1 |
|
“...schepen hadden dan de
Feanschen en die suiker en tabak als be-
taling ontvingen. En zelfs passagiers gaven
de voorkeur aan Hollandsche schepen, om-
dat deze veel zindelijker waren. Ver-
scheidene schrijvers gewagen er van, dat
de Hollanders van St. Eustatius reeds in
1637 een vrij uitgebreiden handel dreven
met de flibustiers van Jamaica en Santo
Domingo, verklaart J.H.J. Hamelberg in het
2de Jaarlijksch verslag van het Geschied-
Taal-Land- en Volkenkundig Genootschap
pag 110. De Hollander^ hadden kanto-
ren en opslagplaatsen op verschillende
eilanden, agenten in sommige steden van
Zuidj-Amerika en groote winkels in de
voornaamste Fransche Kolonin. Aan dit
stelsel, schrijft Rev. Jean Baptiste du Ter-
tre (die verschillende jaren in West-Indi
doorgebracht heeft) in de Histoire gn-
rale des Antilles, hebben de Hollanders
het te danken, dat zij zelfs goederen die zij
in Frankrijk gekocht hadden, goedkooper
dan de Franschen konden leverten en' dat
zij steeds iedereen van al het noodige kon-
den voorzien*...”
|
|