Your search within this document for 'labado' OR 'na' OR 'man' resulted in 145 matching pages.

You can restrict your results by searching for labado AND na AND man.
 
1

“...In overweging genomen hebbende, dat het noodig is de Loodsdienstverordening 1917 (P. B. 1918 No. 24) te wijzigen; Heeft, na verkregen goedkeuring van den Kolonialen Raad en gelet op de tweede zinsnede van art. 50 van het Regee- ringsreglement dezer kolonie, vastgesteld onderstaaude ver- ordening. Artikel 1. De Loodsdienstverordening 1917 ondergaat de navolgende wijzigingen : a. in artikel 16 wordt in plaats van ,,12 en ,,17 onder- scheidenlijk gelezen: ,,8 en ,,16; b. artikel 18 wordt gelezen als volgt: ,,Hij, die nalaat zich te bedienen van een loods in de gevallen, waarin dit bij deze verordening voorgeschreven is, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste 3 maanden of geldboete van ten hoogste 300 gulden. De bij deze verordening strafbaar gestelde feiten worden beschouwd als overtredingen. Artikel 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van den dag na dien barer afkondiging. Gegeven te Willemstad, den...”
2

“...beschikt, dan kan daarin het lijk naar een begraafplaats worden vervoerd. Is bij uit- zondering op de vindplaats wel een lijkkist aanwezig, dan mag het lijk daarin begraven worden. Zie de nota van wijzi- gingen. Het spreekt, meent ondergeteekende, van zelf dat over de plaats van begraven op particulieren grond met de eigenaars wordt overlegd. Zie de nota van wijzigingen. ad Art. 6. De termijn is gesteld op 1236 uren. Wenscht de familie om bijzondere redenen (schijndoodvrees bijv.) nog geen bijzetting na 12 uren, dan moet er natuurlijk met de bij- zetting gewacht worden. ad Art. 9. De reden van dp bepaling is reeds in de Memorie van toelichting uiteengezet; zij behoeft geen moeite te geven. In deze bestaan hier in de kolonie gebruiken, die af te keu- ren zijn: de resten besloten in de oude kist worden vaak met de hand in de meest eenvoudige receptacula (jeneverkistjes bijv.) overgestort. Het wordt niet noodig geacht in gewone omstandigheden het vervoer van een lijk van bijv. een hospitaal naar...”
3

“...nooit gelden voor Joodsche graven. ad Art. 85. Op Curasao beschikt de Openbare Gezondheids- dienst over eenige ambtenaren en beambten; de gouverne- meuts-geneeskundige op de eilanden zal als eenling niet veel toezicht kunnen uitoefenen, wel de Gezaghebber, die tevens Hoofd der politie is. ad Art. 88. Bij ondergeteekende bestaan geen bezwaren om de begrafenisrechten nu reeds vast te stellen. Zie de nota van wijzigingen. ad Art. 4.1 (nieuw). Door de invoering van het nieuwe Wetboek van Strafrecht na de indiening van het ontwerp zijn do in de nota van wijzigingen voorgestelde wijzigingen in dit artikel noodzakelijk geworden, t. w. : die onder I, omdat tijdens de indiening het woord ,,mis- drijven alle strafbare feiten omvatte, maar thans niet meer; die onder II, teneinde het strafstelsel in overeenstemming te brengen met het in de nieuwe strafwetgeving gehuldigde; en die ouder III, omdat de daar bedoelde feiten in de artike- len 154, 156 en 155 van het nieuwe Wetboek van Strafrecht strafbaar...”
4

“...met hechtenis van ten hoogste een jaar of geldboete van ten hoogste f 100,. III. In 2? en 3? van dit artikel vervallen de zinsneden hij, die den toegang tot een begraafplaats of het geoorloofd vervoer van een lijk naar een begraafplaats feitelijk verhin- dert of belemmert, hij, die een lijk opgraaft of vervoert vr den termijn of zonder bevel of het verlof en de toestemming in art. 9 vermeld en hij, die eenig op eene begraafplaats opgerichte gedenkteeken opzettellijk en wederrechtelijk ver- nielt. Na Art. 41 (nieuw) wordt een nieuw artikel gevoegd, lui- dende: Art. 42. De bij deze verordening strafbaar gestelde feiten worden beschouwd als overtredingen. De artikelen 41, 42 en 43 worden onderscheidenlijk 43, 44 en 45. Willemstad, den 7n. Juni 1918. De Gouverneur van Curagao, NUYENS....”
5

