1 |
 |
“...zai (j 6 concurrentie, die de zeilschepen wordt aangedaan. Ik
m naatrom k mijn stem aan het eerste amendement geven
waa/6t noodelos te breken met een principe van den Raad,
kon ;nede m, ook billijkheidshalve, van den beginne aan
bepai-ereen^en- Wat wij van den eenen kant door vrijgevige
leetipUlgen aan Quratjaosche schepen in het algemeen ver-
pea n> komt, lijkt mij, als Inkomstenbelasting, die deze sche-
v0n Jje aetalen zullen hebben als er verdiend wordt, weer ten
Ueele van de koloniale kas.
opA,af aanleiding van wat het Bestuur in zijn laatste Nota
de w Eindverslag zegt, als zoude de vertegenwoordiger van
o^i- ^-Indische Scheepvaart Maats -happij zich niet hebben
?en met dreigementen pressie op de stemming van den
in 1 uit te oefenen, enz. enz. moet ik zeggen, dat het Bestuur
hier Pzicht zich sterk vergist; ik zit sedert den beginne
o Ul den Raad, tevens in het locale Sub-Comit van de te
* gevestigde associatie van Stoomvaartmaatschappijen
ren aan meeste hier varende Europeesche lijnen...”
|
|