1 |
|
“...nieuwe zittingjaar te openen.
Moge de waardeerende herinnering aan den voortreffeiyken,
nauwgezetten en plichtgetrouwen magistraat, die de heer
Gorsira was, nog lang levendig biy ven in Uwe vergadering,
waarin gij hem zoovele malen in verschillende hoedanigheid
hebt zien verschenen.
Ook gevoel ik my gedrongen een woord van hulde te bren-
gen aan de nagedachtenis van den heer E. M. Penso, die in
het afgeloopen jaar door den dood uit Uw midden werd weg-
gerukt.
Door zijn afsterven verloor Uw Raad een man, die steeds
er op uit was de belangen van Curasao naar zijn beste ver
mogen voor te staan en te behartigen.
Alvorens verder te gaan wensch ik U allen dank te betuigen
voor den door U in het afgeloopen zittingjaar verrichten arbeid.
Het is voor my eene groote voldoening opnieuw in deze
vergaderzaal te kunnen getuigen van den opbloei van Curasao,
die zich ook in het afgeloopen zittingjaar zonder stoornis heeft
voortgezet.
De opbrengst der middelen was in 1926 f 460 703, hooger
dan in 1925 en overschreed...”
|
|
2 |
|
“...de Auditeur-militair het recht
fpan honger beroep aan het Hoog Militair Gerechtshof heeft van
3 alle vonnissen, bij de Krijgsraden gewezen. Wanneer dit alles
i|in aanmerking wordt genomen, moet de berechting van militai-
ilren wel in een ander licht worden gezien dan het Voorloopig
* Verslag en hetEindveislag er op werpen.
S Het Bestuur kan echter nooit goedvinden, dat de militaire
j: justitie zich zal richten naar de publieke opinie; die justitie
staat hoog genoeg om boven de meening van den man in de
istraat verheven te zijn. Ook in dit-verband doet het vreemd
laan, dat in het Voorloopig Verslag een militair-justitieele uit-
jspraak is aangehaald, enkel omdat die een onaangenamen in-
Idruk p het publiek zou hebben gemaakt, temeer omdat die uit-
spraak in hooger beroep een geheel andere is geweest. En dat
alles wordt aangevoerd omdat het misschien wel eens gebeuren
kan, dat een politieman zich vergeet, waarvoor dan dadelijk een-
ieder, zonder de omstandigheden te kennen, zijn oordeel klaar...”
|
|
3 |
|
“...eens in Nederland in een wet zijn
opgenomen. Instede van zich met zoon kort zinnetje van de
zaak af te maken, had het Bestuur moeten nagaan of hetgeen
de Afdeelingen beweerden, al of niet juist was en de vragen be-
antwoorden.
Nu het Bestuur dat niet gedaan heeft, zal ik zelf uiteen
zetten, dat en waarom hetgeen wij in het Voorloopig Verslag
gesteld hebben, juist was.
Mijnheer de Voorzitter. U zult tevens bevinden, dat onze
bescheiden meening met die van een autoriteit, tijdens zijn
leven een man van groote kennis en gezag en voor wiens
gevoelen men zeker eerbied moet hebben, ten volle overeen-
stemt.
In de Handelingen der Nederlandsche Juristen Vereeniging
over het jaar 1893 in en praeadvies, uitgebracht door Mr. H. J.
Kist, destijds Procureur-generaal bij het Gerechtshof te Am-
sterdam, over de samenstelling eener politiewet, zoowel ten
aanzien van bevoegdheden als organisatie der politie, kunt U
n.1. op blz. 244 o.m. lezen: In de derde plaats moet de politie-
wet zelve beperkingen van...”
|
|
4 |
|
“...agenten wrden aan-
gesteld op een hoogere bezoldiging dan de voor hen vastgestelde aanvangsbezoldiging.
De ondergeteekende vraagt voor 1929 een hooger bedrag aan dan het vorige jaar omdat door een geleidelijk
afvlocien van de burgeragenten in 1929; nog gerekend wordt op het in dienst zijn van 60 man, zoodat het
noodzakelijk is om boven de toelagen aan de militaire politie nog rekening te houden met uitgaven voor be-
zoldiging en kleeding van deze 60 burgeragenten.
Hierna moge ondergeteekende laten volgen een uiteenzetting van de wijze waarop hij zich voorstelt over
het aangevraagd krediet te beschikken:
politietoelagen voor 120 militairen, berekend naar een gemiddelde van f3, per dag en pr man... f 132 000.
60 burgeragenten.................................................................."............no 000,
officieren en administratief personeel...............................................m '...' ^.... 5 qoo______
f 247 000,
Artikel 27. De brandweer zal door de politie worden uitgeoefend...”
|
|
5 |
|
“...11
Artikel 24/26. Het is gebleken, dat zich in Nederland geen
gegadigden aanmeldden op de aanvankelijk voorgestelde toela-
gen, zoodat deze noodwendig moesten worden verhoogd; in de
ontwerp-begrooting is op een gemiddelde toelage van f 3,
per man gerekend. Deze toelagen worden uitsluitend toege-
kend aan onderofficieren en minderen, die practischen politie-
dienst verrichten. De Troepen-officieren en het administratief-
personeel, ook arbeidverrichtende ten behoeve van de Politie,
genieten dus geen toelage. Het wordt echter geacht onbillijk
te zijn, indien deze militairen voor dien arbeid geen enkele te-
gemoetkoming zouden ontvangen. Om deze reden is een be-
drag van f 5 000, uitgetrokken teneinde aan deze militairen
per jaar een extra-maand salaris te kunnen toekennen. Ter
voldoening aan ht desbetreffend verzoek van de Afdeelingen
worden ter Griffie van den Raad nedergelegd opgaven van de
bezoldigingen enz. van de militairen, waarbij opgemerkt moge
worden, dat de tot het Nederlandsc...”
|
|