1 |
![](https://dcdp.uoc.cw/content/AA/00/00/18/19/00001/NL-0200050000_UBL10_01671_0235thm.jpg) |
“...lijken van onvermogenden worden, voor zooveel kerk-
of armbestuur of andere instellingen daarvoor niet zorgen, op
kosten der koloniale kas begraven, ter plaatse daarvoor door
het openbaar gezag aangewezen.
Van het onvermogen moet blijken op de wijze door den
Gouverneur te bepalen.
Als onvermogenden worden niet aangemerkt arbeiders, die
zich op een plantage of een grond onden contract voor een be-
paalden tijd verbonden hebben. De begrafeniskosten van
hunne lijken komen, wanneer daarvoor door hunne nabe-
staanden of boedelberedderaars niet gezorgd wordt of kan ge-
zorgd worden, ten laste van hunnen huurder, door wiens zorg
de begrafenis zal plaats vinden.
Art. 14.
De begrafeniskosten van lijken, welker begraving zich nie-
mand aantrekt, komen ten laste van de koloniale kas, voor
zoover zij niet op de nalatenschap of op de erfgenamen ver-
haalbaar zijn. >
Art. 15.
Het begraven van lijken van personen overleden in inrich-
tingen, die hetzij geheel of gedeeltelijk onder beheer van het
openbaar gezag...”
|
|