1 |
|
“...toegelaten. En de kerkelijke wijding
van een katholiek priester maakte van hem
volgens de wet, toch zeker geen gewijd bur-
ger!
In 1880 was de zaak zover gevorderd dat
Schaepman aan Heeroom den Aartsbisschop
de beslissende vraag stelde; Als ik mijn can-
didatuur stel, en ik word gekozen, krijg ik
dan van U uit mijn geestelijke bediening he,t
ontslag door de grondwet gevorderd? De
aartsbisschop ging aan het wandelen over
en weer door de lange gang; hij zweeg... en
hij zweeg. Maar toen zijn statige toga den
bedremmeld geduldigen Herman den vier-
den of vijfden keer had voorbijgeruischt,
gaf hij strak en bekommerd om veel, het
historisch toestemmend knikje... (Persijn)
In het district Breda, waar de zetel van
A. J. H. Luyben vacant werd, zou Schaep-
man de medeafgevaardigde worden van
zijn boezemvriend Des Amorie van der Hoe-
ven. Al schudden vele achtenswaardige
Katholieken in den lande bedenkelijk het
hoofd bij deze candidatuur van een pries-
ter, wiens waardigheid te verheven was
voor de politiek...”
|
|