1 |
|
“...onvermogenden echter worden, voor zooveel
kerk- of armbestuur of andere instellingen daarvoor niet zor-
gen, op kosten der koloniale kas begraven ter plaatse daar-
voor door het openbaar gezag aangewezen.
Van het onvermogen moet blijken op de wijze door den
Gouverneur te bepalen.
Als onvermogenden worden niet aangemerkt arbeiders, die
zich op een plantage of een grond onder contract voor een be-
paalden tijd verbonden hebben. De begrafeniskosten van
hunne lijken komen, wanneer daarvoor door hunne nabe-
staanden of boedelberedderaars niet gezorgd wordt of kan ge-
zorgd worden, ten laste van hunnen huurder, door wiens zorg
de begrafenis zal plaats vinden.
Art. 12.
De begrafenis van lijken, welker begraving zich niemand
aantrekt, geschiedt door de politie of door anderen onder
haar toezicht en de kosten daarvan komen ten laste van de
koloniale kas, voor zoover zij niet op de nalatenschap of op
de erfgenamen verhaalbaar zijn.
Art. 13.
Het begraven van lijken van personen overleden in inrich-
tingen...”
|
|