daarmee ingenomen, doch weinig konden zij vermoeden, dat zij na ruim anderhalf jaar wachten een ontwerp zouden ontvangen, dat zoozeer tegen het Regeeringsreglement ingaat, zoozeer tegen de historische ont- wikkeling en den volksaard indruischt, dat zij zich eenparig dRDet p^^ngTan^t^estuiir de politie te hervormen heeft ver- schillende kwesties opgeworpen en een strijd ontketend. cien de afdeelingen wegens onbekendheid met de plannen van het Be- stuur toen niet konden vermoeden. Groot verzet e^n bestrijding in breede kringen heeft dit ontwerp uitgelokt, daai...”
16

“...Curasao gebonden peil gehouden heeft, maar zelfs a onleidins bewape- zullen zijn. Wat zal de Tweede Kamer daarvan zeggen? vacatures niet geregeld aan ^ vullen, voor i d ^ R&t ^ zegt zelf, dat verscheidene bevoegdhed de praktijk van de landstaal eigen maken. Wat een verschil! Ik dank U, Mijnheer de Voorzitter. Hierna verkrijgt de heer De Veer Abrahamsz het woord en hMi^nhee'i'0defVoorzitter. In en buiten den Raad heeft dit impo-' nulaire en onsympathieke ontwerp bestrijding gevonden. Reeds kort na het indienen ervan hebben verscheidene ingezetenen, personen tot oordeelen in staat, die den volksaard kennen en nersonen die niet tot de oude bevolking behooren, zich tot leden 1 . TT/VIrmialpn "Raad £f6W6nd 611 g6W6Z6Il Op fOUtCU 6l b6- ^ware^vafheltntweTp Ook de ledln van den Raad korden rinriPiiiv naaaan dat de voorgestelde reorganisatie, afge scheiden vin al hetgeen'in strijd is met het Regeringsreglement en het Wetboek van strafvordering, zeer tegen het belang van USruj?virSte?e*(d2ll'ngen...”
17

“...wilde benoemen. I Daar ik geen oude koeien uit de sloot wil halen, zal ik hier Iniet in het openbaar zeggen, wat toen bijna gebeurd zoude Ifcijn, omdat die officier niet tot detachements-commandant werd benoemd. I Hoe het Bestuur verder kan neerschrijven, dat men de mili- itaire politie de eerste keer geen eerlijke kans heeft gegeven en f ontijdig heeft afgeschaft, is mij een raadsel. Weet het Bestuur dan niet, dat men toen acht jaren lang met de militaire politie I heeft gesukkeld? F Toen eenieder na acht jaren herhaaldelijk de overtuiging had I gekregen, dat men met de militaire politie van den wal in de sloot geraakt was, heeft het Bestuur zijn toevlucht tot burger- llijke politie genomen. | Ik zal hier niet in het breede mededeelen, wat ik in al die ja- iren meegemaakt heb. Hoeveel maatregelen moesten er toen niet genomen worden om drankmisbruik en tengevolge daarvan, we- derspannigheid, te voorkomen. F Ook op bladzijde 5 van de Memorie van Antwoord staan er ieenige zinnen, die minder vleiend...”
18

“...hoop ik met U, zeer in het belang van Curasao, dat Hare Majesteit Haar zeer geliefden naam niet onder een besluit zal stellen als door het Bestuur ont- worpen, om hier een militaire politie in te voeren tegen Cura- jaosche belangen en tegen Hare Curacjaosche onderdanen, die dikwijls getoond hebben veel te voelen voor het Huis van Oranje. Ik dank U voor het mij verleende woord. ' De Heer Dr. Ellis, thans aan het woord gekomen, zegt het volgende: Mynheer de Voorzitter. Slechts een paar opmerkingen na de redevoeringen van de vorige geachte sprekers. De geachte gemach- tigde van het Bestuur heeft gezegd, dat in het Regeeringsregle- ment niet staat, dat de Procureur-generaal het hoofd van de preventieve politie is. Volgensart. 153vanhetRegeeringsreglement is de Procureur- generaal het hoofd van de rechterlijke en administratieve politie in de gansche kolonie. De veiligheidspolitie zou volgens het Be- stuur niet onder die bepaling vallen. Maar de preventie is een on- derdeel van de taak van de...”
19

“...de Voorzitter, dat de heer Edwin Senior kennis heeft gegeven, dat hij wegens drukke bezigheden verhinderd is deze vergadering bij te wonen. De Voorzitter zegt voorts, dat de afdeelingen, naar aanleiding van de houding, toon en wijze van optreden van den gemach- tigde van den Gouverneur bij de verdediging van het ontwerp der verordening tot oprichting eener gewapende politie als' be- doeld bij artikel 176 van het reglement op het Beleid der Re- geering, in de zitting van gisteravond, onmiddellijk na afloop in vergadering vereenigd, het volgend schrijven aan Zijne Ex- cellentie den Gouverneur en telegram aan Zijne Excellentie den Minister van Kolonin ontworpen hebben, welke stukken hij aan de goedkeuring van de vergadering onderwerpt. De missive aan den Gouverneur luidt: De Koloniale Raad heeft de eer Uwer Excellentie mede te deelen, dat hij zich gekrenkt gevoelt over houding, toon en wijze van optreden van den gemachtigde van het Bestuur in de vergadering van gisteravond. Hij verzoekt het...”
20

“...zoodanig aan te vullen, dat het scheidsgerecht beslist, indien tusschen Gouvei- neur en vergunninghoudster bij de vaststelling of hciziening der voorwaarden en tarieven geen overeenstemming wordt ver- kregen. sluit genoemd. Het zal wel geen betoog behoeven, dat hier een min juiste beteekenis aan dit woord wordt gegeven. Artikel 7 betreffende het waarborgkapitaal schijnt niet in overeenstemming te zijn met artikel 4 van de ontwerp-verorde- ning, hetwelk luidt: De ondernemer deponeert binnen een jaar na de dagteekening van de hem uitgereikte vergunning in s Lands kas een waarborgkapitaal enz. Het waarborgkapitaal moet worden gedeponeerd in wettig betaalmiddel of in zoodani- ge effecten enz.. Volgens gemeld artikel 7 moet, voor het geval de betaling plaats heeft de storting in s Lands kas plaats heb- ben. Een dergelijk voorbehoud kent de ontwerp-verordening blijkbaar niet. Overigens wordt het bedrag van twee duizend gulden te laag geacht in verband met het vijfde lid van gemeld ar- tikel 4 luidende:...”