| 1 |
 |
“...Het geachte lid Lansberg heeft bij de algemeene beschou-
wingen deze gulden woorden gezegd: -,,De Raad moet zich
bij het voteeren van credieten op eene begrooting die met een
tekort van ruim 50% der inkomsten 3lnit, niet afvragen of de
uitgaaf wel nuttig en wenschelijk is, maar uitsluitend dit: of
zij onafwijsbaar noodzakelijk is. Spreker meent, dat dit
inderdaad immer het standpunt van den Raad moet zijn.
Kan dit nu gezegd worden van dezen post, vraagt spreker.
Hij meent van niet. Als hij in de Vota naar aanleiding
van het Eindverslag leest, dat tot de triangulatie en topogra-
feering van St. Martin alleen daarom is besloten, omdat er nu
iemand in de kolonie aanwezig is, die het werk kan doen en
verder dat het werk zijn nut kan hebben bij den aanleg van
wegen, dan gelooft hij, dat daarmede alleen de onaf wijsba ar-
beid van de uitgave allerminst is aangetoond. Trouwens de
Gouverneur zelf verklaart niet bepaald te kunnen zeggen, dat
het werk noodzakelijk is.
De heer Zelle, gemachtigde van...”
|
|