“...van lijken uit de kolonie naar het buitenland en uit het buitenland naar de kolonie. TWEEDE NOTA YAN WIJZIGINGEN. N? 5. (De vroegere stukken zijn gedrukt onder N? 20 van het Zittingjaar 19171918). Het eerste lid van art. 11 wordt als volgt gelezen : De naaste bloedverwanten van den overledene zijn aanspra- kelijk voor de begrafenis, terwijl de erfgenamen aansprake- lijk zijn voor de begrafeniskosten. Het eerste lid van art. 31 wordt als volgt gelezen : Een graf mag niet geroerd worden dan na drie jaren na de begraving. In de laatste zinsnede van 3? van art. 41 (oud 40) wordt instede van art. 39 gelezen : art. 40. Willemstad, den 5n. Juli 1918. De Gouverneur van Cura9ao, NU YENS. t...”
6

“............ houdende bepalingen betreffende de verkla- ringen van overlijden, af te geven door de geneeskundigen in de kolonie Curagao. Nota van wijzigingen. N? 1. (De vroegere stukken zijn gedrukt onder Nc 21 van het Zittingjaar 19171918). Artikel 12 wordt gelezen als volgt: Met geldboete van ten hoogste f 100, en, bij herhaling van dezelfde overtreding binnen 2 jaar na de eerste veroor- deeling, met geldboete van ten hoogste f 500, worden ge- straft de geneeskundigen, bij verzuim der verplichtingen hun opgelegd iu artt. 1 en 4. Met geldboete van ten hoogste f 300, en, bij herhaling van dezelfde overtreding binnen 2 jaar na de eerste veroor- deeling, met geldboete van ten hoogste f 500, wordt ge- straft de ambtenaar van den Burgerlijken Stand, bij verzuim van het hem voorgeschrevene in artt. 9 en 10. Met geldboete van ten hoogste f 100, worden gestraft de personen, die met de aangifte van het overlijden belast zijn, bij verzuim van het hun opgelegde bij art. 7. ^ De bij deze verordening...”
7

“...Koloniale Raad. ZITTINGJAAR 19181919. 4. Keur van den.................................. tot aanvulling van de keur van den 18den Juni 1917 (P. B. No. 11), houdende bepa- lingen omtrent de straat,politie en andere politievoorschriften op het eiland Curasao. Eindverslag. N? 1. (De vroegere stukken zijn gedrukt onder N' 28 van het Zittingjaar 19171918). De Commissie van Rapporteurs, in overleg met de Voorzit- ters der Afdeelingen, is, na kennis genomen te hebben van de Memorie van Antwoord op het Voorloopig Verslag over deze ontwerp-keur, van oordeel, dat door de gewisselde schriftu- ren de openbare beraadslaging over het ontwerp genoeg- zaam is voorbereid. Aldus vastgesteld op Curasao, den 6n. Juni 1918. De Rapporteurs, C. S. GORSIRA J.P.Ez. SUTHERLAND....”
8

“...treffende het verleenen van vergunningen tot het gebruik van domein voor de exploitatie van motoromnibusdiensten als ondernemin- gen van openbaar nut op het eiland Curasao. ONTWERP. N? 1. IN NAAM DER KONINGIN! DE GOUVERNEUR van Curasao, In overweging genomen hebbende: dat het wenschelijk ia bepalingen vast te stellen betreffende het verleenen van ver- gunningen tot het gebruik van domein voor de exploitatie van motoromnibusdiensten als ondernemingen van openbaar nut op het eiland Curagao; Heeft, na verkregen goedkeuring van den Kolonialen Raad, vastgesteld onderstaande verordening. HOOFDSTUK I. Vergunningen tot het gebruik van domein ten behoeve van de exploi- tatie van motoromnibusdiensten als ondernemingen van openbaar nut. Art. 1. Tot het gebruik van domein ten behoeve van de exploitatie van motoromnibusdiensten als ondernemingen van openbaar nut op het eiland Curagao kan door den Gouverneur, den Raad van Bestuur gehoord, vergunning worden verleend met inachtneming van de bepalingen dezer...”
9

