1 |
|
“...dan was
t naar 't verre Europa, maar niet naar het
zuiden, dat of geen grote lijsten met getal-
len kon laten zien of wel eens een concur-
rent zou kunnen worden, als het te hard
uit zijn dommel geschud zou worden, en
meer efficiency kweken ging en minder
revolutie.
Amerika is een groot land waar vele me-
ningen dwarrelen, ook over de toekomst van
Amerika zelf, maar bij allen zal toch de
Monroeleer min of meer door ihet hoofd spe-
len.
Ongetwijfeld zullen dan ook velen bij het
lezen van de Amigoe di Curasao" van 26
Augustus 1943 gezegd hebben: daar heb je
't al.
Die krant gaf ons een belangrijke rede-
voering van Clarence Budington Kelland,
lid van het Republikeins Nationaal Comit.
Met voorzichtige woorden wordt in die re-
devoering een harmonieus samengaan van
heel Amerika bepleit, zowel militair als
economisch. Heel Amerika moet solidair zijn
tegen ieder niet-Amerikaans land, dat de
territoriale onschendbaarheid van enig Ame-
rikaans gebied, groot of klein, bedreigt.
Daartoe acht Kelland...”
|
|
2 |
|
“...zich
wel de grootheid van de problemen
voor ogen stellen, die zich nu voor
West Indie voordoen en die in de ja-
ren na de oorlog zich nog meer zullen
doen gevoelen.
De problemen zijn, zoals algemeen
erkend wordt ernstig en moeilijk, maar
ik denk dat zij kunnen opgelost wor-
den. Daartoe zal niet alleen al onze
kracht en hulp nodig zijn, maar meer
dan dat. Er zijn drie dingen die wij
nodig zullen hebben. Op d'e eerste
plaats een werkelijke frre- et compag-,
nonschap .tussen dit land en West In-
di. West Indi kan zelf zijn problemen
niet oplossen zonder onze hulp, en wij
kunnen vanaf deze plaats zijn proble-
men ook niet oplossen zonder zijn hulp
en samenwerking.
,Op de tweede plaats hebben wij een
organisatie nodig, die West Indi sa-
menbrengt met de rest van de Cara-
bische gebieden, waardoor het moge-
lijk is n oplossing te vinden, die ge-
meenschappelijk is zowel aan Por-
Mtorico als aan Cuba, Hati of Jamaica.
Ten slotte moeten wij proberen het
Carabisch gebied bekwaam te maken
als een...”
|
|
3 |
|
“...Bjmg
Icli*
Ilillllifi
i|ll#Jdi Curasao van 9 December
1893 bevestigt dit aldus: Een zware slag
zooals sinds het verscheiden onzer Door-
luchtige Bisschoppen nog niet gevallen was,
heeft gisteren het Vicariaat van Curasao
getroffen. Na een langdurig en bijwijlei
smartelijk lijden, overleed in den namiddag,
de Hoogeerw. Heer Mgr. Ferdinand Eduard
Cornelis Kieckens. In hem verliest de Katho-
lieke kerk op dit eiland een harer waardig-
ste priesters, de missie een harer ijverig-
ste arbeiders en menig particulier een op-
rechten raadsman en vriend.
Een kleine hulde te brengen aan deze
inderdaad grote figuur is ihet doel van dit
artikel.
Den 11 den April 1827 te Breda geboren,
uit zeer gefortuneerde ouders doorliep hij,
na de lagere school, de klassen van het gym-
nasium in zijn vaderstad. Gingen misschien
zijn gedachten eerst...”
|
|
4 |
|
“...gekweekte
en kunstmatig van water voorziene vrucht-
bomen zijn de meeste hygrophyten. We
noemen bijvoorbeeld de mango, mispel of
sapotille, zuurzak, advocaat, cashu, papaya,
kokospalm, bananen en bacoven. Andere ge-
kweekte bomen zijn tropophiel, zoals de ta-
marinde, de guyaba, de knip of kenepa
(Melicocca bijuca L.) en de savo-
netappel (Sapindus saponaria L.),
terwijl bijv. de oleander, de C i t r u s-soor-
ten en de vijg (Ficus caricaL.) meer
xerophiel zijn.
De oorspronkelijke boombestanden zul-
len wel hoofdzakelijk uit tropophyten heb-
ben bestaan, zoals de volgende, nog tame-
lijk veel voorkomende soorten: de kers of
shimarku (Malpighia glabra L.),
de kalebas (Crescentia cujete L.)
de tot dezelfde familie als de kalebas be-
horende kibrahacha (Tecoma chry-
santha D. C.); voorts de barba di jonku-
man (Albizzia lebbek Benth.), de
soorten van het geslacht B u r s e r a (bijv.
palu siya) en de manzanilla of manzalinja
(Hippomane mancinella L.). De
manzalinja vormt hier en daar in de dalen...”
|
|
5 |
|
“...in het bijzonder op de
van de wind afgekeerde Zuidwesthelling
van de top van de St. Christoffel op Cura-
sao, dankt haar bestaan niet zozeer aan het
voorkomen van rijkelijk bodemwater als wel
aan de sterk verhoogde neerslag en in de
grotere luchtvochtigheid, een gevolg van de
hoge ligging. Op de bomen en struiken groei-
en hier opvallend vele epiphyten, bijv. de
beide Orchideen-soorten Schomburg-
kia tibicinus Batem. en Brassa-
vo 1 a nodosa Lindl.; verscheidene Bro-
meliaceen (de teku di palu en de barba di
cadushi, beide behorend tot het geslacht
Tillandsia.) de varen Polypodi-
um aureum L. en baardmossen van het
geslacht U s n e a. Typisch is de ondergroei
van de teku, Bromelia lasiantha
Willd, met zijn stekelige bladrozetten. De
kruipcactus Acanthocerus tetra-
gonus (L.) klimt er over rotsen en
boomtakken (deze komt eveneens voor op
Aruba, in drogere omstandigheden en heeft
overigens een grote verspreiding buiten de
eilanden; in Noordwest-Venezuela is het een
plant van het iets vochtiger...”
|
|
6 |
|
“...ontplooit.
Weinige weken na de laatste flinke regen-
bui is echter al dit plantenschoons verdord
en verdwenen. De heesters en vooral de bo-
men blijven het langst groen, maar met het
slinken van de watertoevoer uit de bodem
en de naar verhouding grotere verdamping
aan de bladoppervlakte verwelken en ver-
dorren op den duur ook bij deze de bla-
deren.
Daarna verliest het landsohap haast alle
kleur. Enkele bomen hebben weliswaar in
de nu volgende droge tijd hun vaste bloei-
periode, bijv. de infrouw, de palu siya. de
kibrahacha, de wabi, de indju en de dividivi,
welke laatste verschillende malen per jaar
bloeit en vrucht zet. Maar de bloeiwijzen
van de wabi, de indju en de dividivi bestaan
uit weinig opvallende aartjes en trosjes van
lichtgele bloempjes, en over het algemeen
krijgen de eilanden een erg doods aanzien.
Tekenend voor deze droge periode is wat
Rijkens schreef (1907:)
,yDe kale heuvels en rotsen, de met dorre
maisstoppels en opuntias bezette velden,
de bladerlooze boomen in de heggen,...”
|
|