1 |
 |
“...: Christus is verrezen van de doden.
(Hymne) David, de voorvader van onzen
God, danste en huppelde voor de symboli-
sche Ark des Verbonds. Laten ook wij,
Gods heilig volk, die de vervulling van de-
ze symbolen zien, ons op vrome wijze ver-
heugen: Want Christus is verrezen, omdat
Hij almachtig is.
K.: Christus is verrezen van de doden.
Hierna herhalen de koren de Irmos Laat Ha-
bakuk" en Christus is verrezen enz. ... Hij
heeft den Dood enz. (driemaal). Vervolgens
de Kleine Ectenie, als voren, beha lve de uit
roep:
P.: Want Gij zijt een genadig en menslie-
vend God en U zwaaien wij lof toe,
den Vader en den Zoon en den Heili-
gen Geest, nu en altijd en in de eeu-
wen der eeuwen.
K.: Amen.
VIJFDE GEZANG.
(Irmos) Laten wij dan zeer vroeg opstaan
en den Heer een zang brengen in plaats
van myrrhe en wij zullen Christus zien, de
Zon der gerechtigheid, die het leven der
mensheid verlicht.
(Refrein) Christus is verrezen van de
doden.
(Tropar) Toen zij, die in de boeien der hel
gekluisterd lagen...”
|
|