“...mocht achten, onbruikbaar te maken of te slechten. De houder der vergunning is in dat geval verplicht zijn personeel ter beschikking te stellen van den Gouverneur, wanneer deze dat mocht verlangen. De Kolonie treedt daardoor van rechtswege tijdelijk in alle rechten en verplichtingen van den houder der vergunning je- gens diens personeel. De inbezitneming geschiedt bij een met redenen omkleed besluit, waarop de Raad van Bestuur is gehoord. Het besluit vervalt wanneer het niet binnen driemaanden na zijn dagteekening bij Koloniale Verordening is goedge- keurd. De houder der vergunning kan geen recht doen gelden op schadeloosstelling wegens .winstderving, welke eventueel het gevolg mocht zijn van de toepassing van dit artikel. Art. 15. De tot de vergunning behoorende werken, het bedrijf en alles wat daartoe behoort, kunnen te allen tijde door den Gouverneur worden genaast. De Kolonie is in dat geval niet gebonden aan de overeen- komsten met derden omtrent de exploitatie van het bedrijf aangegaan...”
10

“...vastgesteld, nadat zij door den Gouverneur zijn goedgekeurd. Zij worden, alvorens in werking te treden, openlijk aange- kondigd. Vervoer tegen lagere prijzen is geoorloofd. Art. 23. Een motoromnibusdienst, of een nieuw traject daarvan, mag niet voor het algemeen verkeer opengesteld worden, dan na verkregen machtiging van den Gouverneur. Deze machtiging wordt niet verleend, dan nadat de motor- rijtuigen zijn opgenomen en goedgekeurd. Art. 24. Iugeval van staking van den dienst zijn de bestuurders van den motoromnibusdienst verplicht die staking zoo tijdig mo- gelijk bekend te maken op de wijze te bepalen door het Hoofd van Politie. Art. 25. Een om eenigerlei reden gestaakte dienst mag niet hervat worden, dan na verkregen toestemming van den Directeur der Openbare 'Werken, die het Hoofd van Politie daarvan onmiddellijk kennis geeft. \ HOOFDSTUK III. Toezicht op de motoromnibusdiemten. Art. 26. Van Bestuurswege wordt toezicht gehouden op de naleving van de bepalingen van deze verordening en van de...”
11

“...geacht, kan door het Hoofd van Politie eene mindere snelheid worden voorge- schreven. De snelheid moet, waar noodig, verminderd worden bij het rijden door kruisingen en bochten van wegen, op druk be- zochte wegen en verder overal waar de veiligheid van het verkeer dit vordert. Art. 48. Het aantal der ritten en de diensturen worden voor iederen motoromnibusdien8t en voor ieder traject daarvan door den Gouverneur, den ondernemer gehoord, bepaald. Art. 49. De motorrijtuigen moeten vr zonsopgang en na zonson- dergang van binnen voldoende helder worden verlicht. Art. 50. Voor elke twee motorrijtuigen of minder moet n reserve- motorrijtnig in dienstvaardigen staat aanwezig zijn. De Gouverneur kan vergunning verleenen om voor bepaal- den tijd, of tot wederopzeggens toe, den reservewagen in ge- woon gebruik te nemen. De vergunning voor bepaalden tijd kan te allen tijde wor- den ingetrokken. Art. 51. Telkens, wanneer op een traject een ongeval of eene ernsti- ge storing van den dienst plaats vindt...”
12

“...scheidingsteeken voorzien zijn. De dienstkleeding of het onderscheidingsteeken moet bij het in art. 21 bedoelde reglement omschreven worden. Art. 57. Het publiek is verplicht de voorschriften op te volgen, wel- ke door de beambten en bedienden van den motoromnibus- dienst, aan hunne dienstkleding kenbaar of van eene aan- stelling of van een onderscheidingsteeken voorzien, in het be- lang van de orde en veiligheid worden gegeven. Art. 58. De conducteurs van de wagens zijn verplicht onmiddellijk na eiken rit de rijtuigen van binnen te doorzoeken en zorg te dragen, dat dagelijks van de voorwerpen, welke zij in of bij de rijtuigen vinden, aan het Hoofdbureau van Politie aangifte gedaan wordt. HOOFDSTUK VI. Po litietoezicht. Art. 59. Tot het opsporen van de overtredingen van deze verorde- ning zijn, behalve de volgens de bestaande bepalingen aange- wezen ambtenaren van Justitie en Politie, bevoegd de perso- nen volgens deze verordening van Bestuurswege belast met het algemeen toezicht op de...”
13

