1 |
|
“... Christoffel op Cura-
sao, dankt haar bestaan niet zozeer aan het
voorkomen van rijkelijk bodemwater als wel
aan de sterk verhoogde neerslag en in de
grotere luchtvochtigheid, een gevolg van de
hoge ligging. Op de bomen en struiken groei-
en hier opvallend vele epiphyten, bijv. de
beide Orchideen-soorten Schomburg-
kia tibicinus Batem. en Brassa-
vo 1 a nodosa Lindl.; verscheidene Bro-
meliaceen (de teku di palu en de barba di
cadushi, beide behorend tot het geslacht
Tillandsia.) de varen Polypodi-
um aureum L. en baardmossen van het
geslacht U s n e a. Typisch is de ondergroei
van de teku, Bromelia lasiantha
Willd, met zijn stekelige bladrozetten. De
kruipcactus Acanthocerus tetra-
gonus (L.) klimt er over rotsen en
boomtakken (deze komt eveneens voor op
Aruba, in drogere omstandigheden en heeft
overigens een grote verspreiding buiten de
eilanden; in Noordwest-Venezuela is het een
plant van het iets vochtiger laagland.
Zeer opvallend op de Benedenwindse Ei-
landen is het verschil in voorkomen...”
|
|