| 1 |
 |
“...herbenoe-
ming, tenzij zij om persoonlijke redenen wenschteu af te tre-
den; laatst nog heeft een van de beste krachten van de kolo-
nie zich beschikbaar gesteld om buiten de aanbeveling van
den Raad om, tot lid van Uw College te worden benoemd.
Bovendien wordt bij elke aaubeveling steeds zonder eenige
moeite geschikte tweede caudidaten gevonden, van wie geree-
delijk moet worden aangenomen, dat zij een eventueele be-
noeming zullen aanvaarden.
Als werkelijk de handelwijze der Regeering in breede krin-
gen ontstemming heeft veroorzaakt, dan is deze laatste toch
ongegrond, omdat zooals reeds gezegd, de Regeering een wet-
tige bevoegdheid aan wendt. En dat Zij hiervan een spaar-
zaam gebruik maakt, kan blijken, wanneer men de moeite wil
nemen om de gevallen na te gaan, waarin dit heeft plaats
gehad. r
Zonder twijfel zal de Regeering, waar mogelijk, rekening
willen houden met het door den Kolonialen Raad uitgespro-
ken vertrouwen en niet dan in hoogst noodzakelijke gevallen
zooals tot nu gebeurd...”
|
|