“...Art. 62. De bestuurders van een motoromnibusdienst worden, voor zoover het Wetboek van Strafrecht er niet in voorziet, ge- straft met hechtenis van ten hoogste een maand of geldboete van ten hoogste f 300., zoo zij de voorwaarden, waarop vergunning tot het uitoefenen van den dienst verleend werd, of de bepalingen van deze verordening niet naleven of daar- mede in strijd handelen. Indien de overtreding bestaat in het openstellen of het na staking hervatten van den dienst zonder de gevorderde mach- tiging of vergunning, of in het voortzetten van den dienst na eene bevolen staking, worden zij bovendien gestraft met eene geldboete van ten hoogste f 25. voor eiken dag dien de on- geoorloofde openstelling, hervatting of voortzetting ge- duurd heeft. Art. 63. Hij, die opzettelijk gevaar veroorzaakt voor een of meer rijtuigen wordt, voor zoover het Wetboek van Strafrecht er niet in voorziet, gestraft, indien geen verwonding .of ander lichamelijk letsel of verlis van menschenlevens daarvan het gevolg...”
14

“...89), ter bepa- ling van-het begrip stadsdistrict voor de verschillende eilanden der kolonie, wanneer daarvan sprake is in koloniale verordeningen en keuren. ONTWERP. N? 1. IN NAAM DER KONINGIN! DE GOUVERNEUR van Curasao, In overweging genomen hebbende, dat het noodig is de ver- ordening van den 16den Februari 1918 (P. B. N? 39), ter bepaling van het begrip stadsdistrict voor de verschillende eilanden der kolonie, wanneer daarvan sprake is in koloniale verordeningen en keuren, te wijzigen; Heeft, na verkregen goedkeuring van den Kolonialen Raad, vastgesteld onderstaande verordening. Artikel 1. Het derde lid van artikel 1 der verordening van den 16den Februari 1918 (P. B. N? 39), ter bepaling van het begrip stadsdistrict voor de verschillende eilanden der kolonie, wanneer daarvan sprake is in koloniale verordeningen en keuren, wordt gelezen als volgt: voor Aruba: de hoofd plaats, Oranjestad, wordt begrensd ten Noorden door de lijn beginnende in het kruispunt van de Weststraat in den openbaren...”
15

“...omtrent de straatpolitie en andere politievoorschriften op het eiland Curagao, aau te vullen; Heeft, na verkregen goedkeuring van den Kolonialen Raad, vastgesteld onderstaande keur. Artikel 1. Aan het slot van het hoofdstuk Maatregelen ter bevorde- ring van de openbare orde, rust, veiligheid en reinheid van de keur van 18 Juni 1917 (P. B. N? 11), houdende bepalin- gen omtrent de straatpolitie en andere politievoorschriften op het eiland Curagao, wordt na art. 40 een nieuw art. 40bis in- gevoegd, luidende: De bewoners der verschillende districten zijn verplicht aan den wijk- of districtmeester binnen den bepaalden tijd be- hoorlijke en nauwkeurige opgaaf te doen betreffende zaken van algemeen belang, die de wijk- of districtmeester, tot nakoming van zijn instructie of ter voldoening aan de bevelen van den Gouverneur, van hen verlangen. Artikel 2. Deze keur treedt in werking met ingang van den dag na dien harer afkondiging. Gegeven te Willemstad, den...”
16

“...worden. Dit onderwerp was geregeld bij de publicaties van 16 Juni 1818 (publicatiebundel n? 20) en van 18 Mei 1820 (p.ublica- tiebundel n? 32). Deze regelingen zijn echter vervallen krachtens de keur van 13 September 1917 (P. B. N? 17) bij het in werking treden van het Nieuwe Wetboek van Straf- recht, op welk tijdstip de keur vau 18 Juni 1917 (P. B. N? 11) ook in werking is getreden. Op het eerste gezicht zou de plaats voor deze bepaling ge- kozen minder eigenaardig kunnen toeschijnen, doch bij na- dere beschouwing zal men moeten toegeven, dat zij als een politievoorsohrift van openbare orde, waarover dit hoofdstuk ook handelt, beschouwd kan worden. Willemstad, den 29n. Juli 1918. De Gouverneur van Curagao, NUYENS....”
17

“...tot aanvulling van de keur van den 18den Juni 1917 (P. B. N? 11), houdende bepalingen omtrent de straatpolitie en an- dere politievoorschriften op het eiland Curasao, te wijzigen; Heeft, na verkregen goedkeuring van den Kolonialen Raad, vastgesteld onderstaande keur. Artikel 1. Artikel 2 van de door den Kolonialen Raad goedgekeurde en door den Gouverneur op den 17den Juni 1918 vastgestelde keur tot aanvulling van de keur van den 18den Juni 1917 (P. B. N? 11), houdende bepalingen omtrent de straatpolitie en andere politievoorschriften op het eiland Curagao, (betref- fende verbod van venten door meisjes beneden den leeftijd van zestien jaren), wordt gelezen als volgt: Deze keur treedt in werking met ingang van den dag na dien harer afkondiging. Artikel 2. Deze keur treedt in werking met ingang van den dag na dien harer afkondiging. Gegeven te Willemstad, den...”
18

“...geldelijke vergoeding aan de marechaussees en veldwachters, voor zoover aan hen en hun gezin geen huisvesting van Landswege kan worden verleend. ONTWERP. N? 1. IN NAAM DER KONINGIN! DE GOUVERNEUR van Curagao, In overweging genomen hebbende, dat intrekking der ver- ordening van den lln. November 1911 (P. B. N? 50), tot vaststelling eener geldelijke vergoeding aan de marechaussees en veldwachters, voor zoover aan hen en hun gezin geen huis- vesting van Landswege kan worden verleend, noodig is; Heeft, na verkregen goedkeuring van den Kolonialen Raad en gelet op de tweede zinsnede van art. 50 van het Regeeriugs- reglement dezer kolonie, vastgesteld onderstaande verorde- ning. Art. 1. De verordening van den lln. November 1911 (P. B. N.' 50), tot vaststelling eener geldelijke vergoeding aan de mare- chaussees en veldwachters, voor zoover aan hen en hun gezin geen huisvesting van Landswege kan worden verleend, wordt ingetrokken. Art. 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van den ln. September...”
19

“...onder- wijzers 4de klasse (die later den titel zullen krijgen van hulponderwijzers), welke leerkrachten, blijkens de Memorie van toelichting, ook door het Bestuur niet als gewenschte onderwijskracht worden beschouwd, in verhouding tot het aantal onderwijzend personeel (98 op 208 volgens het Kolo- niaal Verslag voor 1917), bovenmatig groot. Zij stelden voor om daar thans nog niet kan worden overgegaan die leer- krachten inns uit de scholen te doen verdwijnen te bepa- len, dat na een zekeren termijn, b. v. 5 jaren na de in- werkingtreding der verordening, geene kweekelingen of hulp- onderwijzers op de scholen werkzaam mogen zijn. Eenige andere leden wenschten alleen de kweekelingen uit de scholen te zien verdwijnen. Weer enkele andere leden waren voor het behoud zoowel van de hulponderwijzers als van de kweekelingen. Deze le- den betoogden, dat het der Katholieke missie moeilijk zal vallen al die leerkrachten door betere te vervangen. Tegen het behoud der kweekelingen was naar hunne meening...”
20

“...bepalen, dat ook op de openbare en gesubsidierde bijzondere scholen in het stadsdistrict op Eonaire en Aruba het onder- wijs in het Nederlandsch zal worden gegeven, daar reeds thans op die scholen het Nederlandsch de voertaal is. Art. 12 § 2. Eenige leden achtten de uitdrukking zooveel mogelijk te elastisch. Zij vreesden, dat,.blijven die woor- den in de verordening, men er nooit toe zal komen, dat het Nederlandsch de voertaal zal worden, waartoe men wel zal kunnen geraken, indien bepaald wordt, dat na verloop van een zeker aantal jaren het onderwijs op alle scholen in het Nederlandsch moet worden gegeven. Art. 12 § S. Gevraagd werd of het de bedoeling is eene bepaalde methode voor elke vreemde taal voor te schrijven. Art. IS % tb. Men merkte op, dat het bewijs, als het in den vreemde is afgegeven, door een Nederlandschen consul moet zijn gelegaliseerd. Art. IS § 2. Men kon niet inzien waarom vreemdelingen eene vergunning moeten hebben. Verscheidene leden waren van oordeel, dat, als men goed...”